Ad hoc crisisreacties: een vloek voor internationale organisaties?

Het is een algemeen aanvaard idee: internationale organisaties, zoals de Europese Unie en de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), worden gecreëerd om collectieve problemen op te lossen. Maar wanneer urgente crisissituaties ontstaan, zoals de uitbraak van het coronavirus of een dreigend veiligheidsvraagstuk, dan laten lidstaten deze organisaties vaak links liggen. In plaats van zich te verenigen in internationale organisaties, zijn staten geneigd om ad hoc antwoorden te bieden aan deze crisissen, buiten het raamwerk van internationale organisaties om.

Yf Reykers, assistent professor in internationale betrekkingen aan de Faculteit der Cultuur- en Maatschappijwetenschappen, zal samen met een internationaal onderzoeksteam onderzoek doen naar de impact van ad hoc crisisreacties op internationale organisaties. Voor dit vierjarig project, geleid door John Karlsrud (NUPI, Noorwegen), heeft het team 1,2 miljoen euro aan subsidie ontvangen van de Noorse Onderzoeksraad.

Ad hoc crisisreacties

“Ad hoc crisisreacties zijn (re)acties die direct volgen op een nieuwe dreiging. Denk bijvoorbeeld aan de corona pandemie of terroristische dreiging in de Sahel regio. Deze ad hoc reacties vinden plaats buiten het bestaande raamwerk van internationale organisaties. In plaats van via internationale organisaties gezamenlijk tot een reactie te komen op een internationaal vraagstuk, voegen staten (en soms ook niet-staten) zich samen in een ad hoc coalitie.”

“Ad hoc coalities kunnen gedefinieerd worden als losse groeperingen van gelijkgestemde actoren. Ze worden gevormd op het moment dat er een crisis uitbreekt en er zijn geen gevestigde spelregels of bureaucratisch apparaat aanwezig. De grootte van deze ad hoc coalities verschilt. Ze hoeven niet klein te zijn en kunnen zelfs zo groot zijn dat ze alle lidstaten van een internationale organisatie omvatten. Ook de duur van het bestaan verschilt per coalitie. Wat kenmerkend is aan ad hoc coalities is dat ze doorgaans uit elkaar vallen zodra het probleem waarvoor ze samengesteld waren opgelost is,” legt Reykers uit.

Ad hoc crisisreacties vs internationale organisaties

Kijkend naar de kenmerken van ad hoc crisisreacties en de coalities die gevormd worden, rijst de vraag waarom er gehandeld wordt buiten het raamwerk van internationale organisaties om in gevallen van crisis. Waarom zouden staten aparte coalities vormen als ze al verenigd zijn in een internationale organisatie die als doel heeft collectieve problemen op te lossen? Volgens Reykers zijn er twee voor de hand liggende antwoorden.  

“Internationale organisaties bestaan meestal al jaren en hebben een gevestigde bureaucratie. Als er formele reacties op crisissen gegeven moeten worden, of zelfs besloten moet worden tot het uitvoeren van acties, dan moet dit eerst door een bureaucratische molen. Bij het nemen van deze beslissingen is er vaak consensus of zelfs unanimiteit nodig bij het stemmen. Hier kunnen weken of zelfs maanden aan onderhandelingen aan vooraf gaan. Binnen ad hoc crisisreacties is er geen bureaucratie én bestaan de coalities uit gelijkgestemde actoren die hetzelfde doel voor ogen hebben. Daardoor kan er vaak veel sneller overgegaan worden tot actie.”

“Daarnaast zijn landen huiverig voor het opgeven van hun autonomie, wat toch vaak moet gebeuren binnen een internationale organisatie. Kijk bijvoorbeeld naar de pogingen om binnen de EU nauwer samen te werken op vlak van defensie, dat heeft lang moeilijk gelegen bij veel EU lidstaten. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor het sturen van troepen naar regio’s zoals de Sahel, om onder een EU vlag actief terrorisme te gaan bestrijden. Tegelijkertijd zie je dat gelijkgestemde lidstaten buiten het kader van de EU wel geregeld zulke acties ondernemen. Binnen een ad hoc coalitie behoud je simpelweg meer controle over je troepen omdat ze onder nationaal commando vallen, in tegenstelling tot acties die geleid worden door een internationale organisatie,” vertelt Reykers.

Fighter jet

Lange termijn impact

“In ons onderzoek zijn wij vooral benieuwd naar welke impact deze ad hoc crisisreacties hebben op internationale organisaties. De huidige literatuur kijkt vooral naar de korte termijneffecten van ad hoc crisisreacties: ze zijn sneller en minder bureaucratisch. Ze vallen ook sneller uit elkaar, maar kunnen bij een nieuwe dreiging in een andere samenstelling en met een andere doelstelling weer opgezet worden.”

“Maar hoe zit het met de lange termijn? De euro die besteed wordt in een ad hoc coalitie kan namelijk niet ook besteed worden aan een internationale organisatie. Wat is nog het nut van internationale organisaties als blijkt dat ad hoc coalities dezelfde problemen sneller en efficiënter kunnen aanpakken? Wat zegt het bestaan van deze coalities over de legitimiteit van internationale organisaties? En leert ons dit iets over de liberale internationale orde? Dit zijn de vragen die we willen proberen te antwoorden met ons onderzoek,” legt Reykers uit.

Reykers vraagt zich af of op de lange termijn, ad hoc crisisreacties internationale organisaties ondermijnen. “In 2017 heb ik samen met John Karlsrud, de onderzoeker die met het idee van het huidige project kwam, een boek uitgegeven over military rapid response mechanisms (snelle reactiemechanismen). Binnen de Europese Unie en de NAVO is veel geïnvesteerd in zulke mechanismen die ervoor moeten zorgen dat er snel gereageerd kan worden op crisissen betreffende vrede en veiligheid. Ondanks de vele middelen die zijn ingezet om deze mechanismen tot een succes te brengen, is geen enkel mechanisme tot nu toe effectief geweest. Als er snelle actie nodig was, dan werd tot nu toe altijd een ad hoc coalitie gevormd. Binnen deze coalities werd dan wel handig gebruik gemaakt van de opgedane kennis en training binnen de internationale organisaties over de snelle reactiemechanismen. Op deze manier ondermijnen ad hoc crisisreacties de legitimiteit van internationale organisaties.”

Institutionalisering

“Een ander interessant aspect van ad hoc crisisreacties is dat ze een van de prominente theorieën binnen het gebied van internationale betrekkingen mogelijks ontkrachten, namelijk liberaal institutionalisme,” vertelt Reykers. “Deze theorie gaat ervan uit dat samenwerking tot meer samenwerking leidt en ten slotte tot de verankering of institutionalisering van deze samenwerking in een organisatie. Bij ad hoc crisisreacties leidt de samenwerking niet noodzakelijk tot meer samenwerking of institutionalisering. Er kan misschien zelfs gesteld worden dat deze samenwerkingen tot minder institutionalisering leiden omdat ze de samenwerking binnen internationale organisaties kunnen ondermijnen. De internationale organisaties kunnen hierdoor mogelijkerwijs zelfs verdwijnen omdat ze overbodig zijn geworden.”

Vaccine

Ad hoc crisisreacties in de praktijk

Binnen het onderzoek kijken Reykers en zijn teamgenoten naar de impact van ad hoc crisisreacties op internationale organisaties binnen twee vakgebieden: veiligheid en gezondheid. Het is in die zin opmerkelijk dat ze de subsidie voor dit onderzoek ontvangen hebben van de Noorse Onderzoeksraad.

“Noorwegen is traditioneel een van de landen die heel groot inzet op multilaterale samenwerkingen en is sterk betrokken bij internationale organisaties, zowel strategisch als financieel. Tegelijkertijd neemt Noorwegen ook deel aan verschillende ad hoc crisisreacties. Zo gaf Noorwegen in 2020 bijvoorbeeld 1 miljard dollar aan de Vaccine Alliance (Gavi) voor de coördinatie van het distribueren van COVID-19 vaccinaties. Een schamele 5 miljoen dollar ging naar de WHO voor hetzelfde doel. Als alle WHO-lidstaten eenzelfde beleid voeren, wat wil dit dan zeggen over het voortbestaan van de WHO? Hier hopen we binnenkort meer inzicht in te hebben.”

 

Door: Eva Durlinger

Foto homepage: SHAPE NATO, Andrew Davis | Flickr | CC BY-NC 2.0

Lees ook