UM-toxicologen werken mee aan chemische veiligheidstesten

12 oktober 2015

Wetenschappers en (cosmetische) industrie slaan de komende zes jaar de handen ineen om testen op te leveren die de schadelijkheid van chemische stoffen aantonen. Bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van cosmetische producten mogen sinds 2013 namelijk geen proefdieren meer worden gebruikt. De Europese Commissie trekt dertig miljoen euro uit voor het project EUToxRisk, waarvan de Universiteit Maastricht anderhalf miljoen euro krijgt. De UM, wereldleider op het gebied van toxicogenomics, gaat het ‘RNA sequencing’-gedeelte voor haar rekening nemen. De Universiteit Leiden is de kartrekker van het consortium.

Sinds 2013 mag er bij de ontwikkeling van cosmetische producten geen gebruik meer gemaakt worden van proefdieren, om de veiligheid van chemische stoffen aan te tonen. Met name op het innovatieve gebied van de cosmetica (denk aan de crèmes die door de huid heen gaan om rimpels te verhelpen en waarbij de stoffen dus in het hele menselijk lichaam terecht komen) wordt de vooruitgang van de sector daardoor gehinderd. 

Eerder zijn er al projecten geweest die alternatieve testen moesten opleveren, helaas met weinig resultaat. “Nu gaat het wél gebeuren”, aldus hoogleraar Milieugezondheidkunde Jos Kleinjans van de UM, “want de financiering komt van één partij, het betreft één groot consortium dat het project uitvoert,  en de samenwerking tussen publieke en private partijen  is beter georganiseerd.” Grote concerns als L’Oreal , BASF, Hoffmann-La Roche en Unilever staan bijvoorbeeld in de lijst van deelnemers. “Samen gaan we ervoor dat er over zes jaar bruikbare testen zullen zijn, ontwikkeld met behulp van een reeks aan nieuwe technologieën , die ‘fit for purpose’ zijn”, aldus Kleinjans. 

De UM-bijdrage bestaat uit het ‘sequencen’ van RNA. “Het is kort gezegd een techniek waarmee we de reacties het menselijke genoom op schadelijke stoffen in groter detail kunnen bestuderen. We kunnen nog dieper in de cel dan voorheen, kleinere signalen betrouwbaarder oppikken.” De onderzoeksgroep van Kleinjans heeft deze techniek in samenwerking met de Amerikaanse Food and Drug Administration in de toxicologie geïntroduceerd. Het team gaat van vele chemische stoffen met behulp van RNA sequencing de schadelijkheid voor het menselijk genoom vaststellen. 

Het consortium heeft als einddoel bruikbare testen voor de geneesmiddelen, chemische en cosmetische industrie. “We hopen een soort klasse-indeling te kunnen maken voor de tienduizenden verschillende chemicaliën die er wereldwijd zijn. De aanname is dat als twee chemische stoffen dezelfde chemische structuur hebben, ze ook eenzelfde veiligheidsprofiel hebben. Als dat zo blijkt te zijn kun je meters maken. Die hoop heeft natuurlijk een wetenschappelijke basis, maar we gaan de komende jaren via goed onderzoek testen of die hoop overeind kan blijven”, besluit Kleinjans. 

 

Klik hier voor meer informatie over het project

Lees ook