Sectorplan zet preventie nog sterker op de kaart

Wat hebben patiënten met een lagere sociaaleconomische status nodig om beter meegenomen te worden in preoperatieve optimalisatieprogramma’s? Hoe kunnen we de zorg voor jongeren met mentale problemen toegankelijker maken? Twee voorbeelden van onderzoekslijnen die dankzij het sectorplan Versnellen op Gezondheid worden op- of voortgezet. Stef Kremers, vice-decaan FHML en lid van Bestuur Maastricht UMC+ (MUMC+): “Beide onderzoekslijnen sluiten perfect aan bij het thema Preventie, één van de drie pijlers van het Sectorplan.”

In het MUMC+ geldt preventie al lange tijd als speerpunt. Wat gaat het MUMC+ concreet  extra doen op dit gebied? Stef: “Het sectorplan biedt de unieke kans om preventie zowel in onderzoek als onderwijs nog beter op de kaart te zetten. In alle opleidingen van FHML gaan we onderwijs in preventie versterken. Goede voorbeelden hiervan zijn de minoren Interprofessionele samenwerking en Leefstijlgeneeskunde, nu beide in ontwikkeling. Bij de minor Interprofessionele samenwerking is het hbo nadrukkelijk betrokken zodat ook hbo-studenten voor deze minor kunnen kiezen. In een later stadium gaan we ook aan de slag met het mbo. Essentieel is de kruisbestuiving tijdens de opleiding, waardoor de professionals van de toekomst elkaars taal leren spreken en elkaars positie in het werkveld leren begrijpen.”

Opvullen hiaten in opleiding

“De minor Leefstijlgeneeskunde vult een hiaat in de geneeskundeopleiding, maar is eveneens toegankelijk voor studenten uit andere richtingen. Het gaat in deze minor vooral om leefstijl als gedragswetenschappelijk vraagstuk. De studenten krijgen kennis uit onder meer de psychologie en sociologie aangeboden, zodat ze beter leren begrijpen waarom mensen bepaalde gedragskeuzes maken. Maar het gaat ook om vraagstukken rondom de inbedding van leefstijl in de zorg en hoe je dat als zorgprofessional het beste kunt aanpakken. Een ander onderwijsinitiatief is dat we studenten geneeskunde op grotere schaal extramurale coschappen aanbieden, waarmee ze ervaring opdoen buiten het ziekenhuis met o.a. preventie en interprofessionele samenwerking.”  “Het MUMC+ heeft veel ervaring met preventie”, vervolgt Stef. “We willen die kennis en expertise veel meer beschikbaar stellen aan de regio. Gezondheidsvraagstukken in de regio zijn complex en kunnen profiteren van inzichten uit onderzoek. We kunnen bijvoorbeeld ondersteunen bij het analyseren en gepast opschalen van best practices. Of bij het ontwikkelen en uitrollen van trainingen voor deskundigheidsbevordering van professionals. Tegelijkertijd monitoren we ook wat wel en niet werkt, we zijn tenslotte een academisch centrum.” 

Voorkomen dat een probleem zich ontwikkelt tot stoornis

Eén van de onderzoekslijnen in het kader van preventie is Sophie Leijdesdorff’s onderzoek naar de mentale gezondheid van jongeren. Zij onderzoekt wat jongeren met mentale problemen aan hulp nodig hebben en hoe deze hulp hen het beste bereikt. Sophie is blij met deze kans. “Ik had allerlei mooie projecten in de steigers staan, waar zonder sectorplan eind dit jaar een einde aan zou zijn gekomen.” Zij legt uit wat de meerwaarde is van haar onderzoek in relatie tot preventie: “De meeste psychiatrische stoornissen ontstaan voor het 24e levensjaar, maar slechts 20-30% van de jongeren ontvangt de juiste hulp. Dat heeft allerlei oorzaken: signalen herkennen en erkennen, schaamte, de omgeving niet willen lastigvallen of de weg naar hulpverlening niet weten. En als ze dan eindelijk de weg hebben gevonden, zijn er lange wachtlijsten, wisselende behandelaren én een knip in de zorg als ze 18 worden. Mijn onderzoek richt zich op de vraag hoe we dat kunnen oplossen. Want door jongeren op tijd en goed te helpen, is mogelijk te voorkomen dat een probleem zich ontwikkelt tot een stoornis.” Daarnaast onderzoekt Sophie hoe jongeren met een licht verstandelijke beperking en psychische problemen op hun 18e de overstap naar volwassen hulpverlening, dagbesteding en wonen zo soepel mogelijk maken. “Een goede transitie helpt niet alleen de jongeren, maar voorkomt ook stress en psychische problemen bij de ouders. In het licht van preventie kijk ik ook naar kinderen van ouders met psychiatrische problemen. Daarvan heeft tot 50% de kans om zelf ook problemen te krijgen. Een onwijs belangrijke en onderbelichte doelgroep.” 

Preoperatieve optimalisatie

Als HPB-chirurg (oncologische operaties aan lever-, galweg- en alvleesklier) heeft Marcel den Dulk speciale interesse in de perioperatieve optimalisatie. “Hoe gezonder (fysiek en mentaal) mensen een operatie ingaan, hoe beter ze eruit kunnen komen en hoe sneller het herstel verloopt.  Uit gezamenlijk onderzoek van het MUMC+ en het UMC Groningen blijkt echter dat programma’s op dit gebied mensen met een lagere sociaaleconomische positieminder aanspreekt (42% doet niet mee). Terwijl juist deze groep vaak al een gezondheidsachterstand heeft. Met andere woorden: de mensen die het programma het meest nodig hebben, maken er het minste gebruik van. Dat leidt tot nog grotere verschillen in gezondheid, terwijl we juist het tegenovergestelde willen bereiken.” Samen met Jeroen Bruinsma (vakgroep Gezondheidsbevordering) gaat Marcel onderzoeken waarom mensen met een lagere sociaaleconomische positie niet meedoen. Marcel: “Sluit wat we aanbieden niet voldoende aan bij hun belevingswereld? Is het te overweldigend? Is er angst voor kosten? Welke aanpassingen zijn nodig om de barrières te doorbreken?” Het sectorplan biedt Marcel naast zijn klinische taken extra uren om dit onderzoek te kunnen doen. Hij vertelt bevlogen: “Hiermee kunnen we echt het verschil maken. Door straks beter te snappen wat er speelt, kunnen we nieuwe innovatieve interventies ontwikkelen, aangepast aan de behoefte, capaciteit en motivatie van elke patiënt. Ik krijg daar veel energie van.” 

Community

Coördinator Anne Gilsing: “De sectorplangelden (jaarlijks 5 miljoen euro voor het MUMC+) zijn bestemd voor menskracht in onderzoek en onderwijs om te versnellen op de thema’s: preventie, datagedreven innovatie en van fundament naar toepassing. Op basis van voordrachten en pitches hebben we 29 mensen, verspreid over verschillende vakgroepen, aangesteld of een contractuitbreiding geboden.” Stef: “Ook op het gebied van methodologische vernieuwing zijn onderzoekers aangetrokken. Daarnaast is een data-steward aangesteld die de onderzoekers ondersteunt in het (her)gebruik van data voor onderzoek. In de selectie van onderzoekslijnen is heel goed gekeken naar complementaire expertises waarmee we gezamenlijk de doelstellingen van het sectorplan kunnen realiseren.” Anne: “Het mooiste is natuurlijk als deze groep van 30 personen een community gaat vormen en kennis en ervaringen actief deelt. We hebben een adviesgroep van senior onderzoekers uitgenodigd om dit proces te faciliteren, en op 19 januari heeft een gezamenlijke kick-off bijeenkomst plaatsgevonden. 

Dit is het tweede deel van een serie artikelen over het sectorplan en de invulling daarvan bij het MUMC+. Volgende keer: datagedreven innovatie.

Lees ook

  • Wetenschappers van het MERLN-instituut van Universiteit Maastricht en van het Maastricht UMC+ zijn erin geslaagd om een embryostructuur van een menselijke eeneiige tweeling te kweken uit louter stamcellen, zonder een eicel of spermacel te gebruiken. Dankzij deze kweek zien wetenschappers nu voor het...

  • Wetenschappers van het Maastricht MultiModal Molecular Institute (M4I) ontwikkelden de afgelopen jaren hun ‘intelligente operatiemes’, oftewel iKnife. Het Europese subsidieprogramma Interreg Vlaanderen-Nederland heeft nu voor de verdere ontwikkeling van deze techniek ruim 2 miljoen euro beschikbaar...

  • Levende hersenen in een laboratorium en onderzoek naar internetvrijheid. Maar liefst twee wetenschappers van Universiteit Maastricht zijn dit jaar genomineerd voor de Klokhuis Wetenschapsprijs. Breng jij ook je stem uit?