Bezuinigingen raken de UM: protest 14 november hard nodig

LET OP: landelijk onderwijsprotest Utrecht gaat niet door

 Lees hier het hele nieuwsbericht.

 

Er zijn twee dringende redenen om op 14 november met alle universiteiten onze stem te laten horen in Utrecht. Eén, de bezuinigingen die op ons afkomen zijn slecht voor het onderwijs en onderzoek, voor onze medewerkers en studenten en voor de regio. Twee, het is nog niet te laat: cruciale zaken moet het kabinet nog uitwerken. Achter de schermen zijn we al maanden bezig om te voorkomen dat het kabinet de UM en het Nederlandse onderwijs en onderzoek een onherstelbare dreun verkoopt. Op 14 november kunnen we dat met z’n allen ook vóór de schermen doen.   

De UM ondersteunt het initiatief voor de demonstratie op 14 november dan ook van harte. Op deze pagina vind je de informatie over de demonstratie en de mogelijkheden om daarbij aanwezig te zijn.

Bezuinigingen: onduidelijkheden, financiële gevolgen, voorbereidingen UM

Vooraf

Een deel van de bezuinigingen die het kabinet wil doorvoeren is duidelijk. Voor een groter deel is het echter nog niet of veel minder duidelijk wat die voor de UM gaan betekenen. Maar dat daarmee ook voor de UM een zware tijd aanbreekt, is duidelijk. Alle reden dus om op 14 november zo krachtig mogelijk onze stem te laten horen voordat al die onzalige plannen wél definitief zijn. 

We maken ons grote zorgen over de Haagse plannen. In het algemeen staat de UM er financieel goed voor. Dat maakt dat we niet op stel en sprong forse ingrepen moeten doen, vooruitlopend op de voorgenomen bezuinigingen van het kabinet. Maar als die plannen doorgaan, raken ze in de komende jaren ook de UM hard.

Bezuinigingen – wat is duidelijk, wat niet.

Hier volgen de drie belangrijkste onderdelen waarmee het kabinet op het hoger onderwijs wil bezuinigen, met vermelding van wat er wél en nog niet duidelijk is.

Cruciaal voor UM: maatregelen rondom Internationale studenten en onderwijstaal

Duidelijk: het kabinet geeft aan op termijn in totaal 293 miljoen euro per jaar te willen bezuinigen door een verlaging van het aantal internationale studenten in Nederland. De Wet Internationalisering in Balans en de bijbehorende taaltoets gaan daarin een belangrijke rol spelen. Het kan betekenen dat er ook aan de UM in de toekomst minder Engelstalige opleidingen zijn toegestaan: een bedreigende ontwikkeling voor de meest internationale universiteit van Nederland. 

Onduidelijk: De minister heeft aangegeven dat hij oog heeft voor de specifieke kenmerken van universiteiten: denk aan de ligging in krimp- en grensregio’s of een meer uitgesproken internationaal profiel. Maar het is nog steeds onduidelijk hoe hij dat verder gaat invullen, wat onzekerheid betekent voor de UM. Op dit moment wordt verwacht dat de gevolgen van de nieuwe wet vanaf het studiejaar 2027-2028 merkbaar zijn. 

De bij deze wet behorende maatregelen kunnen voor de UM leiden tot bezuinigingen tussen de 14,3 en 32,0 miljoen euro, gerekend voor het jaar waarin de impact van de maatregelen het hoogst is. Onze zorgen reiken echter veel verder: een rigoureuze stop op Engelstalige opleidingen leidt tot veel minder studenten. Internationaal en vervolgens ook Nederlands talent, hard nodig voor het werk in Limburg en daarbuiten, blijft weg of gaat weg. Dat is heftig voor de UM, maar zeker ook voor de Limburgse economie als geheel die een harde dreun krijgt, onder meer door het verlies van duizenden banen.

Stopzetten starters- en stimuleringsbeurzen

Duidelijk: Het kabinet stopt vanaf 2025 met de starters- en stimuleringsbeurzen. Daarmee loopt de UM in vergelijking met 2023 en 2024 miljoenen euro’s aan financiering mis. De beurzen waren bedoeld om meer ruimte te geven voor ongebonden onderzoek en tegelijk de te grote werkdruk te verminderen. Omdat de UM deze beurzen voor 2025 en daarna nog niet heeft toegekend, leidt deze maatregel niet tot bezuinigingen bij de UM. Dat is een schrale troost, want de ontwikkelkansen van onderzoekers en de werkdruk in het algemeen worden hoe dan ook geraakt door de maatregel.

Onduidelijk: Met de toekenning van extra startersbeurzen in de afgelopen jaren, werd de UM gecompenseerd voor een historisch gegroeide lagere bekostiging (vaste voet) van het onderzoek. Of en hoe die compensatie alsnog wordt geregeld, is onduidelijk, maar daar zetten we wel vol op in. Door het stopzetten van de starters- en stimuleringsbeurzen lopen we naar verwachting jaarlijks tussen de 15,7 en 24,7 miljoen euro mis (dit betreft geld voor beurzen die de UM nog niet heeft toegekend). Bij deze bedragen houden we rekening met een correctie vanuit door het Rijk beschikbaar gestelde middelen voor werkdruk en talentbeleid.

Langstudeerboete

Duidelijk: Het kabinet wil het collegegeld met 3.000 euro verhogen voor voltijdstudenten die langer dan 1 jaar uitlopen in de bachelor- of masterfase. Het kabinet heeft aangekondigd de rijksbijdrage voor langstudeerders vanaf 2026 te verlagen. 

Onduidelijk: De exacte uitwerking ervan en impact op onze studenten en op de UM zijn nog niet duidelijk. Studenten dreigen intussen flink klem te komen zitten. In het kort: de basisbeurs valt lager uit doordat de koopkrachtmaatregel is ingetrokken, de rente op studieschulden en het collegegeld zijn verhoogd. Veel studenten moeten daardoor naast hun studie gaan werken om het hoofd boven water te houden. Als dat studievertraging oplevert dan wacht hun aan het eind van hun studie ook nog eens de langstudeerboete. 

Afhankelijk van de uitwerking van deze maatregel, kan deze bezuiniging voor de UM oplopen tot jaarlijks 9,7 miljoen euro. 

Voorbereidingen op maatregelen

De UM verzet zich tegen alle drie de maatregelen. Zoals gezegd: dat doen we voor en achter de schermen. Tegelijk moeten we voorbereid zijn voor het geval die bezuinigingen voor een deel toch doorgaan. Vanwege de genoemde onduidelijkheden werken we daarvoor met scenario’s. Het CvB, decanen en directeuren werken die in de komende weken, met ondersteuning van een grote groep collega’s, verder uit. Door de gezonde financiële basis van de UM zijn acute maatregelen niet nodig: in de scenario’s wordt gekeken naar volgende jaren, aan de hand van de hierboven genoemde bedragen en de beschikbare financiële reserves.  

Parallel aan dit werk in eigen huis, werken we met de andere 13 Nederlandse universiteiten, verenigd in UNL, gezamenlijk aan het voorkómen van grote schade aan het hoger onderwijs. Eerder dit jaar hebben de universiteiten eigen maatregelen voorgesteld waarmee Nederland zijn toppositie als kennisland niet verliest, met een goed balans in internationalisering. Dat blijft ons uitgangspunt. 

En met collega-instellingen, overheden en bedrijfsleven in de regio blijven we samen optrekken om duidelijk te maken dat passend overheidsbeleid met oog voor regionale verschillen noodzakelijk is. Alleen zo kunnen we kaalslag in het Limburgse onderwijs voorkomen en voldoende professionals opleiden voor de krappe arbeidsmarkt in de regio en Nederland. 

Juist door samen aan oplossingen te werken zijn we ook in het verleden sterker uit crises geworden. Dat moeten we nu ook doen. En dat moeten we laten zien: daarom is het goed als we op 14 november in Utrecht massaal het UM-geluid laten horen!

Lees ook