JASTA, terrorisme en soevereine immuniteit
Er is wel geopperd dat de Justice Against Sponsors of Terrorism Act (JASTA) een enorme bedreiging is voor tal van staten, die nu plotsklaps kunnen worden gedagvaard in de VS en hun soevereine immuniteit hebben verloren. Wat zegt echter deze wet, die kort geleden met enorm grote meerderheid, niettegenstaande een veto van Obama, is aangenomen in beide Huizen van het Amerikaanse Congres?
JASTA, zoals de wet afgekort heet, verklaart dat een vreemde staat niet meer immuun is in Amerikaanse federale rechtbanken in het geval dat in een civiel process een financiële schadevergoeding wordt gevorderd voor fysieke schade aan personen of goederen of voor de dood van personen, plaats hebbend in de VS én veroorzaakt door een daad van internationaal terrorisme in de VS, en er sprake is van een onrechtmatige daad van een vreemde staat of een van haar ambtenaren of agenten of agentschappen, die opereren binnen hun bevoegdheid. Belangrijke uitzondering op deze regel is dat een Amerikaanse rechter geen rechtsmacht heeft als de onrechtmatige daad bestaat louter uit een nalaten of enkele nalatigheid van die vreemde staat.
JASTA ziet op alle civiele claims die aanhangig zijn op het moment van inwerkingtreding van de wet and op claims die betrekking hebben op schade aan personen of goederen op of na September 11, 2001.
Er lijkt dus niet veel kans te zijn dat bij voorbeeld de Nederlandse staat ook ooit eens kan worden gedagvaard als een Nederlandse onderdaan, bij voorbeeld een teruggekeerde Syrië ganger, aan de aandacht van de Nederlandse autoriteiten en diensten weet te ontsnappen, en daarna een aanslag in de VS pleegt. Dat kan immers niet gekwalificeerd worden als steun (door Nederland) aan een aanslag. Eisers zullen dan voor de bevoegdheid van de federale rechter aannnemelijk moeten maken dat er zulke steun is gegeven. Formele steun van een staat bestaat er evenmin als een individuele corrupte ambtenaar steun verleent, want dan kan betwijfeld worden dat er door een ambtenaar steun wordt gegeven binnen ‘the scope of his or her office’, zoals JASTA zegt.
Dit soort voorbeelden kan echter op zichzelf wel leiden tot een dispuut bij de Amerikaans rechter of er sprake is van bevoegdheid van de Amerikaanse federale rechter en dus van offciciële steun en niet louter van een nalaten. En naar Amerikaans recht kan dat betekenen dat geprocedeerd wordt, eerst over de voorvraag naar de bevoegdheid van de rechter en eventueel daarna pas over de vraag of en hoe de staat heeft bijgedragen en schadeplichtig is. Maar ook al bij die voorvraag zal een staat zich moeten verweren, stukken overleggen, en onderworpen zijn aan het Amerikaanse federale civiele proces. En dat te voorkomen is nu net het oogmerk van het concept van soevereine immuniteit. Daar lopen we in Nederland bij voorbeeld tegenaan als een werknemer van een ambassade wordt uitgebuit of wordt onderbetaald.
Een civiel process als mogelijk gemaakt door JASTA vindt plaats op initiatief van individuele klagers; de federale regering kan alleen interveniëren als er te goeder trouw al onderhandelingen worden gevoerd met de gedagvaarde staat over een schadevergoeding. In zulk een geval kan de rechter de procedure schorsen.
Lastig is JASTA uiteraard wel voor het voeren van buitenlandse betrekkingen; buitenlands beleid wordt dan opens mede gevoerd in de nationale rechterlijke macht Ook is JASTA riskant voor de VS zelf, zowel vanuit het perspectief van buitenlandse betrekkingen, maar ook vanwege het risico dat men zelf ook ooit nog eens onderworpen wordt aan de rechtsmacht van een buitenlandse rechterlijke macht voor het gebruik van drones of anderszins militair handelen buiten het eigen grondgebied waarbij burgers het doelwit bleken.
JASTA is overigens niet de eerste inperking die de VS hebben gemaakt op het concept van sovereign immunity. De Foreign Sovereign Immunities Act deed dat al eerder voor “any case (…) in which money damages are sought against a foreign state for personal injury or death that was caused by an act of torture, extrajudicial killing, aircraft sabotage, hostage taking, or the provision of material support or resources for such an act if such act or provision of material support or resources is engaged in by an official, employee, or agent of such foreign state while acting within the scope of his or her office, employment, or agency”.
De suggestie is overigens al gedaan dat bhet Congres na de aanstaande verkiezingen wel eens zou kunnen (deels) terugkomen op JASTA. Kennelijk was JASTA vanuit een electoraal motief voor de meeste leden van het Congres, en ook een reden om het veto van de uitvoerende macht (de President) ongedaan te maken. De daartoe vereist 2/3 meerderheid werd ruimschoots gehaald! Dat is op zichzelf genomen al uniek; dat is het te meer door de uitvoerende macht zo voor de voeten te gaan lopen op het stuk van buitenlands beleid en buitenlandse betrekkingen. Te betwijfelen valt of de federale rechters er blij mee zijn, of eisers er mee geholpen zijn (want zullen eventuele toegewezen vorderingen geïnd kunnen worden, en zullen de processen niet eindeloos gaan duren en afstuiten op het verweer van een staat dat men gniet gehouden kan worden staatsgeheimen te othullen en al helemaal niet bij een vreemde rechter), en gevragd kan worden of de VS er veel mee opschieten en niet in andere staten gaan oogsten wat men nu zelf opzet.
A.W. Heringa
Author and editor of numerous books and articles on Dutch Constitutional law, the European Convention on Human Rights, the European Social Charter, comparative constitutional law, US constitutional law, Human Rights and legal education. Author of blogs on the Montesquieu Institute website.