Een extra optie voor borstreconstructie na bestraling
Vrouwen die na hun borstamputatie of al eerder bestraald zijn, hebben minder opties voor het reconstrueren van de borst dan niet-bestraalde patiënten. Plastisch chirurg Jop Beugels wil met het team uitzoeken of een techniek die inmiddels wordt vergoed voor niet-bestraalde patiënten, ook voor de bestraalde vrouwen mogelijk is.
Wist je altijd al dat je plastisch chirurg wilde worden?
“Ja, men zegt al vanaf mijn achtste! Toen ik in de brugklas zat, deed ik mee aan de Achmea Kennisquiz en heb ik op de nationale televisie gezegd dat ik later plastisch chirurg wil worden. Ik heb er nog een filmpje van. Leuk detail is dat ik deze ambitie altijd met mijn oudere broer Jip gedeeld heb. Hij is ook in opleiding tot plastisch chirurg, hier in Maastricht. Plastische chirurgie is heel divers, zowel qua ingrepen van top tot teen als qua patiëntenpopulatie van jong tot oud. Daarnaast hou ik van het perfectionistische aspect; alles wat wij doen is direct zichtbaar en over elke snee wordt nagedacht. Binnen het ziekenhuis is dit altijd het enige specialisme geweest dat ik ambieerde. Ik ben blij dat ik hier nog steeds erg van overtuigd ben nu ik mijn opleiding heb afgerond.”
Veel mensen denken dat jullie vooral grotere borsten en billen maken.
“Ja, dat is nog steeds een grote misvatting bij het algemene publiek. Cosmetische chirurgie is maar een klein onderdeel van de opleiding en wordt voornamelijk buiten het ziekenhuis gedaan. Het is daarentegen wel belangrijk dat je de cosmetische principes kent, om een reconstructie ook cosmetisch fraai te kunnen verrichten. Voor mij ligt de nadruk op reconstructieve chirurgie, waarbij wij vorm en functie zoveel mogelijk herstellen. Ik heb een bijzondere interesse voor borstreconstructie bij vrouwen na borstkanker. Hierbij haal ik bijvoorbeeld veel voldoening uit het feit dat iemand zich weer meer vrouw voelt.”
Hoe kwam je specifiek bij borstreconstructie uit als subspecialisatie?
“Dat komt voort uit de expertise van de vakgroep hier in het MUMC+. Deze staat zowel nationaal als internationaal heel goed aangeschreven op het gebied van borstreconstructie met eigen weefsel. Het team leidt meerdere onderzoekslijnen om de huidige technieken te blijven verbeteren en nieuwe, innovatieve technieken te introduceren. Al tijdens mijn studie geneeskunde in Maastricht ben ik met wetenschappelijk onderzoek begonnen en daarop voortbordurend heb ik met het team een promotietraject op kunnen zetten. Eind 2019 ben ik uiteindelijk gepromoveerd op het gebied van borstreconstructie met eigen weefsel. Het onderzoek dat we nu starten komt weer voort uit de inspanningen van mijn collega’s.”
Wat is de achtergrond van het onderzoeksproject waarvoor je de Academisch Fonds beurs kreeg?
“Wanneer je vanwege borstkanker een borstamputatie ondergaat en daarna nog bestraald wordt of al eerder bestraald bent, zijn er minder mogelijkheden voor het reconstrueren van de borst dan wanneer je niet bestraald bent. Dat komt onder meer door het bestralingseffect op de huid en weke delen en een minder goede doorbloeding van het weefsel. Hierdoor heb je bijvoorbeeld meer kans op complicaties als je kiest voor een borstreconstructie met protheses. De huidige standaardbehandeling is een zogenaamde DIEP-lap, waarbij je een borstreconstructie verricht met behulp van huid en vetweefsel van de onderbuik. Deze techniek wil echter niet elke patiënt en bovendien is het technisch gezien niet bij iedereen mogelijk. Wij hopen met dit onderzoek een goed alternatief voor bestraalde patiënten toe te kunnen voegen.
Wat ga je precies onderzoeken met deze beurs?
“Wij willen onderzoeken of autologe vettransplantatie, ook wel AFT, geschikt is voor borstreconstructie bij bestraalde patiënten. In een landelijke studie genaamd de BREAST-trial, die vanuit het MUMC+ gecoördineerd werd, is al voor niet-bestraalde patiënten aangetoond dat AFT goede resultaten geeft. Bij de AFT-techniek wordt er eerst via liposuctie vet weggezogen bij de buik, flanken, onderrug of benen. Dit vet wordt dan verwerkt en vervolgens wordt het in meerdere sessies geïnjecteerd in de borst. Door de inspanningen vanuit de BREAST-trial wordt AFT sinds januari 2023 vergoed voor niet-bestraalde patiënten. Met het huidige onderzoek hopen wij bij goede resultaten dat AFT ook voor de bestraalde groep vergoede zorg kan worden. Zoë Kuijlaars is net als arts-onderzoeker gestart op het project. In een grote studie willen wij bij bestraalde patiënten de DIEP lap met AFT borstreconstructie vergelijken. De vraag is of AFT minimaal even (kosten)effectief is als de DIEP lap borstreconstructie. AFT hoeft niet per se beter te zijn, we willen de bestraalde patiënten juist een alternatief kunnen aanbieden.”
Hoe ervaar jij de combinatie van werken als arts en onderzoek doen?
“Ik werk de helft van de tijd hier in het MUMC+ als fellow microchirurgie en de andere helft in het Zuyderland ziekenhuis als fellow handchirurgie. Onderzoek doe ik vooral in mijn eigen tijd, dus dat is soms even puzzelen. Ik haal juist energie uit onderzoek omdat je het zelf heel leuk en vooral ook interessant kan maken. Wetenschappelijk onderzoek blijft toch de manier om vooruit te komen in de zorg en bovendien kritisch te blijven op je eigen handelen. Natuurlijk heb je altijd mensen nodig die jou naar het volgende niveau helpen. Ik prijs mij gelukkig dat ik met collega’s werk die zowel klinisch als wetenschappelijk op topniveau presteren, waardoor ik voor mijn gevoel precies op de juiste plek zit.”
Dit verhaal is eerder gepubliceerd op de website van Maastricht UMC+.
Lees ook
-
Carlos Mota ontwikkelt nieuwe in vitro-modellen om onderzoek te doen naar nierziekten. Voor zijn NEPHRON-project kreeg hij de ERC Consolidator Grant.
-
Twee onderzoekers van Universiteit Maastricht (UM) ontvangen een prestigieuze ERC Consolidator Grant van de European Research Council. Daarmee kunnen zij de komende jaren een wetenschappelijk onderzoeksteam opzetten voor studies naar 3D-geprinte modellen van een menselijke nier en naar vrouwelijke gastarbeiders uit Zuid-Europa die in de tweede helft van de 20e eeuw richting Noordwest-Europa kwamen.
-
Onderzoekers van CARIM en MUMC+ ontdekten een mogelijke nieuwe behandeloptie voor patiënten met diastolisch hartfalen en boezemfibrilleren.