Anders luisteren naar Beethoven

Het concert op de foto vond plaats in het Klokgebouw, een voormalige fabriekshal op Strijp-S in Eindhoven. De philharmonie zuidnederland voerde er de Vierde van Beethoven uit.Het orkest werkte daarbij samen met experimenteel technologiegezelschap CREW en geluidskunstenaar Christoph De Boeck. Bij binnenkomst in de grote ruimte kregen we het verzoek onze schoenen uit te doen en witte slofjes aan te trekken. Het orkest zat op stoelen, maar voor het publiek waren die er niet. We werden verdeeld in drie groepen die elk naar een ander deel van de ruimte werden gedirigeerd.

Mijn groep kwam terecht bij een opstelling van hangende metalen platen. Nadat het orkest was begonnen te spelen, reikten medewerkers van CREW ons koptelefoons aan en vertelden dat we met ons voorhoofd tegen de platen konden staan om de vibraties van de muziek te ervaren. Via de koptelefoon konden we luisteren naar de bewerkingen die de computer van De Boeck maakte van de livemuziek. In een andere groep konden mensen tegen een verticaal bed gaan staan dat langzaam werd gekanteld, zodat ze Beethoven letterlijk in hun ruggengraat konden voelen. Weer anderen kregen de gelegenheid om aan de voeten van dirigente Kristiina Poska te gaan liggen, vlak voor het orkest, om met hun ogen dicht te luisteren.

Wat zou Beethoven gedacht hebben? Hij leefde op het breukvlak van twee stijlperiodes, klassiek en romantisch, een tijd waarin de manier waarop mensen naar muziek luisterden ingrijpend veranderde. Waar de strijkkwartetten van zijn leermeester Haydn nog konden klinken op de achtergrond tijdens een avond met gasten op het slot Esterházy, werden de late strijkkwartetten van Beethoven beschouwd als tijdloze en geniale meesterwerken die in stilte en in volle aandacht beluisterd moesten worden. Concertzalen werden tempels voor een kunst die floreert in een perfecte akoestiek.

Dat romantische luisteren bepaalt tot vandaag hoe uitvoeringen van bijvoorbeeld Beethovens Vierde georganiseerd zijn. In die voormalige fabriekshal werd een ander soort luisteren uit- geprobeerd, waarbij de ervaring van fysieke onderdompeling in de muziek centraal stond. Zelf betrapte ik me erop dat ik zo bezig was met de techniek dat ik de noten van Beethoven als bijzaak ervoer. Toch was het een goed concert, omdat het wilde onderzoeken of er andere manieren van luisteren naar Beethoven mogelijk zijn dan de romantische. Dat onderzoek vindt niet alleen plaats bij philharmonie zuidnederland, maar ook bij orkesten, conservatoria en universiteiten in en buiten Nederland. Het MCICM brengt dit onderzoek in kaart en experimenteert samen met philharmonie zuidnederland met nieuwe concertsituaties. Want wie de praktijk van de klassieke muziek wil vernieuwen, moet weten hoe mensen ernaar luisteren.

Peter Peters
Directeur MCICM