Een andere benadering van wetenschappelijk onderzoek

Daisy Jonkers, wetenschappelijk directeur van onderzoeksinstituut NUTRIM en hoogleraar darmgezondheid, pleit voor meer inclusiviteit en diversiteit in wetenschappelijk onderzoek. Waarom is dat belangrijk, en hoe maken we onderzoek diverser? “Het gaat niet meer alleen om het aantal publicaties of toegekende grants.”

Gezocht: deelnemers voor een gezondheidsexperiment. Maar dan wel bij voorkeur mannen, die allemaal aan strenge selectiecriteria voldoen. Van oudsher zijn dit soort homogene, mannelijke onderzoeksgroepen vaak de standaard in medisch-wetenschappelijk onderzoek. Daar zijn meerdere verklaringen voor, aldus Jonkers. ‘‘Voor onderzoek geldt: hoe diverser de onderzoekspopulatie, hoe meer bijkomende variabelen die de resultaten mogelijk beïnvloeden. En: hoe meer diversiteit, hoe meer mensen nodig zijn voor een goede vergelijking. In het verleden werden vooral mannen gevraagd, omdat wetenschappers dan geen rekening hoefden te houden met bijvoorbeeld de vrouwelijke hormooncyclus.’’

Er is in principe niets mis met homogene onderzoeksgroepen, zegt Jonkers, mits ze passen bij de onderzoeksvraag. ‘‘Maar ik denk wel dat dat de wetenschappelijke gemeenschap zich bewuster moet worden van de verschillen tussen mensen en de vertaling van de resultaten naar de dagelijkse praktijk. We moeten ons vaker realiseren dat de onderzoeksresultaten van de ene groep niet automatisch gelden voor een andere groep.’’ Jonkers spreekt hier van een kenniskloof. Hoe kunnen we die dichten?

Nieuwe mindset

Volgens haar zit de oplossing in een nieuwe, kritische mindset van wetenschappers. ‘‘Bij die mindset horen vragen als: sluit mijn onderzoeksvraag voldoende aan bij het onderliggende (maatschappelijke) probleem? Kunnen we een volgende stap maken en zorgen dat de data en de inzichten die we uit het onderzoek halen, ook breder toepasbaar zijn voor andere groepen? En zijn er daarvoor aanvullende studies nodig, bijvoorbeeld met een heterogene populatie of in een andere groep.’’

‘‘Afhankelijk van wat relevant is voor hun onderzoeksvraag, kunnen wetenschappers bijvoorbeeld meer kijken naar verschillen in gender, leeftijd, cultuur, psychosociale factoren of economische status. En neem in het geval van biomedisch onderzoek variabelen als genetische gevoeligheid, maar ook bijvoorbeeld metabolisme en spierkracht. Bewegingsstudies worden nu vaak uitgevoerd bij zorgvuldig geselecteerde jonge mannen en sporters, maar gelden de resultaten ook voor bijvoorbeeld oudere of minder sportieve mensen?’’

‘One size does not fit all’

Jonkers is wetenschappelijk directeur van NUTRIM en hoogleraar darmgezondheid. Wat drijft haar in haar werk? ‘‘Ik heb al van jongs af aan een sterke interesse gehad in voeding en gezondheid; deze thema’s vormen dan ook de rode draad in mijn loopbaan. Binnen mijn vakgebied – de maag-, lever- en darmziekten – gaat het vaak om veelvoorkomende ziekten of klachten waar vaak een taboe op rust. Mensen praten niet graag over hun stoelgang of winderigheid. Ik hoop dat ik met mijn werk echt iets kan betekenen in het dagelijks leven van patiënten en ze kan helpen om hun klachten te verminderen. Voeding speelt daarbij vaak een centrale rol.’’

Ook in haar onderzoek stuit ze vaak op verschillen tussen mensen. ‘‘Ik zie een enorme diversiteit in persoonlijke factoren die bijdragen aan het verloop van het ziektebeeld. Denk aan aanwezige microbiota in de darm, gevoeligheid voor bepaalde voedingsproducten, maar ook aan voorkeuren qua voeding. De ene patiënt voelt zich goed bij yoghurt met muesli, terwijl de ander daarvan juist klachten krijgt. We moeten veel meer toe naar een persoonlijke behandeling. One size does not fit all.’’

Closing the gap

Extra complex

Meer divers onderzoek leidt tot meer gepersonaliseerde behandelingen en meer innovatie in de wetenschappelijke gemeenschap. Maar het kan het ook extra ingewikkeld maken, ‘‘een uitdaging die we moeten en willen aangaan,’’ stelt Jonkers. Zo kan het moeilijker zijn om data te interpreteren en te analyseren. Ook kan onderzoek duurder worden doordat er soms meer of complexere analyses en deelnemers nodig zijn. Gelukkig zijn er ook oplossingen. ‘‘Real World Data kunnen een bijdrage leveren wanneer het lastig is om voldoende participanten te vinden. Dat zijn grote cohorten gestandaardiseerde data die met toestemming zijn verzameld in het dagelijks leven van patiënten.’’
 

Elkaar uitdagen

Op 22 november organiseert NUTRIM het symposium ‘Closing the gap’, met als doel om inclusiviteit in wetenschappelijk onderzoek verder op de kaart te zetten. En er gebeurt meer. Jonkers: ‘‘Binnen onze organisatie dagen we elkaar actief uit om met de nieuwe mindset aan de slag te gaan. Een voorbeeld van een recente inclusieve studie is die van de onderzoeksgroep van Ellen Blaak. Zij ontdekten dat mensen met stofwisselingsziekten aanzienlijk gezondheidsvoordeel kunnen hebben wanneer er in hun dieet rekening wordt gehouden met hun stofwisselingsprofiel. Ook loopt er onderzoek naar het ziektebeloop van inflammatoire darmziekten, op basis van Real World data.’’
 

Een andere benadering

Waarom is er eigenlijk pas relatief kort veel maatschappelijke aandacht voor inclusief wetenschappelijk onderzoek? Jonkers: ‘‘Patiënten willen tegenwoordig meer invloed op hun behandeling en vragen artsen om meer rekening te houden met hun verschillen en voorkeuren. Maar vooral: de samenleving wordt steeds diverser en wetenschappelijk onderzoek groeit daarin mee. We staan echt aan het begin van een andere benadering van wetenschappelijk onderzoek. Je merkt nu al in beoordeling en rankings dat maatschappelijke waarde en inclusiviteit steeds belangrijker worden. Het gaat niet meer om het aantal publicaties of toegekende grants alleen.’’


Tekst: Milou Schreuders
Illustraties: Ted Struwer

Closing the gap
Closing the Gap

Lees ook

  • Als patiënt in een ziekenhuis zie je dagelijks veel verschillende gezichten aan je bed: een verpleegkundige die je bloeddruk meet, een arts of verpleegkundig specialist die jou informeert over het zorgplan en een voedingsdeskundige die jou voorziet van het juiste eten en drinken. Hoewel al deze...

  • Dani Shanley en Joshi Hogenboom over synthetische data, de voors en tegens van interdisciplinariteit, en waarom AI er waarschijnlijk niet voor zal zorgen dat we kunnen stoppen met het bestuderen van de wereld waarin we leven.

  • Vaatchirurg en bijzonder hoogleraar Clinical Engineering Lee Bouwman houdt zich bezig met de implementatie van baanbrekende technieken in de gezondheidszorg. Hiervoor is samenwerking tussen technische en klinische deskundigen onontbeerlijk. Met inmiddels een waaier aan gezamenlijke innovaties als...

Meer nieuws