Brede international classroom biedt toegevoegde waarde

23 mei 2023

Voorlopig komt er geen beperking op de instroom van buitenlandse studenten in Nederlandse universiteiten. Gelukkig, menen onderzoekers Carla Haelermans van de School of Business and Economics (SBE) en Patrick Bijsmans van de Faculty of Arts and Social Sciences (FASoS) van Universiteit Maastricht op basis van bijna afgerond onderzoek. “Studenten in onderwijsgroepen met een mix aan nationaliteiten presteren uitstekend. Oók Nederlandse studenten. Bovendien is internationalisering de toekomst. Daarbij passen geen beperkingen.”

Het is de ochtend dat UM-bestuursvoorzitter Rianne Letschert in de regionale krant fel uithaalt naar onderwijsminister Robbert Dijkgraaf. Hij heeft laten doorschemeren een generieke maatregel te willen nemen om de toestroom van buitenlandse studenten te beperken. Die zouden Nederlandse studenten verdringen, de staat veel geld kosten, de ‘Verengelsing’ aanwakkeren en ook eens het woningprobleem verergeren.

Struwer

Volgens Letschert stuk voor stuk oneigenlijke argumenten, ook voor de Universiteit Maastricht met ruim 12.500 van de 22.000 studenten met een buitenlands paspoort. Even later zal de minister op zijn woorden terugkomen. Of daarmee het laatste woord gezegd is? Voor Patrick Bijsmans is de discussie, uiteraard, niet nieuw. “Om de zoveel jaar wordt die gevoerd”, zegt hij. “Persoonlijk zou ik het niet verstandig vinden om de komst van buitenlandse studenten af te remmen. Universiteit Maastricht is juist een internationale universiteit. Studenten kiezen voor ons systeem van probleemgestuurd onderwijs én de vele internationale studies. De brede inbreng van verschillende nationaliteiten in de onderwijsgroepen vind ik heel waardevol. En we willen toch een inclusieve maatschappij waarin we grenzen zoveel mogelijk slechten?”

Voor Carla Haelermans, hoogleraar onderwijseconomie, staat het internationale karakter van de UM evenmin ter discussie. “Als ik kijk naar de resultaten van onze studenten en hoe ze in de maatschappij landen, dan kan ik alleen maar positief zijn. Ze leren zo veel van elkaar. Hoe diverser hun achtergrond, hoe beter.”

International Classroom

Vraag is natuurlijk of een international classroom aantoonbaar beter is dan bijvoorbeeld de opleiding met enkel Nederlandse of Britse studenten? Met die motivatie startten Bijsmans en Haelermans begin 2020 een onderzoek dat antwoord op die vraag moet geven. “Er zijn al meerdere onderzoeken geweest naar de resultaten van internationale classrooms”, aldus Bijsmans die zich vooral bezighoudt met de kwalitatieve kant van het onderzoek. “Sommige van deze studies identificeren bepaalde uitdagingen, maar anderen beschrijven juist de positieve uitkomsten van internationale groepen. In een in 2021 gepubliceerde studie naar de international classroom op FASoS komen wij ook tot de conclusie dat studenten over het algemeen profiteren van de interactie met medestudenten van een andere nationaliteit, mits de balans van de groep goed is. Deze keer pakken we het nog grondiger aan. We hebben veel meer data verzameld en we observeren dit keer ook groepen en gaan met zowel studenten als tutoren in gesprek.”

Patrick Bijsmans is universitair hoofddocent Teaching & Learning European Studies en Vice-Decaan Onderwijs aan de Faculty of Arts and Social Sciences (FASoS) van Universiteit Maastricht. Hij doet onderzoek naar probleemgestuurd onderwijs en curriculum design in European Studies, en ook naar EU-democratie, media en euroscepsis. Bijsmans is onder meer lid van de Learning & Innovation Taskforce van de universiteit en van de redactieraad van het wetenschappelijke tijdschrift Journal of Political Science Education.

Bijsmans

Optimum

“We willen bijvoorbeeld weten”, vult Haelermans aan, vooral bezig met de kwantitatieve kant, “of er zoiets bestaat als een optimum van het aantal nationaliteiten in een onderwijsgroep. Ook kijken we breder dan FASoS. We richten ons op twaalf Engelstalige Bachelor-opleidingen in de verschillende faculteiten, behalve de Faculty Health Medicine and Life Sciences, omdat de voertaal in die opleidingen voornamelijk Nederlands is.”

Van de studenten van de twaalf opleidingen worden alle mogelijke data verzameld en geanalyseerd. Hun nationaliteit, vooropleiding, eerdere cijfers, enzovoort. Tijdens de observaties van onderwijsgroepen onder leiding van de tutor draait een camera mee. “Bovendien interviewen we na de observaties ook nog studenten uit deze groepen én hun tutor. Gecombineerd met de studieresultaten moet dat een beeld geven van de effectiviteit van de international classroom.”

Groepsdynamiek

Eigenlijk had het onderzoek al afgerond moeten zijn, maar corona zorgde voor de nodige vertraging. “Onderwijsgroepen zijn veelvuldig geschrapt en vervangen door onlinebijeenkomsten”, legt Bijsmans uit. “Voor ons is net de groepsdynamiek belangrijk. Hoe functioneren jonge mensen in een groep met soms wel acht nationaliteiten? Speelt de beheersing van de Engelse taal een rol? Welke rol speelt een bepaalde nationale achtergrond in deze discussies? Hoe gaat de tutor om met verschillende nationaliteiten?”

Carla Haelermans is hoogleraar onderwijseconomie aan de School of Business and Economics en voorzitter van de Learning & Innovation taskforce van Universiteit Maastricht. Daarnaast is ze nationaal coördinator van het ‘Nationaal Cohortonderzoek Onderwijs’ (NCO). Haelermans studeerde economie in Maastricht waar ze ook promoveerde met een onderzoek naar onderwijsproductiviteit en -efficiency. 

Haelermans

Conclusies

Een presentatie van de bevindingen wordt nu vóór de zomer van 2023 verwacht. Met een nadrukkelijke disclaimer geven de twee onderzoekers na enig aandringen enkele voorlopige conclusies prijs. Haelermans: “We zien eigenlijk dat de huidige samenstelling van onderwijsgroepen gewoon heel goed werkt. Of er nu vier of acht nationaliteiten vertegenwoordigd zijn, de studieresultaten en persoonlijke ervaringen wijken nauwelijks af van het gewone beeld. Zowel van de buitenlandse studenten als de Nederlandse. Dat haalt ook de gedachte onderuit dat sommige buitenlandse studenten extra voordeel hebben van het Engels als voertaal. Of dat Nederlanders worden verdrongen. Het maakt niet uit.”

Persoonlijkheid

Bijsmans: “We zien wel een licht negatief effect op de resultaten als er slechts twee of drie nationaliteiten in de groep zitten. In dat geval geldt dat het beter zou zijn geweest als er meer nationaliteiten in de classroom hadden gezeten. Daaruit durven we voorzichtig te concluderen dat een diverse international classroom een toegevoegde waarde biedt. Uit de analyses en interviews komt ook naar voren dat de studenten het feitelijk niets uitmaakt waar iemand vandaan komt. Ze zijn meer geïnteresseerd in elkaars meningen en visies, in hun persoonlijkheid. Ze denken niet in nationaliteiten. Dat vind ik mooi: het gaat om hun persoonlijkheid, om diversiteit, om inhoud, niet om achtergrond.”

 

"Of er nu vier of acht nationaliteiten vertegenwoordigd zijn, de studieresultaten en persoonlijke ervaringen wijken nauwelijks af van het gewone beeld. Zowel van de buitenlandse studenten als de Nederlandse. Dat haalt ook de gedachte onderuit dat sommige buitenlandse studenten extra voordeel hebben van het Engels als voertaal."

Carla Haelermans

Publicaties

Het onderzoek moet leiden tot enkele (internationale) publicaties. “We hebben gewerkt aan de hand van strenge protocollen om de objectiviteit te waarborgen. We zien het als een bevestiging van ons onderwijssysteem, maar ook als een bijdrage aan internationalisering van het onderwijs. De maatschappij wordt steeds globaler, ingewikkelder. Dat vraagt om breed, grensoverschrijdend onderwijs.”

Struwer

Jos Cortenraad (tekst) Ted Struwer (illustraties)

Lees ook