“Hoe duurzaam is het? Dat is de vraag.”
Hoogleraar Yvonne van der Meer zoekt uit hoe bedrijven de duurzaamheid van hun product kunnen verbeteren. Ze pluist daarbij elk materiaal uit en legt de hele levenscyclus bloot. "Alles heeft invloed, zelfs additieven als kleurstoffen en weekmakers."
Met een verwijzing naar Shakespeare’s To be or not to be? That’s the question begint Yvonne van der Meer haar oratie op 11 juni 2021. Vaak is het een moeilijke vraag hoe duurzaam iets is, maar dat maakt haar vakgebied juist zo interessant, vindt ze. Ze vertelt met groot enthousiasme over de uitdagingen van de circulaire economie en de brede blik die nodig is voor haar onderzoek.
Carrièreswitch
Nog geen vijf jaar terug verrees op de Chemelot Campus het Aachen-Maastricht Institute for Biobased Materials (AMIBM). Van der Meer is een van de oprichters en inmiddels zwaait ze de scepter als wetenschappelijk co-directeur. Ze legde een opmerkelijke, maar voor haar logische weg af om te komen waar ze nu is. Tot 2015 is Van der Meer namelijk beleidsadviseur bij de Universiteit Maastricht. Ze staat aan de wieg van het onderzoek naar biobased materialen en het nieuwe masterprogramma hierover. Dan maakt ze echter een carrièreswitch en besluit om zelf onderzoek te gaan doen.
Biobased ≠ duurzaam
“Al die onderzoekers zeiden, ik wil aan biobased materials werken, want dat is zo duurzaam”, vertelt Van der Meer. “Ondertussen was ik me daarin aan het verdiepen en ontdekte ik dat het soms erg tegenvalt. Biobased is niet automatisch duurzaam. Er bleek nog heel veel nodig om tot duurzame materialen te komen. Toen dacht ik: zo’n onderzoeksgroep moet er ook zijn. Maar er was niemand die deze groep wilde oprichten. De decaan zei vervolgens: ‘Jij moet het doen of die groep komt er niet.’ Toen heb ik een omslag gemaakt naar het onderzoek. Sindsdien combineer ik mijn chemische achtergrond met interesse in duurzaamheid.”

Yvonne van der Meer is hoogleraar Sustainability of Chemicals and Materials. Na haar promotie in de chemie werkte ze een aantal jaar als beleidsadviseur, eerst bij subsidieverstrekker NWO en later bij de Universiteit Maastricht. Ze stond aan de basis van het onderzoeksprogramma en de masteropleiding Biobased Materials. Ook was Van der Meer in 2017 betrokken bij de oprichting van onderzoeksinstituut Aachen-Maastricht Institute for Biobased Materials (AMIBM). Ze vervolgde haar carrière bij de nieuwe onderzoeksgroep Sustainability of Chemicals and Materials, waar zij in 2019 benoemd werd tot hoogleraar. Ze is project owner Sustainable Research bij Taskforce Sustainable UM2030.

Levenscyclus van producten
De onderzoeksgroep van Van der Meer doet onderzoek naar de levenscyclus van producten. Zo’n cyclus loopt van grondstof, naar product, tot en met recycling en afvalverwerking. Over elke stap verzamelt ze data waarmee ze complexe berekeningen doet. “Je hebt voor een goede duurzaamheidsanalyse data nodig over alle processen en materialen. Denk daarbij ook aan toevoegingen, zoals kleurstoffen en weekmakers. Een verpakking kan namelijk in totaal wel uit dertig procent van dit soort additieven bestaan. Maar gegevens over al die stoffen zijn vaak nog niet beschikbaar in databases. Ook alternatieve grondstoffen staan er nog niet in zoals bijvoorbeeld nieuwe biobased materialen of afvalproducten. Met de projecten die we doen vullen we de databases aan. Bij het maken van een nieuw product kun je daar dan weer uit putten.”
Biobased is niet automatisch duurzaam. Er blijkt nog heel veel nodig om tot duurzame materialen te komen.
Van wieg tot wieg

Met al die gegevens berekent ze de uitstoot van CO2 en stikstof. Ook kijkt ze naar andere vormen van impact op het milieu, zoals watergebruik en het risico op milieurampen. Met de uitkomsten in de hand gaat Van der Meer op zoek naar manieren om de circulariteit van een producten te verhogen. “Van de wieg tot het graf dus, of nog beter: van wieg tot wieg. Circulariteit houdt veel meer in dan recycling, dat zich vooral focust op de materialen van een product. Je kunt bijvoorbeeld ook de levensduur verlengen, producten hergebruiken of herfabriceren.”
Winst behalen
Haar analyses leiden soms tot verrassende conclusies. Een nieuw product kan op bepaalde punten duurzamer zijn dan het oude en op andere punten helemaal niet. Van der Meer: “Dat is een lastige boodschap aan de ontwikkelaars van een product. Zij willen een eenvoudige conclusie, waarop ze keuzes kunnen maken. Gelukkig kan ik vaak wel vertellen waar nog winst op te behalen valt, liefst al tijdens een project. Het duurt misschien wat langer voordat je een product ontwikkeld hebt, maar dan weet je ten minste wel dat het goed zit.’
Uitzoomen
Hoe meer de kersverse hoogleraar zich verdiept in de levenscycli van producten, hoe meer ze ziet hoe verschillende cycli met elkaar verbonden zijn. Als bepaalde materialen uit een product bijvoorbeeld worden gerecycled, schuift de milieu-impact door naar de levenscyclus van het nieuwe product. Het doel is om te voorkomen dat er alsnog schade aan onze leefomgeving ontstaat.
“We moeten verder uitzoomen dan we eerst deden en dan kijken hoe we milieu-impact kunnen verminderen. Vervolgens zoomen we weer in om keuzes te maken voor het product waar we mee bezig zijn. Een nieuwe onderzoeker uit mijn groep gaat bijvoorbeeld uitzoeken hoe we recycling nu het beste kunnen modelleren. Het wordt er niet simpeler van, maar dat vind ik nu juist zo leuk aan dit onderzoek.”
Hoogleraar worden
Voordat Van der Meer terugkeerde in het onderzoek had ze niet gedacht ooit hoogleraar te worden. “Het idee leeft, dat als je eenmaal uit de wetenschap bent, je nooit meer terugkomt. Dat heeft te maken met de focus op het aantal publicaties dat je op je naam hebt staan. Zo werkt het overal in de wetenschap. Maar het zou eigenlijk meer om de kwaliteit moeten gaan en of je goed kunt leidinggeven en onderwijs verzorgen. Ik ben daarom heel blij dat ik deze kans toch heb gekregen. Dit zou wat mij betreft geen uitzondering moeten zijn in de wetenschap.”
Circulariteit houdt veel meer in dan recycling, dat zich vooral focust op de materialen van een product. Je kunt bijvoorbeeld ook de levensduur verlengen, producten hergebruiken of herfabriceren.