‘Longontsteking in Afrika nog steeds de grootste killer’

Twaalf november is het Wereld Longontstekingsdag. Camielle Noordam is gepromoveerd op een onderzoek naar longontsteking bij kinderen in Afrika. Ondanks de verbeterde toegang tot gezondheidszorg, sterven jaarlijks nog steeds miljoenen kinderen vóór hun vijfde verjaardag. Kinderen in Afrika, die leven ten zuiden van de Sahara lopen de grootste kans op sterfte, vooral als gevolg van infecties, waarvan longontsteking de meest voorkomende is.  Camielle woonde en werkte jarenlang in Afrika en legt de knelpunten bloot.

Camielle Noordam heeft iets met Afrika. Niet geheel verwonderlijk als je weet dat ze als baby van amper vijf weken oud, met haar ouders naar het noordwesten van Kenia verhuisde.

Haar vader was landbouwkundige, haar moeder werkte als verpleegkundige. Het gezin leefde tussen de nomaden op het platteland in Turkana. Een geografisch geïsoleerd gebied met schaarse regenval en hoge temperaturen. Ook nadat ze op haar twaalfde met haar moeder en vier broers en zussen terugkeerde naar Nederland, brachten zij veel zomervakanties door bij hun vader in Afrika. “Mijn band met het continent bleef. Het is altijd onderdeel van mijn leven gebleven aangezien mijn roots in Afrika liggen”.

Medische zorg

Het lag dan ook min of meer voor de hand dat Noordam koos voor een promotie-onderwerp dat raakvlakken had met het Afrikaanse continent in dit geval de landen ten zuiden van de Sahara. “Kinderen die dáár leven, lopen de grootste kans op sterfte, vooral als gevolg van infecties, waarvan de meest voorkomende een longontsteking is. Dat blijkt een echte killer,” expliceert de promovenda. Ter illustratie gebruikt ze enkele cijfers: in 2015 stierven er wereldwijd 922.000 kinderen aan de infectieziekte. Toegespitst op Afrika blijkt dat 16 procent van alle sterfte in het continent wordt veroorzaakt door longontsteking. Ter vergelijking: de sterfte aan malaria bedraagt in dit gedeelte van de wereld 14 procent, en de sterfte aan diarree 10 procent.

Noordam: “Omdat de kans op herstel groter is, naarmate een ziek kind sneller medische hulp krijgt, was het doel van mijn onderzoek om beter inzicht te krijgen in de redenen waarom kinderen met symptomen van een longontsteking te laat medische zorg ontvangen.”
Noordam maakte voor haar onderzoek gebruik van bestaande nationale datasets, voegde de uitkomsten van kleinschalige onderzoeken samen, deed literatuuronderzoek en hield daarnaast observaties en interviews in enkele Afrikaanse landen.

Graziella Runchina

Ondermaats

Een aanzienlijk deel van het probleem van de hoge sterfte lijkt verklaarbaar door het feit dat er een groot gebrek is aan het herkennen van symptomen van longontsteking door moeders, maar ook door medische hulpverleners. Noordam: “Het herkennen van een longontsteking is heel moeilijk. Zo blijkt maar dertig procent van de moeders de belangrijkste symptomen van longontsteking te kennen. Zij weten wel dat koorts een belangrijk symptoom is, maar zijn vaak niet op de hoogte dat een probleem met de ademhaling kan duiden op longontsteking.” Ook de kennis van de veelal laaggeschoolde hulpverleners blijkt vaak ondermaats waardoor ze een longontsteking niet tijdig herkennen. “Hulpverleners worden getraind om een longontsteking te herkennen aan de hand van de ademhalingsfrequentie: voor een kind tussen de 2 en 5 jaar is dit als het vaker dan 40 keer per minuut ademhaalt, voor een kind tussen de 2 maanden en 1 jaar is de drempelwaarde 50. Echter sommige gezondheidsmedewerkers kunnen niet verder tellen dan tien, of verwarren de drempelwaarden. Met verschillende internationale organisaties hebben we daarom het effect van een kralenketting getoetst: één kralenketting per leeftijdsgroep, één kraal per ademhaling, en een kleurcodering voor de drempelwaarde. Vooral zorgverleners die moeite hebben met tellen en cijfers hebben veel baat bij deze simpele oplossing.”

Grote verschillen

Toch zorgt meer kennis van ouders en zorgverleners er niet per definitie voor dat kinderen sneller de zorg krijgen die ze nodig hebben, constateert Noordam. “Soms is de afstand die ouders met hun zieke kind moeten overbruggen om de juiste zorgverlener te bereiken een probleem. En ook de financiële kosten zijn vaak bepalend voor het wel of niet zoeken van zorg. Er zijn grote verschillen als het gaat om het zoeken en bereiken van medische zorg, zowel binnen landsgrenzen, maar ook tussen landen onderling. Ter illustratie: in Tanzania bereikt 85 procent van de kinderen met symptomen van een longontsteking een medische voorziening, terwijl dit in Ethiopië maar 30 procent is.’’

Simpele oplossingen

De promovenda beschrijft in haar proefschrift een aantal oplossingen om de kindersterfte aan longontsteking te verlagen. Behalve het verbeteren van diagnostiek door simpele oplossingen als bijvoorbeeld het gebruik van kralenkettingen of het inzetten van mobiele telefoons om de communicatie tussen zorgvragers en zorgverlener te verbeteren, zijn er nog meer opties. “Meer aandacht voor preventie zou heel veel uitmaken. Denk aan vaccinaties, hygiëne, toegang tot schoon drinkwater en een goede voedingstoestand.’’ Daarnaast pleit ze voor een beter gebruik van data in de verschillende landen om per regio te kijken waar exact de knelpunten zitten. “Wat in het ene land prima werkt, kan in een ander land veel minder goed werken. De perceptie van ziekten, en het gezondheidssysteem kunnen per land erg verschillen, het is goed om hiermee rekening te houden bij het zoeken van oplossingen.”

Camielle Noordam in Africa

Camielle Noordam (1979) bracht haar jeugd door in Kenia, totdat ze in 1991 verhuisde naar Nederland. Na haar studie HBO-Verpleegkunde werkte ze enige tijd op een afdeling verloskunde in Ghana en enkele jaren in Sudan. Vervolgens voltooide ze haar master in International Health (MIH) aan het Koninklijk Instituut van de Tropen. Na enkele jaren in New York voor Unicef te hebben gewerkt, startte ze in 2014 aan de Universiteit Maastricht haar promotieonderzoek dat ze in juli 2016 afrondde.

Lees ook

  • Berta Cillero Pastor is universitair hoofddocent en groepsleider bij het MERLN Institute for Technology-Inspired Regenerative Medicine. Haar onderzoek richt zich op massaspectrometrie (imaging) om inzicht te krijgen in moleculen in cellen en weefsels voor biomedisch onderzoek.

  • Op 8 februari 2024 promoveerde Janine Ziemons aan Maastricht University op het proefschrift The role of the gut microbiota in human cancer, the power of an equilibrium. Dit proefschrift is het resultaat van Ziemons’ onderzoek naar de rol van het microbioom in kanker - dikkedarmkanker maar ook...

  • Afgelopen november hield Rory Koenen zijn oratie naar aanleiding van zijn benoeming tot hoogleraar in 2023 bij onderzoeksinstituut CARIM. De leerstoel die hij bekleed is “Biochemie van Vasculaire Ontsteking en Trombose” en het onderzoek van Rory laat zich het beste omschrijven als de zoektocht naar...