‘Ooit laten we complete organen in het lab groeien’

3 juni 2022

Lorenzo Moroni maakte in 2015 deel uit van de kwartiermakers van MERLN onder leiding van Clemens van Blitterswijk. ‘We zijn gestart met 13 mensen’, herinnert de in Italië geboren en opgeleide biomedisch ingenieur zich. ‘Nu zijn we in aantal vertienvoudigd tot ruim 130 medewerkers uit 40 landen, grotendeels onderzoekers en specialisten op het gebied van celkweek en biomedische materialen.' 

'Je kunt zeggen dat we onze positie wel verworven hebben binnen het academisch ziekenhuis. Prima natuurlijk, maar tegelijk staan we nog maar aan het begin van een tijdperk waarin regeneratieve geneeskunde een grote vlucht moet nemen. We hebben wel al vorderingen gemaakt, maar de grote doelen zijn nog ver weg.’

Grote doelen

Wat zijn die grote doelen dan? ‘Ooit zullen we complete organen in het laboratorium kunnen laten groeien, daarvan ben ik vast overtuigd. Nier, lever, hart. Uit stamcellen of door middel van zogenaamde ‘inductieve” materialen. Of wij dat nog meemaken, ik durf het niet te zeggen. Ik hoop het, ik ben immers pas 45 jaar, maar het is nu nog een droom natuurlijk. Voorlopig kijken we naar een iets dichterbij gelegen horizon: het kweken van cellen die we kunnen gebruiken om beschadigingen in het lichaam te herstellen. Denk aan bijvoorbeeld een stukje nier dat we opkweken met stamcellen in combinatie met biomateriaal om dat weer terug te plaatsen op een beschadigde nier. Hetzelfde voor hartcellen. Na een hartinfarct sterft vaak weefsel af dat niet meer terugkomt. De gevolgen kunnen ernstig zijn. Met een strook gekweekte hartcellen kunnen we dat repareren. Noem het een pleister die je op de hartspier plakt.’
 

Lees ook