Hoe wild zijn “wilde dieren” nog in een tijd van dierentuinen, natuurreservaten en kweekprogramma’s?

Is een olifant in Artis net zo “wild” als een olifant op een Afrikaanse savanne? Welke plaats hebben dieren nog in een wereld die meer en meer door de mens wordt vormgegeven? Waarom maakt de aanwezigheid van enkele wolven in Nederland zoveel negatieve emoties los, terwijl Nederlanders ook massaal geld doneren om tijgers in India te behouden? Het zijn stuk voor stuk vragen waar professor Raf De Bont, profileringshoogleraar geschiedenis van de wetenschap en het milieu, zich mee bezighoudt. Hij kijkt vanuit een historisch perspectief naar mens-dierrelaties en dierentuinen. Welke ontwikkelingen ziet hij?

De geschiedenis gaat ook over dieren

Voor een historicus heeft De Bont een uitzonderlijke onderzoeksfocus. Zijn onderzoek gaat over de relatie tussen mensen en “wilde” dieren die worden verplaatst of die zichzelf verplaatsen. Zelf vindt hij het heel logisch om mens-dierrelaties vanuit historisch perspectief te bekijken. De Bont licht toe: “Als we een toekomst willen creëren waarin mens en dier duurzaam samenleven, moeten we ook begrijpen hoe we in de huidige situatie zijn gekomen.”

De Bont illustreert: “Globalisering zie je bijvoorbeeld niet alleen bij mensen, maar ook bij dieren. Kijk maar naar de halsbandparkiet. Die komt uit India, maar zie je nu door menselijk toedoen ook in Maastricht rondvliegen. Vaak worden dieren buiten de menselijke geschiedenis geplaatst, alsof ze tot een eeuwige natuur behoren die alleen maar langzaam verandert door evolutie.  Maar de levens van dieren zijn erg verknoopt met de menselijke geschiedenis.”

Dieren in een door de mens gecontroleerde samenleving

Sommige dieren passen zich aan door de mens veroorzaakte ontwikkelingen aan, zo benadrukt De Bont. Hij geeft daar een voorbeeld van: “Er zijn tegenwoordig metalen omhoog staande pinnen die je op de vensterbank kunt plaatsen om te voorkomen dat vogels daar een vogelnest bouwen. Maar eksters hebben inmiddels geleerd om die pinnen los te maken en ze te gebruiken voor hun nesten. Daaraan zie je dat dieren hebben geleerd om te overleven in een wereld die meer door mensen wordt bepaald dan voorheen.”

Bestaan wilde dieren nog wel?

De term “wilde dieren” is volgens De Bont vaak problematisch. “Het onderscheid tussen ‘wilde’ en ‘gedomesticeerde’ dieren is niet altijd makkelijk te maken. De menselijke invloed op de ontwikkeling van dieren is groot, ook al beschouwen we dieren als ‘wild’. De Przewalskipaarden van nu zijn bijvoorbeeld het resultaat van allerlei keuzes die fokkers hebben gemaakt. Wij hebben deze dieren op allerlei plekken geplaatst en gekweekt met het oog op specifieke kenmerken. Zo hebben we beïnvloed wat voor paarden er nu rondlopen. Zijn ze dan nog wild te noemen?”

Gerelateerd daaraan bestudeert De Bont de managementsystemen die mensen ontwikkelen om diersoorten te behouden, te verplaatsen of tegen te houden. De Bont: “Er komt hiervoor steeds meer beleid. Ik vind het interessant dat beleidsmakers aan de ene kant sommige dieren actief bestrijden, en aan de andere kant initiatieven opzetten om andere dieren (zoals de Europese hamster) juist tegen uitsterving te beschermen. De keuzes die ze daarbij maken, zijn erg afhankelijk van gevoeligheden in de maatschappij.”

(De tekst loopt door onder de foto)

''Het onderscheid tussen ‘wilde’ en ‘gedomesticeerde’ dieren is niet altijd makkelijk te maken. De menselijke invloed op de ontwikkeling van dieren is groot, ook al beschouwen we dieren als ‘wild’.''
Raf de Bont
Lions at Artis Royal Amsterdam Zoo
Leeuwenverblijf in Artis Royal Zoo, Amsterdam

Van een plek voor spektakel naar plek voor conservatie

Dierentuinen zijn een specifiek interessegebied van De Bont. Binnen het project ‘Moving Animals’ onderzoekt hij hoe wetenschappelijke kennis is gebruikt om de verplaatsing van dierentuindieren wereldwijd te organiseren en standaardiseren. De Bont vertelt: “Tot de jaren ’70 werden veel dierentuindieren in het wild gevangen en via een lange reis uit verre gebieden gehaald. Vanaf de jaren ’70 is er strengere wetgeving. Tegelijkertijd neemt de kritiek van dierenrechtenactivisten toe. Dierentuinen maken nu meer gebruik van uitwisselings- en kweekprogramma’s in plaats van alle dieren in verre oorden te vangen. Dierentuinen hebben een shift gemaakt van een nadruk op spektakel naar een nadruk op conservatie.”

De Bont vergelijkt het met de Ark van Noach. “Dierentuinen willen dieren kweken die in het wild zeldzaam of zelfs uitgestorven zijn. Zij bieden een plaats waar de laatste exemplaren van zeldzame diersoorten kunnen overleven. Dat is althans wat dierentuinen meer naar buiten toe willen uitstralen.”

De geschiedenis van de herintroductie

Dierentuinen hebben daarmee tegenwoordig een dubbelrol. De Bont: “Veel dierentuinen hebben uiteraard een commercieel doel en daarmee nog steeds een spektakelfunctie. Tegelijkertijd houden sommige dierentuinen zich deels bezig met natuurbehoud. Er worden bijvoorbeeld programma’s rondom herintroductie opgezet. Dit betekent dat de dierentuin bedreigde diersoorten kweekt en na een tijdje uitzet. Zo willen ze voorkomen dat dieren in het wild verloren gaan.”

Aan de ene kant is dit een positieve ontwikkeling, benadrukt De Bont. “Zo zou de Europese bizon niet meer bestaan zonder herintroductieprogramma’s. Aan de andere kant brengt herintroductie vragen met zich mee en is het niet altijd succesvol. Dieren moeten na de uitzetting bijvoorbeeld leren overleven in het wild, terwijl dat voor hen een nieuwe context is. Daarnaast is de sociale dynamiek anders en weten ze vaak niet meer met hun natuurlijke vijanden om te gaan.”

Bovendien worden niet voor alle zeldzame dieren kweekprogramma’s opgezet. De Bont legt uit: “Beschermingsorganisaties zijn geneigd om meer aandacht te besteden aan grote, charismatische zoogdieren en vogels. Het is bijvoorbeeld makkelijker om fondsen te werven voor neushoorns dan voor bedreigde insecten.”

Dierentuinen waren eerst vooral een plek van spektakel. Nu gaan ze zich meer presenteren als een Ark van Noach. Ze willen een plek creëren waar de laatste exemplaren van zeldzame diersoorten overleven.
Raf de Bont

De toekomst van dierentuinen

De Bont ziet de controverse rondom dierentuinen toenemen. “Dierentuinen houden dieren onder andere omstandigheden dan in het wild en dat stuit bij activisten op weerstand. Kijk naar olifanten. Deze dieren vertonen ingewikkeld sociaal gedrag en hebben veel ruimte en een grote groep nodig om dit gedrag te ontwikkelen. Niet elke dierentuin heeft die ruimte.”

Of er over 100 jaar nog dierentuinen zullen bestaan? De Bont vermoedt, kijkend naar hoe snel de ontwikkelingen gaan, dat dieren nog wel in gevangenschap gehouden worden, maar wel op een andere manier. “Ik denk dat dierentuinen gespecialiseerder worden. Zo zal je niet meer overal leeuwen en giraffen tegenkomen, maar zullen dierentuinen zich op specifieke soorten focussen.”

In de toekomst meer surveillance

Wat De Bont verder voor de toekomst van mens-dierrelaties verwacht? Hij glimlacht als hij die vraag gesteld krijgt. “Ik ben historicus, dus ik vind het lastig om toekomstvoorspellingen te doen.” Wat hij in elk geval ziet, is dat de voetafdruk van de mens enorm is toegenomen. “Ik vermoed dat dieren die zich sterk aanpassen aan de menselijke omgeving, zoals meeuwen en ratten, het goed blijven doen. Voor andere dieren zal overleving moeilijker worden in een wereld die sterk door de mens wordt beïnvloed, ook door klimaatverandering.”

Daarnaast voorziet De Bont dat het aantal mechanismen om dieren te monitoren en te controleren verder toeneemt. “Het gaat om zowel het traceren van dieren die je niet op je grondgebied wilt, zoals wasberen, als om camera- en satellietmonitoring van zeldzame dieren die je wilt beschermen. Die surveillancetechnieken, vaak van militaire oorsprong, zie je nu al steeds meer.”

Ik vermoed dat dieren die zich sterk aanpassen aan de menselijke omgeving, zoals meeuwen en ratten, het goed blijven doen. Voor andere dieren zal overleving moeilijker worden.
Raf de Bont

Duitse wolf vs. Indiase tijger

Wolf in forest habitat

De Bont heeft nog wel een filosofisch-ethische vraag als het gaat om mens-dierrelaties. “Er worden veel acties opgezet om dieren ver weg, zoals de tijger, te beschermen. Maar voor mensen in landen als India is het niet vanzelfsprekend om met tijgers samen te leven. In Europa werd de wolf die de pony van Ursula von der Leyen had doodgebeten al snel als ‘probleemwolf’ gezien, die moet worden uitgeschakeld. Het is dan ook makkelijker voor absolute bescherming van bepaalde dieren te pleiten als die zich in verre streken bevinden. Dat vind ik een interessant vraagstuk. Wat betekent het om met dieren samen te leven? Wanneer kies je voor bescherming van het dier? Wanneer mag je een uitzondering maken?”

Bekijk deze video om meer te weten te komen over het onderzoek van Raf de Bont.

Tekst: Romy Veul

Lees ook

  • Een migratiestop? De stikstofmaatregelen aan de wilgen hangen? Internationalisering van het hoger onderwijs radicaal tegengaan? Politici komen regelmatig met grootse uitspraken. In hoeverre zijn die beloftes realistisch? Dr. Karin van Leeuwen, universitair docent Europese politieke geschiedenis bij...

  • State-owned sovereign wealth funds (SWFs), like that of FIFA World Cup host nation Qatar, are major shareholders in Western industrial and cultural assets. Is that a cause for concern? FASoS’ Adam Dixon has some answers.

  • A Global History of Hungary, 1869-2022 is a comprehensive book that presents the country as an open society interacting with other nations, mainly within Europe.