Het publiek als proefkonijn
Het Radialsystem in Berlijn is een bijzondere plek. Het oude roodstenen pompstation maakte lang geleden deel uit van het stedelijke waternetwerk. Sinds 2006 is het een kunstencentrum dat plaats biedt aan vernieuwende concerten, dans- en theatervoorstellingen. Als we de zaal binnenlopen is meteen duidelijk dat er vanavond geen gewoon concert is. Links en rechts van ons krijgen mensen sensoren aan hun lichaam bevestigd. Al snel zijn wij aan de beurt: een riem om de borst, een sensor aan de vinger en een handschoen met draden die naar een klein kastje lopen. De musici van het strijkkwintet komen de zaal binnen en de muziek begint.
Het concert is een experiment en wij zijn de proefkonijnen. De regelmaat van onze ademhaling, onze hartslag en onze huidgeleiding worden allemaal gemeten, verwerkt en omgezet in data. Doel van het experiment is om meer te weten te komen over de concertervaring: welke presentatievormen zorgen voor een grotere onderdompeling in de muziek? Op welke momenten beleeft het publiek de muziek als het ware synchroon met elkaar?
Voorafgaand aan het concert hebben we in een grote zaal een vragenlijst gekregen over onze muzikale voorkeuren en ervaringen. Deze informatie wordt aangevuld met gesprekken met de musici en toeschouwers die niet aan de meetapparatuur verbonden zijn. Na afloop is er weer een vragenlijst, ditmaal over onze ervaringen tijdens het concert. Op onze individuele iPad zien we momenten terug van de uitvoering die we zojuist hebben beluisterd. De passages zijn gekozen op basis van onze individuele metingen die tonen waar de muziek ons raakte: de opening van het Kwintet in F-majeur van Brahms en een langzaam deel uit de Epitaphs van de Australische componist Brett Dean.
Ons bezoek aan Berlijn is een voorbeeld van hoe het MCICM zich verbindt met internationaal concertonderzoek. Het project wordt geleid door professor Martin Tröndle van de Zeppelin Universiteit in Ludwigshafen en uitgevoerd door een internationaal team van onderzoekers. De Volkswagen Stiftung financiert het onderzoek. In de komende jaren analyseren de onderzoekers de stroom aan data die de twaalf concertavonden hebben opgeleverd.
Nadat we de laatste vragen hebben beantwoord krijgen we een afdruk van onze ademhalingsgegevens, ingevoegd tussen die van de andere bezoekers. De grafiek is gemaakt door een kunstenaar: waar we sneller ademden is de lijn dikker. Tijdens een bijeenkomst de volgende ochtend gaat het over de vraag hoe de data te interpreteren. Zelfs als we verbanden kunnen leggen tussen lichamelijke reacties en muzikale momenten, wat zegt dat over de magie van een concertervaring?
Neil T. Smith, Postdoctoraal onderzoeker
Peter Peters, Directeur MCICM