De droom is terug na een periode van betrekkelijke afwezigheid, zelfs in de psychoanalyse. Freud klaagde er destijds al over dat analytici de droom niet de centrale plaats gaven die hij verdiende. In de volkscultuur, buiten de wetenschap om, is de droom altijd iets gebleven wat mensen fascineerde en bezighield.

Hebbrecht benadert vanavond de droom enerzijds als een poëtisch gegeven en beantwoordt anderzijds de vraag in welke mate de droom wetenschappelijk te onderzoeken valt. Zijn dromen betekenisvol en zijn ze te duiden? Waarin verschilt de psychoanalytische van andere vormen van droomduiding? Wat is de plaats van de droom in de psychotherapie? Hebbrecht is auteur van De droom.