Academische Werkplaats Ouderenzorg als Unique Selling Point van de UM

Mensen met dementie ervaren leven op een zorgboerderij als een enorme vooruitgang. En in Zuid-Limburgse verpleeghuizen gaan deuren niet meer op slot. Doel van deze zorgveranderingen is het verbeteren van de kwaliteit van leven van kwetsbare ouderen. In Zuid-Limburg gaat die verbeterslag hand in hand met hoogstaand wetenschappelijk onderzoek onder de noemer ‘Academische Werkplaats Ouderenzorg’. Al spreekt initiatiefnemer Jan Hamers zelf liever van een ‘living lab’.

Op zijn bureau staat duidelijk in het zicht een fles goede champagne. Een cadeautje van de Nijmeegse hoogleraar Ouderengeneeskunde, professor Raymond Koopmans, namens de vijf andere Academische Werkplaatsen Ouderenzorg in Nederland. Het bedankkaartje hangt nog aan de flessenhals: ‘Wij hebben diep respect voor jouw enorme inzet!’ Afgelopen voorjaar zegde het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een structurele financiering tot 4,2 miljoen euro per jaar toe aan de zes Samenwerkende Academische Netwerken Ouderenzorg (SANO) voor wetenschappelijk onderzoek in de langdurige ouderenzorg. Twee jaren van intensief onderhandelen gingen daaraan vooraf, met de Maastrichtse hoogleraar Ouderenzorg professor Jan Hamers als kartrekker. Het voelt toch een klein beetje als een voorlopige kroon op het werk, vertelt hij. Werk dat in oktober 1998 begon als een voorzichtige samenwerking van zijn onderzoeksgroep met een enkel Kerkraads verpleeghuis. Die eerste stap is in de tussentijd uitgegroeid tot een structureel samenwerkingsverband van zeven Limburgse zorgorganisaties (MeanderGroep Zuid-Limburg, Sevagram, Envida, Cicero Zorggroep, Zuyderland, Vivantes, Mosae Zorggroep) en drie kennisinstellingen (Gilde Zorgcollege, Zuyd Hogeschool en de Universiteit Maastricht): de Academische Werkplaats Ouderenzorg Zuid-Limburg bestaat dit jaar 20 jaar!

Impact

Dat de structurele financiering van de academische werkplaats ouderenzorg (AWO) voor Jan Hamers voelt als een overwinning, is niet voor niets. “In de beginjaren van de AWO holden we in de ouderenzorg van incident naar incident”, aldus Hamers. “Vanuit de politiek ging er dan soms extra geld naar de ouderenzorg, maar meestal zonder duidelijke visie en daarmee met weinig effect. In verhouding tot de omvang van de zorg is er ontstellend weinig geld voor kennisontwikkeling. Met weinig onderzoeksmiddelen probeerden we vanuit de AWO toch zoveel mogelijk impact te genereren. In het jaar 2000 bijvoorbeeld werd nog 1 op de 3 bewoners van verpleeghuizen vastgebonden.

Mark van der Linde (tekst) Harry Heuts (fotografie)
jan hamers

Ongeveer 10 jaar geleden hebben wij een interventie ontwikkeld om fixatievrije zorg in de Limburgse verpleeghuizen mogelijk te maken. Met de invoering van die fixatievrije zorg zijn wij niet alleen koploper in Nederland en het buitenland, maar deze interventie heeft, net als enkele andere AWO-onderzoeken, ook als input gediend voor de nieuwe Wet zorg en dwang (Wzd) die op 1 januari 2020 in werking zal treden. Het is ook altijd de insteek van de AWO geweest om op deze manier impact te hebben. Wetenschappelijk top, maar ook met een duidelijk nieuwe impuls voor de zorgpraktijk, het beleid en het onderwijs. Dat laatste zien we heel breed: van MBO tot WO. Want uiteindelijk is verandering van de zorgpraktijk het doel, echt werken aan de ouderenzorg van de toekomst; thuis en in het verpleeghuis.”

Duobanen

Gevraagd naar het geheim van de AWO, twijfelt Hamers geen moment. “Dat zijn de duobanen! In onze ‘living labs’ zijn medewerkers van de universiteit gedetacheerd naar zorgorganisaties en medewerkers (verpleegkundigen, paramedici, artsen) vanuit de zorgorganisaties naar hogeschool en universiteit. Ook werken wij met linking pins, elke organisatie heeft zijn eigen aanspreekpunt. Zonder deze manier van kruisbestuiving zouden wij nooit zoveel succes hebben geboekt.” Een sprekend voorbeeld van die kruisbestuiving is het onderzoeksproject Anders Meten. “In dit project ontwikkelen wij een nieuwe methode om de kwaliteit van zorg te meten, namelijk vanuit het gezichtspunt van de zorgvrager”, vertelt Hamers. “In plaats van de standaard evaluatieformulieren laten wij verpleegkundigen interviews afnemen vanuit een driehoeksperspectief: bewoner-familie-verzorgende. Om die interviews goed geëquipeerd te kunnen afnemen, worden de verpleegkundigen getraind door UMIO (het UM-opleidingsinstituut voor werkenden van SBE). Natuurlijk doen ze dat niet bij hun eigen organisatie. Verpleegkundigen van de ene zorgorganisatie nemen de interviews af bij de andere zorgorganisatie Zodoende bouwen we met de AWO ook verder aan een lerend netwerk waarin de zorgorganisaties direct van elkaar leren.”

Internationaal

Ook in het buitenland doet de AWO van zich spreken. Van Canada tot Zuid-Korea bestaat er veel interesse voor de bijzondere manier van werken in Zuid-Limburg. “De University of Leeds heeft samen met ons eenzelfde soort programma opgezet. Eigenlijk mag je wel zeggen dat Leeds de AWO heeft gekopieerd. De Britten zijn erg enthousiast over onze aanpak. Wat dat betreft is de ouderenzorg voor de UM best wel een unique selling point.” Qua onderzoek is de AWO trouwens ook steeds vaker buiten Limburg actief. “Momenteel werken we in Lissabon bijvoorbeeld aan een Horizon 2020-project met als doel een ‘living lab’ op te zetten waarin de ouderenzorg, technologie en gezondheidstoerisme centraal staan. Het is mooi dat we die erkenning krijgen. Op basis van een ander groot Europees KP7-project concludeerden we dat Nederland in Europees verband allround kampioen ouderenzorg is”, zegt Hamers. “Ik krijg regelmatig verzoeken uit andere landen of regio’s binnen Nederland of ik niet kan adviseren bij het opzetten van een soort AWO. Ik probeer hen dan altijd af te remmen door te zeggen dat ze beter eerst gewoon eens een samenwerking tussen twee organisaties kunnen beginnen. Wij hebben er niet voor niets 20 jaar over gedaan om te komen tot waar we nu zijn. En voor de toekomst? Ik wil heel graag nog uitbreiden binnen de Euregio...”

Lees ook