Forensica aan de UM: breed, vernieuwend en multidisciplinair

Bij forensisch medisch onderzoek denken we meestal aan het oplossen van een misdrijf. Maar het is zoveel meer. De Universiteit Maastricht neemt met drie leerstoelen forensica in Nederland een unieke plek in. Bela Kubat, hoogleraar forensische pathologie, Paul Hofman, hoogleraar forensische en postmortale radiologie en Wilma Duijst, hoogleraar forensische geneeskunde en gezondheidsstrafrecht over de ontwikkelingen in hun vakgebied. De eerste studenten forensische geneeskunde nieuwe stijl studeren dit jaar af.  

Alle drie de hoogleraren zijn het erover eens dat ze elkaar met hun verschillende expertises aanvullen en aanscherpen. Paul Hofman: “Het biedt veel kansen om aan de weg te timmeren en die kans grijpen we. Als je Nederland vergelijkt met andere landen in Europa, dan zitten we bijna onderaan de lijst als het gaat om het aantal postmortale onderzoeken. Hier zoeken we altijd naar de meest kostefficiënte manier om tot een kwalitatief optimaal resultaat te komen. Daar valt nog veel te winnen en we zijn goed op weg onze positie te verbeteren.”

Laatste controle van de zorg

Zo worden er in Maastricht ook klinische obducties gedaan voor onderzoek binnen de zorg. Waaraan is iemand overleden? Is alles goed gegaan, zijn dingen onontdekt gebleven? En in een groter kader: hoe is de kwaliteit van de zorg in Nederland? Kubat: “Klinische obducties buiten het strafrecht zijn belangrijke laatste controletools voor de kwaliteit van zorg. Uit onderzoeken weten we dat er ondanks alle moderne technieken in ziekenhuizen een behoorlijke discrepantie zit tussen wat de behandelende arts als doodsoorzaak vindt en wat de doodsoorzaak blijkt te zijn. Als je dan aanvullende info krijgt door postmortaal onderzoek controleer je daarmee de kwaliteit van je ziekenhuis. Bovendien leren de artsen van de analyse.” Hofman: “In het MUMC+ is daar onderzoek naar gedaan. Bij een aantal afdelingen is nauwkeurig bijgehouden wat de doodsoorzaak was volgens de behandelend arts. Daarna zijn deze personen onderzocht met postmortaal radiologisch onderzoek en op een grote groep is ook nog sectie verricht. Uit dat onderzoek blijkt dat de behandelend arts slechts in 50% van de gevallen de juiste doodsoorzaak had vastgesteld.” Kubat: “Dit betekent niet dat artsen het verkeerd doen. De doodsoorzaak is vaak heel moeilijk klinisch vast te stellen. Wij kunnen vanbinnen kijken, een behandelend arts kan dat niet bij een levende patiënt. Het is voor zowel de nabestaande als voor de behandelaar van belang de juiste doodsoorzaak te weten. Daarnaast is ons postmortale onderzoek naar doodsoorzaken belangrijk voor de landelijke statistieken, want die zijn bepalend voor regeringsbeleid en financiële verdeling voor de zorg. Hoe correcter de statistieken, hoe juister het beschikbare geld besteed kan worden aan veel voorkomende ziektegroepen.”

Margot Krijnen (tekst), Philip Driessen (fotografie)
forensica

Paul Hofman, Bela Kubat en Wilma Duijst

Lees ook