Eten brengt de familie dichterbij

Sharon Anyango kwam zes jaar geleden vanuit Kenia naar Maastricht voor de master Globalisation and Development. De eerste tijd was dat in alle opzichten stevig aanpoten: het onderwijs was totaal anders dan ze gewend was en de eetcultuur ook. Vooral de lunch. “Aan die boterhammen ben ik nog steeds niet gewend.”

Sharon Anyango is opgegroeid in Kisumu in het westen van Kenia. “Kisumu leeft voornamelijk van de visserij en landbouw. Ik woonde met mijn moeder, twee zussen en twee broers in een dorpje net buiten de stad in een hoeve. Mijn vader heeft twee vrouwen, mijn moeder is de tweede vrouw. We woonden naast elkaar maar de huishoudens zijn gescheiden. Alleen met Kerst wordt er samen gegeten en gekookt. Kenia heeft 43 stammen, ik kom van de Luo-stam. In veel stammen is polygamie gebruikelijk en ook legaal.”

Haar moeder was met een vaste baan bij de overheid en haar eigen cateringbedrijfje, de kostwinner. Beide ouders zijn nu met pensioen, maar ze kookt nog regelmatig op feesten en partijen. “Bij de Luo zijn veel tradities met eten verbonden. Bruiloften en begrafenissen kunnen bij ons wel twee weken duren. Elke dag wordt er uitgebreid gekookt en gegeten. Zoals Ugali (een soort van dikke deegbal van mais en water) met groente en vlees. Familieleden worden bij ons in het dorp in de tuin van de hoeve begraven, in de grote steden heb je begraafplaatsen.” 

Discipline

Net zoals de meeste kinderen in Kenia, ging Anyango naar kostschool. De kostschool is er vooral om discipline bij te brengen en omdat vader vaak ergens anders woont en werkt. Wanneer de moeder dan ook werkt, blijft er weinig tijd over voor de kinderen. “Ik was 9 jaar toen ik naar kostschool moest. Gelukkig zat mijn zus daar ook, zij hielp me. Je werd vanaf het begin geacht alles zelf te doen, ook je kleren wassen. Deed je het niet goed, dan kreeg je stokslagen. Ik vond het vreselijk. Ik deed er de lagere en middelbare school. Gelukkig konden wij gaan studeren, dat kostte mijn ouders veel moeite maar het is gelukt. Ook omdat mijn oudste zus meebetaalde aan onze studie en ik heb weer meebetaald aan de opleiding van mijn jongere broer. Dat is normaal in mijn cultuur. Voor de meeste van mijn klasgenoten stopte het onderwijs na de middelbare school.”  

Koken leerde ze van haar moeder. “Als dochter werd je al jong geacht je moeder mee te helpen in huis, dus ook met koken. Mijn vader heb ik nog nooit zien koken.”

De geuren van thuis


Hier in Nederland kookt ze bijna uitsluitend Keniaans. “We hebben zoveel heerlijke gerechtjes in Kenia. Alles wordt gegeten met Ugali, of Chapati (ongezuurd platbrood) of rijst. Daar komt dan gebakken groente bij zoals spinazie of sukuma (soort boerenkool). Die bak ik met tomaten en ui en breng ik op smaak met Royco (soort van bouillon/kruidenpoeder) die ik alleen in Kenia kan krijgen. Als ik de Royco toevoeg, ruik ik thuis. Wanneer ik mijn familie mis, kijk ik naar wat ik kan koken. Vanavond eten we Chapati met bonen. Chapati wordt ook vaak met linzen gegeten, dengu in het Swahili (de officiële taal van Kenia). Rijst wordt iets minder gegeten. De meeste Kenianen vinden dit te licht. Maar pilau is absoluut een van mijn lievelingsgerechten. Hiervoor gebruik ik een bepaald kruidenmengsel van onder andere kaneel, peper en nootmuskaat en nog wat kruiden waarvan ik de Engelse naam niet weet. Je bakt het rundvlees, voegt kruiden, rijst en tomatenpuree toe en laat het stoven. De pilau eet je met avocado en kachumbari (een tomaten/uien/koriandersalsa). Het water loopt me nu al in de mond.” 

En wat vindt ze van de Nederlandse keuken? “Mijn schoonzus maakt geweldige stamppot met worst en jus, heerlijk. En ik hou van oliebollen omdat het op mandazi (populaire snack) lijkt. Maar verder...” Stilte. Ze barst in lachen uit. 

UMagazine

Eerlijke taakverdeling

Na haar bachelor Ecotoerisme, vertrekt Anyango naar Nakuru voor de Master of Business Administration. Als bijbaantje werkt ze in een restaurant en zo leert ze haar man kennen. “Hij was door zijn werk, een Nederlands waterbedrijf, uitgezonden naar Kenia. Hij kwam iedere dag. We raakten aan de praat en van het een kwam het ander.” Ze krijgen samen een dochter en besluiten na 7 jaar naar Nederland te verhuizen. “Mijn man komt uit Den Bosch, dus zo ben ik hier terecht gekomen. Hij is dol op Kenia: het land én het eten. We eten meer Keniaans dan Nederlands.” 

Lachend: ”Hij is de health freak, hij maakt veel salades en zo. De koolhydraatrijke keuken van Kenia is niet altijd zo gezond. Door de week kookt hij. Dat is ook iets waar ik van hou: hier verdelen we de taken. Dat zou in Kenia ondenkbaar zijn. Daar zou ik als vrouw na mijn werk ook nog het hele huishouden moeten doen inclusief koken.”

De positie van vrouwen en mannen

Anyango is begaan met het lot van vrouwen in haar thuisland. Ze werkte vier jaar voor een NGO die opkwam voor jonge meisjes in Nakuru. "Er werden veel meisjes besneden en jong uitgehuwelijkt. We hebben geprobeerd vanuit die community veranderingen teweeg te brengen. Was hard werken, maar we hebben meisjes kunnen redden van genitale verminking en een kindhuwelijk.” 

In september start ze met een promotieonderzoek naar genderverwachtingen van vluchtelingen uit Somalië en Eritrea in Nederland. “Dit onderzoek komt voort uit eigen ervaring. Toen ik naar Nederland kwam, veranderde dat, gelukkig, mijn kijk op de rollen van man en vrouw. De vluchtelingen voor mijn onderzoek komen ook uit Oost-Afrika. Ze komen allemaal hier met hun eigen culturele bagage van wat er van een man of vrouw verwacht wordt. Verandert dat? En hoe dan?” Eten zal ook in haar onderzoek een rol spelen, denkt ze. “We hebben verschillende culturele en religieuze achtergronden maar het eten kan ons samenbrengen.”


Tekst: Annelotte Huiskes
Fotografie : Harry Heuts

Lees ook