Hoe breng je borstkanker beter in beeld?

Sommige vormen van borstkanker zijn minder goed in beeld te brengen met een traditionele PET-scan. Thiemo van Nijnatten is nucleair radioloog in het Maastricht UMC+ en zoekt naar manieren om dat te verbeteren. Dat blijft niet onopgemerkt. In 2022 kreeg hij de prijs voor meest getalenteerde onderzoeker in Europa op het gebied van borstkanker-beeldvorming. Dat hij deze Carla Boetes-award, genoemd naar een voormalige Maastrichtse hoogleraar mamaradiologie, naar Maastricht bracht, ziet hij als een stimulans om haar pad voort te zetten.

Wat onderzoek je met de beurs van het Academisch Fonds?

“Op het moment dat de diagnose borstkanker wordt gesteld, vindt een aantal beeldvormende onderzoeken plaats. Bij een uitgebreide vorm of een hernieuwde diagnose borstkanker maken we een PET-scan om te zien of er uitzaaiingen elders in het lichaam zijn. De patiënt krijgt dan eerst een radioactieve vloeistof, 18F-FDG, toegediend, die ervoor zorgt dat alle plekken in het lichaam op de scan oplichten waar suiker nodig is. De meeste vormen van kanker hebben namelijk veel suiker nodig om te groeien. Alleen weten we uit eerder onderzoek van onze groep, dat hormoongevoelige borstkanker minder suikerbehoefte heeft ten opzichte van andere soorten borstkanker, waardoor deze vorm van borstkanker minder goed te zien is op de PET-scan. Als je de borstkanker al niet zo goed ziet op deze PET scan, is het de vraag hoe goed je de uitzaaiingen nog gaat zien. 
Dit project draait om een alternatief voor die 18F-FDG-vloeistof, genaamd 68-Gallium-FAPI. Deze vloeistof brengt kankercellen niet via suiker in beeld, maar via fibroblasten, oftewel bindweefselcellen. Onze onderzoeksvraag is of 68-Gallium-FAPI voor hormoongevoelige borstkanker een goed of zelfs beter alternatief is.”

Hoe gaan jullie dat uitzoeken?

“Om te beginnen kost het ongeveer een jaar om uit te zoeken hoe we 68-Gallium-FAPI zelf kunnen produceren in het MUMC+. Vervolgens gaan we tien hormoongevoelige borstkankerpatiënten die een reguliere PET-scan krijgen, vragen of we nog een extra scan mogen maken voor wetenschappelijk onderzoek, met die nieuwe vloeistof. Zo kunnen we 1-op-1 vergelijken wat de daadwerkelijke meerwaarde is voor deze patiënten. Daarnaast inventariseren we of 68-Gallium-FAPI ook voor andere kankervormen van meerwaarde kan zijn. Dit doen we door een inventarisatie te maken bij alle tumorwerkgroepen in het MUMC+, wat mogelijk tot een nog intensievere samenwerking kan leiden tussen specialismen.”

Waarom doe jij juist dít onderzoek?

“Tijdens mijn studie geneeskunde in Maastricht kwam ik in contact met wetenschappelijk onderzoek. Dat leidde tot een promotietraject dat ik in 2017 heb afgerond, op het gebied van lymfeklierdiagnostiek bij borstkankerpatiënten. Wanneer er uitzaaiingen in de oksel zijn, wordt er nu na de systemische behandeling geopereerd en de vraag is of dat laatste per se nodig is. Sinds mijn promotie-onderzoek werk ik aan dit onderwerp; ik kan er echt uren over praten! Ik ben met name gegrepen door wetenschappelijk onderzoek dat draait om de meerwaarde voor de patiënt en de kliniek. Hoe kunnen we de diagnostiek en de zorg verbeteren?”

Thiemo van Nijnatten

Waarom doe je dit juist in Maastricht?

“Ik kwam voor de studie vanuit West-Brabant naar Maastricht. Hier leerde ik mijn vrouw kennen en inmiddels hebben we hier ons gezin. Daarbij zit hier in Maastricht een zeer door onderzoek gedreven borstkanker-zorglijn met betrokkenheid van alle specialismen, wat stimulerend is. Ik zit hier dus heel goed op mijn plek.”

Hoe zie jij de combinatie wetenschappelijk onderzoek en werken in het ziekenhuis? Noodzakelijk, inspirerend, zwaar, of alle drie?

“Noodzakelijk maar zeker ook inspirerend. Juist bij klinisch georiënteerd onderzoek doe je veel inspiratie op in het ziekenhuis, in de kliniek. Dit leidt dan weer tot onderzoeksvragen die van belang zijn voor in de praktijk. Ik doe vier dagen per week patiëntenzorg en één dag wetenschappelijk onderzoek.”

Als je kunt kiezen tussen een lintje voor je wetenschappelijke bijdrage, of een prijs van een patiëntenorganisatie voor jouw werk in het ziekenhuis, wat kies je dan?

“Dan kies ik voor de patiënten. Uiteindelijk is het doel van ons onderzoek om de patiënt vooruit te helpen.”

Dit verhaal is eerder gepubliceerd op de website van Maastricht UMC+.

Lees ook