International Student Week

Tom van Veen over (het belang van) internationalisering

Bij de opening van dit academisch jaar ging prof. dr. Martin Paul, voorzitter van het College van Bestuur, in op het gerucht dat Nederland de internationalisering van universiteiten aan banden wil gaan leggen. Hij maakte duidelijk dat de Universiteit Maastricht zich als internationaal en Europees zal blijven profileren.

De Maastricht University School of Business and Economics (SBE) is al lange tijd een voorstander van internationalisering. In de jaren negentig was SBE een van de eerste faculteiten die begon met Engelstalige cursussen en uitwisselingsprogramma’s. Een van de wetenschappers die het voortouw nam bij de internationalisering van SBE was Professor Tom van Veen.

We hebben met Tom gesproken om erachter te komen hoe SBE zo’n internationale faculteit is geworden en wat hij vindt van de huidige weerstand tegen internationalisering in Nederland.

Het onstaan van SBE

Tom van Veen wordt gezien als een van de oprichters van SBE. In 1983, toen hij zelf net van de universiteit kwam, werd hij aangenomen om samen met vier andere economen het programma op te zetten. “Toen ik bij de faculteit kwam, was alles een uitdaging. Er was geen curriculum, geen onderwijsprogramma, geen onderzoeksprogramma… we hadden niet eens een bibliotheek!”

Tom moest ook worden opgeleid in Probleemgestuurd Onderwijs (PGO). Destijds was PGO nog een nieuw onderwijsconcept dat voornamelijk bij geneeskunde werd gebruikt. Tom en zijn collega’s moesten de aanpak aanpassen voor het economisch onderwijs. Terugblikkend op zijn eerste kennismaking met PGO: “Ik vond het concept van PGO meteen aantrekkelijk. Voordat ik naar Maastricht kwam, gaf ik aan de Rijksuniversiteit Groningen les aan grote groepen studenten. Deze manier van lesgeven irriteerde me een beetje, omdat er weinig inbreng van studenten was.”

In het voorjaar van 1984 werden de eerste hoogleraren aangetrokken; de eerste student volgde een paar maanden later. Alle lessen en programma’s van SBE waren toen nog in het Nederlands en het curriculum was op het Nederlands gericht. In de vroege jaren negentig kwam daar verandering in.

SBE verwelkomt de wereld 

Begin jaren negentig ging het goed met SBE. Tom en zijn collega’s merkten echter een trend op: Nederlandse studenten kozen er steeds vaker voor om dicht bij huis te studeren. Hierdoor was het moeilijk om studenten uit het meer bevolkte noorden van het land aan te trekken. Ook realiseerden ze zich dat Limburg sneller vergrijsde dan de rest van Nederland en dat gezinnen in deze provincie aanzienlijk kleiner werden. Om te blijven groeien, zou SBE zich moeten gaan richten op de internationale studenten die zich slechts een paar kilometer verderop bevonden, over de grens in Duitsland en België.

Op hetzelfde moment dat SBE buitenlandse studenten begon te verwelkomen, startte de faculteit met financiële steun van de Europese Unie een uitwisselingsprogramma. Hierdoor werden enkele lessen in het Engels geïntroduceerd. Na een aantal jaar zowel Engelse als Nederlandse programma’s aan te bieden, schakelde de faculteit uiteindelijk over op uitsluitend Engels. Tom: “Toen we deze beslissing namen, waren we een beetje bang dat we Nederlandse studenten zouden wegjagen. Maar uiteindelijk besloten we dat we studenten wilden met een internationale blik die op zoek waren naar een internationale omgeving.”

vanveen2

Tegenwoordig komt ongeveer 40% van de studenten en het personeel van SBE uit het buitenland. Bovendien gaan alle studenten verplicht op uitwisseling naar het buitenland. Tom reflecteert op de manier waarop de faculteit zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld: “Ik denk dat internationalisering een zegen voor de universiteit was en een zegen voor Maastricht. Ik denk ook dat zowel Nederlandse als internationale studenten veel baat hebben bij deze omgeving. Voordat ze hier komen, denken veel studenten dat ze internationaal zijn omdat ze naar het buitenland zijn geweest of omdat ze Engels spreken. Maar in onze internationale klaslokalen hebben ze al gauw door dat ze niet zo internationaal zijn als ze dachten. Wanneer studenten in een groep moeten werken, lopen ze tegen culturele barrières en andere onverwachte uitdagingen aan. Door op uitwisseling te gaan en PGO te volgen met andere studenten van over de hele wereld, worden onze studenten écht internationaal. Kunnen omgaan, communiceren en samenwerken met mensen met een andere achtergrond en cultuur is van onschatbare waarde op de arbeidsmarkt.”

De toekomst van internationalisering

Wat vindt hij dan van de huidige weerstand tegen de internationalisering van het hoger onderwijs in Nederland en andere delen van Europa? Tom: “Ik vind het een zeer vreemde ontwikkeling. We leven in een geglobaliseerde wereld. Voor mij betekent dat ook dat, zelfs als je voor een lokaal bedrijf in Maastricht werkt, je op een gegeven moment in je carrière in een internationale context zult werken met mensen uit verschillende landen en culturen. Daarom vind ik dat studenten zich in een internationale omgeving moeten bevinden en internationale studenten moeten ontmoeten, hier in Maastricht of in het buitenland.”

En daarbij: “Tegelijkertijd pleit de Nederlandse minister van onderwijs ervoor dat Nederlandse universiteiten alleen in het Engels mogen lesgeven als ze kunnen beargumenteren waarom dit nodig is. In het geval van SBE denk ik dat we daar een goede onderbouwing voor hebben. Verder heeft de minister een beleid voorgesteld waarin alle internationale studenten de kans moeten krijgen om Nederlands te leren. Dit is iets waar Martin Paul een paar jaar geleden al mee is begonnen. Ik ben daar een groot voorstander van, want het werkt beide kanten op: het is ook belangrijk dat de internationale studenten zich in de Nederlandse gemeenschap mengen.”

“Ik begrijp ook dat de minister wil voorkomen dat we afhankelijk worden van internationale studenten. In sommige landen – zoals Australië, waar ik mijn sabbaticals heb doorgebracht – is internationaal onderwijs een van de belangrijkste exportproducten. Ik denk dat het een goede zaak is als de minister dat in Nederland wil voorkomen. Mijn standpunt is altijd geweest dat we dit niet voor het geld doen. Het doel van internationalisering is om studenten te helpen door ze voor te bereiden op de arbeidsmarkt.”

Lees ook

  • Waarom doen mensen wat ze doen? Om deze complexe vraag te beantwoorden moet Hannes Rusch van alles een beetje zijn: econoom, bioloog, filosoof, wiskundige. Hij kreeg onlangs een ERC Starting Grant van 1,5 miljoen euro om een interdisciplinair theoretisch kader voor de beschrijving van...

  • Aan de keukentafel van Burak Can, universitair hoofddocent Data Analytics and Digitalisation, is het een gezellige drukte. Er wordt in het Turks, Engels en Nederlands gepraat. “Ik praat Turks met mijn kinderen, mijn vrouw Ingrid Nederlands en wij praten onderling Engels met elkaar.” Op het menu...

  • Drie jaar achtereen bezochten Steffen Kühn en zijn collega’s een zeven weken durend schaaktoernooi in Keulen, om het verband tussen luchtvervuiling en cognitieve prestaties vast te stellen. De media doken gretig op de ietwat alarmerende resultaten, maar er waren nog meer gegevens nodig om de...