Het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg: al 75 jaar hét archief voor maatschappelijk erfgoed

De geschiedenis van het sociale leven in Limburg bewaren voor het nageslacht. Vanuit die gedachte richtte een groep vooraanstaande Limburgers in 1949 het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg (SHCL) op. Dit jaar viert het centrum zijn 75-jarig jubileum. Een prachtige mijlpaal, waar directeur-hoogleraar Nico Randeraad terecht trots op is. “Limburg is de enige provincie met een eigen sociaalhistorisch centrum voor het maatschappelijk erfgoed. Daarmee zijn we uniek in Nederland.” 

Het SHCL krijgt subsidie van de Universiteit Maastricht (UM) en de provincie Limburg. Het centrum beheert archieven en verzamelingen van bedrijven, instellingen en personen die een belangrijke rol spelen én hebben gespeeld in het sociale, economische en culturele leven van Limburg in de 19e en 20e eeuw. “We hebben maar liefst 5 kilometer aan archiefdozen en 3 kilometer aan boeken en tijdschriften die een schat aan informatie bevatten”, vertelt Randeraad. “Daarnaast hebben we ook een uitgebreide bibliotheek en een studiezaal. Iedereen is van harte welkom om daar onderzoek te doen. Natuurlijk doen we zelf ook onderzoek, waar we regelmatig over publiceren. Bijvoorbeeld in ons Jaarboek.” 

Foto van de studiezaal, door fotograaf David Maesen.

Foto studiezaal door fotograaf David Maesen

ENCI-archief


Het centrum verwerft geregeld nieuwe archieven. Zo werd het SHCL in 2023 de nieuwe eigenaar van het bedrijfsarchief en de foto- en filmdocumentatie van cementfabriek ENCI Maastricht. “Het complete archief omvat maar liefst 500 strekkende meter”, zegt Randeraad enthousiast. “Dat is 10% van onze totale collectie.”

Momenteel wordt er hard gewerkt om het ENCI-archief toegankelijk te maken voor onderzoekers en het publiek. “Het archief is inmiddels gereinigd en omgepakt in zuurvrije dozen. We zijn het archief nu aan het inventariseren, waarbij alle stukken worden beschreven, geordend en genummerd. Later in het proces worden alle nietjes, paperclips en plastieken verwijderd. Een immense klus die zeker een paar jaar in beslag neemt. Gelukkig kan het SHCL rekenen op de hulp van oud-medewerkers van de ENCI en vrijwilligers met belangstelling voor geschiedenis. We streven ernaar om alles klaar te hebben in 2026. Dan is het 100 jaar geleden dat de ENCI werd opgericht”, aldus Randeraad.

 

 

 

Tien zuigelingen op een bed. Zr A.M. Rulkens, hoofd verloskundige ziet toe. Heerlen, circa 1950.

Tien zuigelingen op een bed. Zr A.M. Rulkens, hoofd verloskundige ziet toe. Heerlen, circa 1950.

Decorboeken De Sphinx


Daarnaast heeft het SHCL nog meer interessante collecties. Randeraad: “We zijn heel blij met de fantastische verzameling vlaggen en vaandels van Limburgse verenigingen en bedrijven. Ook beheren we de archieven van de Maastrichtse aardewerkfabrieken, met onder andere de decorboeken van N.V. Kristal-, Glas- en Aardewerkfabrieken De Sphinx. Daarin staan de verschillende motieven waarmee het aardewerk werd versierd. We hebben alle decorboeken gedigitaliseerd, zodat onderzoekers, verzamelaars en aardewerkliefhebbers ze kunnen raadplegen.” 

Een andere collectie die veel bezoekers trekt, is de verzameling personeelskaarten van mijnwerkers. “Dit archief gaat terug tot het begin van de 20e eeuw”, vervolgt Randeraad. “In mei van dit jaar organiseerden we een open dag voor oud-mijnwerkers en hun familie, zodat zij de kaarten konden bekijken. Daar was ontzettend veel belangstelling voor. Ook van de pers. De NOS pikte het nieuws op en besteedde er aandacht aan in het achtuurjournaal. Dit zorgde voor nóg meer belangstelling. Daardoor hebben we nu een wachtlijst van zo’n 1500 mensen die allemaal het archief met personeelskaarten willen bekijken. Hoe dat komt? Er is niet veel tastbaars meer over van het mijnbouwverleden van Limburg, behalve die personeelskaarten. Ik denk dat dit veel mensen aanspreekt. Zo houden we een stukje Limburgse geschiedenis levend.”

NV Kristal-, Glas- en Aardewerkfabrieken De Sphinx voorheen Petrus Regout & Co en voorgangers, 1843-1958
Drukdecor uit onze collectie Decoraties Maastrichts aardewerk 1836-1969, afkomstig uit de bedrijfsarchieven van de Sphinx en Société Céramique Maastricht.

Directeursfunctie

Randeraad is sinds eind 2018 directeur van het Sociaal Historisch Centrum voor Limburg. De functie kwam bij toeval op zijn pad. “Ik werkte destijds bij de afdeling Geschiedenis van de Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen (FASoS) van de UM. Het bestuur van de SHCL vroeg mij om deze functie ad interim in te vullen. Omdat dit van beide kanten goed beviel, kreeg ik in 2020 een vaste aanstelling.” 

Randeraad heeft nog steeds een link met de UM, want aan de directeursfunctie is de leerstoel ‘Vergelijkende regionale geschiedenis in het bijzonder van Limburg en aangrenzende gebieden’ verbonden. “Een hele mond vol”, lacht hij. “Concreet komt het erop neer dat ik bijzonder hoogleraar ben en 1 keer per week lesgeef bij FASoS. Het mooie van mijn werk vind ik dat ik actief ben op het snijvlak van de universiteit en de maatschappij. Ik doe lokaal onderzoek en ben nauw betrokken bij allerlei vraagstukken die spelen in de samenleving. Daarvoor heb ik contact met bedrijven, verenigingen, musea en bewoners van Limburg die geïnteresseerd zijn in geschiedenis. Kortom: een zeer interessante functie met een maatschappelijk belang.” 

Een boerin (mevrouw Loozen) staat klaar om met een koe naar de stier te gaan. In de poortopening staat een oudere boer die leunt op een stok. Reijmerstok (Gulpen-Wittem), 1945-1961. Fotograaf: Hub. Leufkens

Een boerin (mevrouw Loozen) staat klaar om met een koe naar de stier te gaan. In de poortopening staat een oudere boer die leunt op een stok. Reijmerstok (Gulpen-Wittem), 1945-1961. Fotograaf: Hub. Leufkens

Gevraagd naar de toekomstplannen van het SHCL, antwoordt Randeraad: “Het komende jaar zijn we nog volop bezig met de inventarisatie van het ENCI-archief. Een ander mooi project dat onze aandacht vraagt, is het briefhoofdenproject. We hebben een uitgebreide collectie van brieven van Limburgse bedrijven en verenigingen uit de 19en 20e eeuw. Die briefhoofden zijn vaak ware kunstwerkjes. Die willen we allemaal digitaliseren en verder analyseren. We hebben er zo’n 25.000, dus daar zijn we wel even zoet mee. En natuurlijk blijven we werken aan het enthousiast maken van nieuwe doelgroepen voor onze collectie door nieuws te delen op onze website en regelmatig te posten op LinkedIn, Facebook en Instagram. Voorlopig is er dus genoeg te doen.”



Tekst: Martina Langeveld

“Voorlopig is er nog genoeg te doen.”

Nico Randeraad

Lees ook