Patiënten met schizofrenie amper vertegenwoordigd in medicijnstudies naar antipsychotica

Maar liefst 80% van de patiënten die gevoelig zijn voor psychoses mag niet meedoen aan klinische studies naar de effectiviteit van antipsychotica. Dergelijke medicijnstudies hanteren namelijk strikte uitsluitingscriteria, waardoor enkel de minst zieke patiënten aan het onderzoek kunnen deelnemen. Denk daarbij aan mensen die weliswaar gevoelig zijn voor psychoses, maar níet lijden aan verslavingen, lichamelijke ziektes of zelfmoordgedachten. Bovendien blijkt dat mensen met psychosegevoeligheid die wél last hebben van bijvoorbeeld verslavingen, lichamelijke ziektes of zelfmoordgedachten slechter reageren op antipsychotica dan de minder zieke patiënten. Een en ander komt naar voren uit internationaal onderzoek onder leiding van de Universiteit Maastricht (UM). De opvallende bevindingen zijn vandaag verschenen in het wetenschappelijk tijdschrift JAMA Psychiatry.

Patiënten

Het internationale onderzoeksteam maakte voor deze studie gebruik van grootschalige medische registers uit Scandinavië die tientallen jaren teruggaan. In Zweden en Finland wordt namelijk al decennialang minutieus bijgehouden met welk ziektebeeld patiënten zich bij psychiaters melden. Data van tienduizenden patiënten uit deze nationale registers - die dus gaan over de patiënt in de spreekkamer - legden de wetenschappers vervolgens naast de uitsluitingscriteria die klinische studies naar antipsychotica hanteren bij het includeren van proefpersonen. Uitsluitingscriteria zijn bijvoorbeeld ‘suïcidale neigingen’, 'lijdend aan lichamelijke ziektes' of ‘verslaafd aan drugs of medicijnen’. Zowel uit de Zweedse als de Finse registers kwam naar voren dat vier op de vijf psychosegevoelige patiënten die zich in de spreekkamer bij de psychiater melden, niet in aanmerking komen voor deelname aan klinische studies naar geneesmiddelen tegen psychose (antipsychotica).

Klinische studies

Bovendien konden de onderzoekers uit de Scandinavische gegevens afleiden dat juist de meest complexe gevallen meer kans maken op een ernstig ziektebeloop wanneer zij antipsychotica ontvangen dan psychosegevoelige mensen die geen last hebben van verslavingen, lichamelijke ziektes of zelfmoordgedachten. Hoofdonderzoeker en psychiater Jurjen Luykx pleit dan ook voor meer inclusiviteit bij grote klinische studies. En voor meer specifieke studies bij bepaalde patiëntgroepen die juist wel regelmatig in de spreekkamer worden gezien, zoals bijvoorbeeld personen die psychotisch én verslaafd zijn. “Onze bevindingen tonen aan dat er eigenlijk nog maar weinig bekend is over de beste behandeling voor de meest voorkomende patiënt met psychosegevoeligheid in de spreekkamer”, aldus Luykx. “Dat is namelijk degene die ook gevoelig is voor verslaving, zelfmoordgedachten of lichamelijke ziekten. Als psychiater zie ik veel mensen met een psychotische kwetsbaarheid en dit soort bijkomende klachten. Het is essentieel om te weten welke behandeling goed werkt bij deze mensen, omdat we hen dus vaak in onze spreekkamers terugzien. Daarom moeten we in de toekomst veel inclusiever zijn bij wetenschappelijke onderzoeken naar nieuwe geneesmiddelen voor mensen met psychosegevoeligheid.”

Lees ook

  • Wetenschappers van het MERLN-instituut van Universiteit Maastricht en van het Maastricht UMC+ zijn erin geslaagd om een embryostructuur van een menselijke eeneiige tweeling te kweken uit louter stamcellen, zonder een eicel of spermacel te gebruiken. Dankzij deze kweek zien wetenschappers nu voor het...

  • Wetenschappers van het Maastricht MultiModal Molecular Institute (M4I) ontwikkelden de afgelopen jaren hun ‘intelligente operatiemes’, oftewel iKnife. Het Europese subsidieprogramma Interreg Vlaanderen-Nederland heeft nu voor de verdere ontwikkeling van deze techniek ruim 2 miljoen euro beschikbaar...

  • Levende hersenen in een laboratorium en onderzoek naar internetvrijheid. Maar liefst twee wetenschappers van Universiteit Maastricht zijn dit jaar genomineerd voor de Klokhuis Wetenschapsprijs. Breng jij ook je stem uit?