“Je hoeft niet 24 uur per dag bereikbaar te zijn”

Rond het kerstreces werden UM-medewerkers opgeroepen een paar dagen extra verlof te nemen en terughoudend te zijn in het versturen van e-mails en appjes. Het doel: beter tot rust komen. Hoe is dat ervaren? Is het iets om vaker te doen? Drie hoogleraren, een secretaresse, de HRM-directeur, een ‘gelukspsycholoog’,  de vice-voorzitter van het College van Bestuur geven hun kijk op de zaak. “Ik was heel blij met de rust tijdens het kerstreces. Het feit dat ik mijn inbox niet zag volstromen met een veelheid aan mails zorgde ervoor dat ik echt ongestoord van de rust kon genieten en mijn energie kon opladen.”

Bartel Van de Walle, hoogleraar Policy Analysis for Global Challenges en directeur van UNU-MERIT:
“Ik herinner me uit de tijd dat ik promovendus was, dat mijn hoogleraar verzuchtte hoe zijn mailbox na de zomervakantie vol zat. Hij had wel zestig mails! Dat is bij mij nu soms de dagoogst. Ik vind het absoluut belangrijk om af en toe niet verbonden te zijn met je werk. In Frankrijk was er in 2017 al een wetsvoorstel over het ‘recht niet verbonden te zijn’. Bedrijven worden geacht met hun medewerkers te bepalen wat dat betekent. Sommigen gaan zelfs zo ver dat ze mailservers uitzetten na werktijd, maar ik geloof niet in een uniform positief effect van zo’n maatregel. Mensen voor wie hard werken onderdeel is van hun identiteit ervaren bijvoorbeeld juist meer stress.
En bij bedrijven waar iedereen op dezelfde tijden werkt, kun je dat misschien nog doen, maar je ziet in deze pandemie dat werktijden flexibeler worden. Deels noodgedwongen, met bijvoorbeeld jonge kinderen in huis. Ik vind het dus belangrijker om medewerkers de boodschap te geven dat ze niet 24 uur per dag verbonden hoeven te zijn. En goed voorbeeld doet hopelijk goed volgen. Ik stuur zelf in principe geen mails naar mijn collega’s na zes uur ’s avonds en in het weekend.”

(Tekst gaat door onder de afbeelding)

Relaxing

Nieke Guillory, waarnemend directeur HRM:
“Ik was persoonlijk heel blij met de rust tijdens het kerstreces. Het feit dat ik mijn inbox niet zag volstromen met een veelheid aan mails zorgde ervoor dat ik echt ongestoord van de rust kon genieten en mijn energie kon opladen. Ik lees dat veel organisaties de momenten van e-mail- en telefoonstilte nu invoeren, bijvoorbeeld in weekenden of bepaalde gezamenlijke vakantieperiodes.  Zeker in deze bijzondere tijd, waarin het vanwege het vele thuiswerken en voor sommigen de intensieve combinatie werk en gezin, nog moeilijker is geworden werk en privé in balans te houden, zijn dergelijke periodes van ‘radiostilte’ belangrijk. Deze ‘stilte’ hielp me ook om echt even te stoppen; in andere verlofperiodes heb ik toch snel de neiging weer even achter de laptop te kruipen. Ik zou het toejuichen als de UM deze periodes van e-mail-/telefoonstilte vaker zou invoeren – ik denk dat het van toegevoegde waarde kan zijn in onze pogingen om de ervaren werkdruk te verlagen.”

Annemie Schols, hoogleraar Voeding en Metabolisme bij Chronische Ziektes en decaan Faculty of Health, Medicine and Life Sciences:
“Het is belangrijk af en toe bewust niet met je werk bezig te zijn, om werk en privé in balans te houden. Ik kaart dat standaard aan in mentorgesprekken met medewerkers en dan merk ik altijd dat het gewaardeerd wordt dat je het even benoemt. Dat is iets anders dan een mailverbod opleggen. Voor wetenschappers is autonomie heel belangrijk en in de periode rond kerst zijn er ook deadlines voor beursaanvragen, of gewoon lopende onderzoeken.
Ik vraag me af of de werkdruk ervaren wordt door de hoeveelheid mails die mensen krijgen, of door de toonzetting. Soms wordt er in mails een druk gesuggereerd die er helemaal niet is. Terwijl, als je je mail eens een dag pas ’s avonds opent, je merkt dat veel mails van de ochtend zichzelf al hebben opgelost. Daar zouden we het denk ik eerder over moeten hebben, dan over de hoeveelheid.
Je bent er altijd zelf bij, hoe je omgaat met dit soort druk. En sommige dingen hoeven helemaal niet per mail, daar kunnen we ook weleens bij stilstaan. Dat lijkt mij zinvoller dan vaker een periode van ‘mailstilte’ proberen af te kondigen. Het past niet bij de autonomie van wetenschappers en zou denk ik ook scepsis oproepen.”

Alexandra Fixe, secretaresse van de afdeling Marketing & Communicatie:
“Voor mij betekende het verlengde kerstreces 100% meer rust dan normaal in deze periode. Bovendien kwam het besluit van extra vrije dagen en stilleggen van mail- en telefoonverkeer voor mijn collega en mij precies op het juiste moment. We hadden allebei na dit bijzonder hectische en drukke jaar behoefte aan een langere periode vakantie, maar moesten onderling afstemmen wie de week van kerst vrij zou kunnen nemen. Dankzij deze verlenging konden we tegelijkertijd genieten van twee weken rust. Die hadden we echt nodig om weer op te laden. Ook het opstarten op de eerste werkdag zonder volgestroomde inbox verliep veel rustiger dan normaal. Ik zou het ontzettend fijn vinden als een dergelijk verlengd reces herhaald zou worden. En ook regelmatige e-mailvrije periodes zou ik absoluut toejuichen. Die periode van échte rust heeft mij heel veel goed gedaan!”

Judith Sluimer, hoogleraar Cardiovasculaire Pathofysiologie
“Ik vond de oproep om minder mails te sturen een mooi gebaar, gezien de stressvolle tijd die veel mensen toch achter de rug hadden. ‘Het is OK om het even rustiger aan te doen’, dat is een sympathieke boodschap. Voor mij persoonlijk was er weinig verschil in de hoeveelheid mails met voorgaande jaren, omdat het eind van het jaar altijd rustiger is hier, net als de zomervakantie.
Het fijne van een baan als wetenschapper vind ik dat je je eigen werk kunt plannen. Dus als ik om drie uur wil stoppen om mijn kinderen een paar uur te zien, kan dat. Dan werk ik in de avond nog een paar uur en ja, dan stuur ik ook wel mails. Maar ik heb aan mijn collega’s wel duidelijk gemaakt dat ik dan geen antwoorden verwacht. Net als wanneer ik een mail stuur naar iemand die met vakantie is. Dan zet ik in de onderwerpregel iets als ‘Voor na je vakantie’, want dan vergeet ik het in ieder geval niet. Ik zie wel dat de drempel laag is om een mailtje te sturen, of te cc-en, daar zouden we het misschien eerder eens over moeten hebben, hoewel ik cc’s ook niet alleen maar vervelend vind.”

Josje Smeets, ‘Gelukspsycholoog’, UM-gastdocent Psychologie en coach voor UM-medewerkers, auteur van ‘Happy in 100 dagen’:
“Geluk hangt nauw samen met een gevoel van rust en tevredenheid. Helaas ervaren we deze twee laatste steeds minder in onze hectische en veeleisende maatschappij. Zo berichtte de Arbo Unie eind 2019 dat in Nederland het aantal gevallen van burn-out de afgelopen twintig jaar was verdubbeld. Het hoge aantal burn-outs heeft 1 op 1 te maken met de opkomst van de technologie en de smartphone. De on- en offline wereld loopt steeds vaker door elkaar, omdat we niet alleen privé, maar ook op ons werk in beide verkeren. Daardoor staan we constant ‘aan’ en raken we eerder overprikkeld. We laden onze interne batterij minder vaak op.
We kunnen dit probleem alleen oplossen wanneer we af en toe volledige rust nemen. Dat kan op allerlei manieren. Probeer bijvoorbeeld elke dag 1 uur voor het slapengaan jezelf te ontdoen van audiovisuele prikkels en maak in plaats daarvan nog een wandeling, heb een goed gesprek of lees een fijn boek.  Ook is het sterk aan te bevelen jezelf minimaal één dag per week volledig te ontdoen van werkgerelateerd telefoongebruik.”

Lees ook

  • Wat betekent het om te wonen, werken, ondernemen en leven in een stad en regio met een internationale universiteit. Wat merk je ervan en wat heb je er eigenlijk aan? We vroegen het aan Marcell Ignéczi. Hij kwam naar Zuid-Limburg om te studeren aan het Department for Knowledge Engineering van de...

  • Als patiënt in een ziekenhuis zie je dagelijks veel verschillende gezichten aan je bed: een verpleegkundige die je bloeddruk meet, een arts of verpleegkundig specialist die jou informeert over het zorgplan en een voedingsdeskundige die jou voorziet van het juiste eten en drinken. Hoewel al deze...

  • Het Children’s Rights Research team werkte aan een rapport dat laat zien hoe de Verenigde Naties de rechten van deze groep kinderen kan opnemen in haar monitoring- en rapportagecycli.