Hans de Groene nieuw lid Raad van Toezicht Universiteit Maastricht
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft Hans de Groene benoemd tot lid van de Raad van Toezicht Universiteit Maastricht per 1 januari 2019 als opvolger van Renk Roborgh.
De rode draad in de loopbaan van Hans de Groene vormt zijn werk in de publieke sector. Bij het ministerie van Economische Zaken vervulde hij verschillende directiefuncties op het vlak van (ruimtelijk) economisch beleid en innovatiebeleid. Zo was De Groene tussen 2004 en 2011 Directeur Innovatie en plaatsvervangend Directeur-Generaal Ondernemen en Innovatie.
Van 2011 tot 2017 was hij werkzaam als algemeen directeur van NWO (Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek). Hans de Groene is thans Directeur van Vewin, de Vereniging
van waterbedrijven in Nederland.
Door bovengenoemde functies, en door diverse nationale en internationale nevenfuncties, heeft Hans de Groene een brede kennis op het gebied van Europees onderzoeks- en innovatiebeleid opgebouwd. Deze expertise is voor de UM waardevol. Zijn lidmaatschap van de Raad van Toezicht is dan ook een goede vervanging van Renk Roborgh en daarmee een mooie aanvulling op de deskundigheid van de andere leden van de Raad van Toezicht.
De Raad van Toezicht bestaat per 1 januari 2019 uit Annelies van der Pauw (voorzitter), Jennifer Barnes, Marc Groenhuijsen, Koos van Haasteren en Hans de Groene.
Lees ook
-
Het totale aantal studenten aan de Universiteit Maastricht zal dit jaar waarschijnlijk nog licht toenemen tot ruim 23.000. Vanwege een daling van het aantal nieuwe studenten – de instroom – met naar schatting 3%, vlakt die groei wel af. Ook de verhouding tussen Nederlandse en internationale studenten stabiliseert: onder de nieuwe lichting neemt het aandeel Nederlandse studenten iets toe. Nog steeds komt een groot deel van de studenten uit de ‘eigen’ Euregio, ruim 50% van de studenten is afkomstig uit het gebied binnen een straal van 100 kilometer van Maastricht.
-
Gemeente Venlo en de Universiteit Maastricht (UM) investeren de komende jaren extra in de groei van academisch onderzoek en onderwijs in de stad. De plannen zijn gericht op het vinden van toekomstbestendige oplossingen voor voeding en de productie daarvan, maar dan op een manier die gezond is voor mens, planeet én onze economie. Daarbij is een sleutelrol weggelegd voor technologische innovatie.