Herinneringen aan mislukte subsidieaanvragen
Aline Sierp, universitair hoofddocent Europese geschiedenis en herinneringsstudies, staat bekend om haar bijdragen aan het vakgebied. Als medeoprichter en medevoorzitter van de Memory Studies Association en het onderzoeksnetwerk van de Council of European Studies over transnationale herinneringen en identiteit in Europa, heeft ze zich verdiept in collectieve herinneringen, met name in de context van Europese integratie.
Ondanks haar succes zijn ook voor Aline tegenslagen onvermijdelijk. Een van haar meest gedenkwaardige tegenslagen was een mislukte subsidieaanvraag, waarbij ze een aanpak koos die te riskant bleek te zijn.
Geschiedenispolitiek
Aline's onderzoek richt zich op collectieve herinneringen na gruweldaden, identiteitsvraagstukken en Europese integratie. Ze onderzoekt vooral hoe samenlevingen omgaan met herinneringen aan een moeilijk verleden, zoals oorlogen en mensenrechtenschendingen, en hoe deze herinneringen vormgeven aan Europese integratie. Aline heeft veel gepubliceerd over Europese geschiedenispolitiek. Ze bekijkt de verschillen tussen herinneringsverhalen van West-Europa en Oost-Europa en onderzoekt hoe de EU omgaat met haar herinneringen aan het koloniale tijdperk. Aline schrijft ook over de gedenkplaats van het concentratiekamp Dachau (waar ze als onderzoeker werkte voordat ze naar de Universiteit Maastricht kwam) en de traagheid waarmee München haar naziverleden erkende.
(Niet te ver) uit de comfortzone stappen
Academici weten dat het aanvragen van beurzen een zwaar proces is. "De concurrentie is stevig en eigenlijk vist iedereen in dezelfde vijver. Succes hangt vaak af van de interviewfase van een beursaanvraag." Aline vertelt over haar ervaring met een ERC Starting Grant, een Europese subsidieaanvraag, waarbij ze doorkwam tot het interview maar uiteindelijk de beursaanvraag niet kreeg. De ERC legt de nadruk op innovatie en haalbaarheid, waardoor aanvragers uit hun comfortzone worden gehaald. Aline heeft het gevoel dat ze misschien te ver uit haar comfortzone is gegaan in haar aanvraag. Alhoewel Aline ervaring heeft als beoordelaar voor beurzen en weet wat voor vragen er gesteld worden, had ze moeite om zichzelf staande te houden tijdens het interview.
"De hele opzet van het interview is nerveus makend: alle aanvragers moeten op hetzelfde moment aankomen, je zit samen met je concurrenten in de wachtkamer en er hangt een grote klok achter je als je je voorstel presenteert, waar iedereen maar naar blijft staren. Tijdens mijn aanvraag nam ik een enorme gok met betrekking tot de methodologie die ik voorstelde. Het had twee kanten op kunnen gaan: of het panel zou het geweldig vinden, of er zou iemand in de zaal zijn die het om zeep zou helpen.
Dat laatste gebeurde toen de beoordelaar die werkzaam is als data-analist elk stukje van mijn methodologie ontleedde. Achteraf gezien bood ik iets aan waar ik niet genoeg over wist en keek de data-analist dwars door me heen. Ik had aan de veilige kant moeten blijven met mijn methodologie en in plaats daarvan mijn theoretisch model moeten innoveren. Ik wist op dat moment al dat ik de subsidie niet zou krijgen."
Van ERC naar Vidi naar Aspasia
Aline weigerde op te geven en besloot haar ERC-voorstel te herzien en in te leveren voor een van de financieringsregelingen van NWO (de Nederlandse organisatie die wetenschappelijk onderzoek financiert). "NWO is veel minder gericht op innovatie en meer op gedegen onderzoek." Aline deed in eerste instantie een aanvraag voor de Vidi, een financieringsinstrument bedoeld voor meer ervaren onderzoekers die een eigen onderzoekslijn willen ontwikkelen. Die kreeg ze helaas niet, maar NWO bood haar wel een andere beurs: de Aspasia. Deze subsidie wordt toegekend aan vrouwelijke onderzoekers die uitstekende voorstellen hebben. "In zekere zin ben ik misschien nog wel blijer met de Aspasia-subsidie dan met de Vidi-subsidie, omdat de Aspasia onderwijsuitkoop biedt. Dat wil zeggen dat het geld gebruikt kan worden zodat iemand anders mijn lestaken over kan nemen zodat ik me kan focussen op onderzoek doen."
Omgaan met afwijzing
Afwijzing is een onvermijdelijk onderdeel van de academische wereld, of het nu gaat om subsidieaanvragen of tijdschriftinzendingen. "Het is belangrijk om afwijzing niet persoonlijk te nemen. Het is een oordeel over een project en niet zozeer over de onderzoeker. Hoe demotiverend een afwijzing ook is, feedback moet objectief worden bekeken en alternatieve wegen voor publicatie of financiering moeten worden overwogen. Tegenslagen zijn een integraal onderdeel van het onderzoeksproces en kunnen soms leiden tot onverwachte kansen. Je leert van afwijzing en mislukking."
Aline’s doorzettingsvermogen bij het aanvragen van subsidies onderstreept de veerkracht die nodig is in de academische wereld. Ondanks tegenslagen blijft ze zich inzetten voor haar onderzoek en moedigt ze anderen aan om door te zetten bij afwijzingen. Ze adviseert andere onderzoekers dan ook om tegenslagen te omarmen als onderdeel van het proces, wetende dat elke uitdaging een kans is.
Door: Eva Durlinger
Portretfoto door: Eric Bleize
Lees ook
-
Op 10 december ontving Francesco Mauri de Maastricht Consulates Prize on EU Law 2024 voor de beste masterscriptie over EU-recht aan de rechtenfaculteit van de Universiteit Maastricht. Deze prestigieuze prijs, ter waarde van €1.000, bekroont academische uitmuntendheid en innovatie op het gebied van EU-recht.
-
Sharon Anyango kwam zes jaar geleden vanuit Kenia naar Maastricht voor de master Globalisation and Development. De eerste tijd was dat in alle opzichten stevig aanpoten: het onderwijs was totaal anders dan ze gewend was en de eetcultuur ook. Vooral de lunch. “Aan die boterhammen ben ik nog steeds niet gewend.”