De fabel van de vos en de druiven
Tullio Viola, universitair docent Wijsbegeerte aan de Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen, is een historisch georiënteerd filosoof. Enerzijds richt hij zich op de geschiedenis van de laat 19e-, vroeg 20e-eeuwse filosofie, en in het bijzonder op de relatie tussen filosofie en de sociale wetenschappen in Noord-Amerika en Europa. Anderzijds onderzoekt Tullio hoe kennis wordt gevormd door sociale en culturele krachten. Hij legt uit dat, hoewel het idee dat kennis sociaal geconstrueerd is algemeen aanvaard is, filosofen zich vaak beperken tot het onderzoeken van de effecten van sociale structuren in het heden, in plaats van een breder historisch perspectief te nemen. “Dat is nou juist waar ik geïnteresseerd in ben: hoe kennis niet alleen een sociale constructie is, maar het resultaat van historische veranderingen en bredere culturele invloeden.”
Folklore
Het zijn van zowel filosoof als historicus is soms een uitdaging. Vooral bij subsidieaanvragen kan het moeilijk zijn om de juiste discipline te kiezen voor de aanvraag. “Mijn profiel past niet gemakkelijk in vooraf bepaalde categorieën, en wat ik ook kies, er zal altijd iemand zijn die mijn profiel niet herkent”, legt Tullio uit.
Tullio krijgt graag inzicht in een filosofisch vraagstuk door een historische casus te bekijken. “Neem bijvoorbeeld mijn huidige onderzoek. Ik bestudeer hoe kennis wordt beïnvloed door folklore, en volksverhalen in het bijzonder. Recentelijk hebben wetenschappers gesuggereerd dat volksverhalen niet alleen de sagen, legenden of verhalen omvatten die we allemaal kennen, maar dat elk soort verhaal dat informeel wordt overgedragen binnen een gemeenschap een volksverhaal is. Zo zou je sociale media kunnen zien als een middel om volksverhalen over te brengen.” Tullio's nieuwste project onderzoekt hoe volksverhalen kennis kunnen overdragen. “In een recente publicatie heb ik gekeken naar folklore in moderne stedelijke omgevingen. In het begin van de 20e eeuw bestudeerde filosofe en sociologe Jane Addams arme, achtergestelde vrouwen uit de arbeidersklasse in Chicago die zich baseerden op een stadslegende om hun eigen situatie te begrijpen en hun omstandigheden te bekritiseren.”
Tullio's interesse in de late 19e, vroege 20e eeuw is niet gek. “Het is historisch gezien een heel interessant tijdperk. Filosofie verandert onder invloed van nieuwe disciplines zoals sociologie, antropologie en psychologie. Het is plotseling niet meer de koningin van de wetenschappen en wordt gedwongen om de dialoog aan te gaan met deze andere disciplines.”
Begrepen worden door andersdenkenden
Hoewel Tullio vastbesloten was om zijn interesse in interdisciplinariteit voort te zetten in de Verenigde Staten door daar aan een promotieonderzoek te beginnen, bleek dit moeilijker dan verwacht. “De sollicitaties in de VS waren erg competitief. Bovendien wist ik niet hoe het promotietraject in de VS werkte en waar filosofie afdelingen naar op zoek waren. Ik probeerde mezelf neer te zetten als een filosoof met een historische achtergrond, maar ik kwam waarschijnlijk over als iemand die maar niet kon beslissen aan welke discipline hij de voorkeur gaf. In de VS staan filosofische afdelingen meestal niet erg open voor een historisch standpunt. Achteraf gezien had ik het verkeerde profiel en waren de sollicitaties gewoon te competitief.”
Toen veel van de Amerikaanse sollicitaties mislukten, besloot Tullio te solliciteren naar doctoraatsposities in Duitsland. “Ik kreeg uiteindelijk een doctoraatsbeurs van een onderzoekscentrum in Berlijn. Ik had mijn masteruitwisseling aan hetzelfde instituut gedaan, dus ik kende een aantal van de mensen daar. Dat was in zekere zin de grootste valkuil van mijn PhD: Ik werd erkend voor mijn kunnen door mensen zoals ik, maar het was moeilijk om te leren hoe ik begrepen kon worden door mensen die anders waren. Begrijp me niet verkeerd, mijn jaren in Berlijn hebben me gevormd tot wie ik ben en ik heb er geen spijt van, maar ik zag, en zie, dit als een beperking.”
Tegenslag bij subsidieaanvragen
Tullio legt uit dat “mijn onkunde om mezelf begrijpelijk te maken voor mensen met een andere achtergrond hand in hand gaat met het niet passen in vooraf bepaalde subsidiecategorieën. Het samenspel van deze twee heeft waarschijnlijk geleid tot mijn falen bij eerdere subsidieaanvragen. Dat terwijl subsidies zo'n belangrijk aspect van de academische wereld zijn, wat in mijn ogen problematisch begint te worden. Er gaat namelijk niet alleen veel tijd zitten in het schrijven van subsidieaanvragen, maar beoordelaars besteden ook veel tijd en energie aan het beoordelen van aanvragen. Dit maakt de academische cultuur van subsidies aanvragen om onderzoek te kunnen doen onproductief, omdat er maar een handvol subsidies worden toegekend.”
Voor Tullio lijkt deze cultuur van subsidieaanvragen op de fabel van de vos en de druiven: een vos probeert druiven te eten, maar kan er niet bij. In plaats van zijn nederlaag te erkennen, zegt de vos dat hij de druiven toch niet wilde. “Ik probeer te voorkomen dat ik de vos word, ongeacht de tegenslagen die ik heb gehad.” Deze tegenslagen moeten zelfs gezien worden als een kans, vindt Tullio. “Het schrijven van subsidieaanvragen zie ik nu als een oefening waarin ik mijn onderzoek uitleg aan anderen die niet tot mijn discipline, of de academische wereld, behoren. Ik heb het gevoel dat ik er al wat beter in ben geworden, mede dankzij de hulp van binnen de faculteit – vooral van collega's in het onderzoekspanel, in de afdelingen filosofie en geschiedenis, en in de Arts, Media and Culture onderzoeksgroep.”
Tullio probeert niet alleen zijn vaardigheden in het schrijven van subsidieaanvragen te verbeteren, maar gelooft ook dat het belangrijk is om niet te veel waarde te hechten aan subsidieaanvragen. Er zijn volgens hem genoeg andere manieren om een goede wetenschapper te zijn. “Het zijn van een goede academicus gaat niet alleen over het ontvangen van grote beurzen. Het gaat ook om het produceren van publicaties en lesgeven.” Gevraagd naar het landelijke programma voor ‘Erkennen en Waarderen’, hoopt Tullio dat het zal bijdragen aan een bredere kijk op wat het inhoudt om een goede academicus te zijn. “Het zou bevorderlijk zijn om de druk van het aanvragen van beurzen wat weg te nemen en om een meer inclusieve omgeving te creëren voor wetenschappers die goed presteren op andere academische gebieden.”
Door: Eva Durlinger
Portretfoto door: Eric Bleize
Lees ook
-
Wetenschappers én echtgenoten doctor Özge Gökdemir en professor Devrim Dumludağ voerden voor de Universiteit Maastricht een onderzoek uit, waarin ze de verschillen in competitief gedrag tussen vrouwen in Nederland blootlegden.
-
De Universiteit Maastricht (UM) loopt voorop bij een grote cultuuromslag in de wetenschap: Open Science. De filosofie erachter streeft naar openheid over gegevens, bronnen en methodologie, om op die manier onderzoek efficiënter en duurzamer te maken en om het algemene publiek meer bij wetenschap te betrekken. De UM heeft een bloeiende Open Science-community. Dennie Hebels en Rianne Fijten in een gesprek over vooruitgang, het Open Science Festival en wat onderzoekers kunnen doen.
-
De belangrijkste les die rechtspsycholoog Jenny Schell-Leugers haar studenten meegeeft? Als je ooit onschuldig wordt vastgehouden door de politie, neem een advocaat en zwijg. Denk niet: ik heb niks te verbergen en leg het wel uit. De praktijk leert dat iedereen het slachtoffer kan worden van een rechterlijke dwaling. Met een nieuwe database probeert ze de omvang van het probleem in Europa in kaart te brengen. “Dit is pas het begin.”