Nieuwe fase in nieuwbouw proefdiervoorziening

De nieuwbouw van het Biomedisch Centrum (BMC) van de Universiteit Maastricht bevindt zich in een nieuwe fase: het gemeentelijke vergunningentraject. Als dit verloopt volgens plan, kan er begin 2020 begonnen worden met de bouw een moderne faciliteit waar proefdieren (voornamelijk muizen en ratten) worden gehuisvest en experimenten worden uitgevoerd. In 2021 zou het klaar moeten zijn. Voorlopig is proefdieronderzoek nog nodig om de behandeling van ziektes als kanker en diabetes verder te verbeteren. Daarom investeert de UM in een nieuw, state-of-the-art centrum in Randwijck. Tegelijkertijd werken UM-onderzoekers in hetzelfde BMC aan alternatieven voor dierproeven waar mogelijk.

In het BMC worden de dieren gehuisvest in lijn met de nieuwste inzichten op dit gebied. Ook de onderzoekskamers beantwoorden aan de behoeftes van de dieren en beperken het ongemak tot een minimum. Er wordt zowel door de verzorgers van de dieren als door de onderzoekers die de experimenten leiden, alles aan gedaan om het dierenwelzijn te optimaliseren. Het nieuwe gebouw, dat ook een weide krijgt voor de varkens, geiten en konijnen (enkele tientallen per jaar), draagt daaraan in belangrijke mate bij.

Waarom nog proefdieronderzoek?
Hoewel het aantal dierproeven de afgelopen jaren afneemt, voorziet de Universiteit Maastricht dat ze de komende decennia noodzakelijk blijven om de medische zorg verder te verbeteren. UM-wetenschappers zoeken dagelijks naar nieuwe, betere behandelingen en medicijnen voor bijvoorbeeld kanker, hart- en vaatziektes, de ziekte van Alzheimer en diabetes. Wanneer er alternatieven voorhanden zijn, is het in Nederland niet toegestaan proefdieren te gebruiken voor onderzoek. UM-onderzoekers werken ook aan de doorontwikkeling van deze alternatieven, zoals computer- of celmodellen. Voor het nabootsen van bepaalde mechanismes van het menselijk lichaam bestaan er echter nog geen alternatieven die even betrouwbaar zijn als het diermodel. Tot die tijd is het noodzakelijk proefdieren te gebruiken, ook omdat de wet verplicht dat elke nieuwe medische behandeling eerst op minimaal twee verschillende diersoorten is getest voor een studie in mensen is toegestaan.

Reacties bestuur en wetenschap
Martin Paul, voorzitter van het College van Bestuur, benadrukt dat de Universiteit Maastricht wat dieproeven betreft pal achter het Nederlandse beleid staat van ‘Vervanging, Vermindering en Verfijning’ (de drie V’s genoemd). “De dierproeven die we uitvoeren, zijn wettelijk goedgekeurd door de overheid en voldoen aan alle strenge richtlijnen die ervoor gelden. Op het moment dat het anders kan, zullen we nooit voor een dierproef kiezen. Maar zolang dierproeven nog de enige route vormen naar de verbetering van behandelingen voor ziektes als kanker en diabetes, vinden we het belangrijk hiervoor de best mogelijke voorzieningen te creëren voor onze medewerkers. Daarom is het nieuwe BMC noodzakelijk.”
Leon de Windt, hoogleraar Moleculaire Cardiovasculaire Biologie en projectleider van het nieuwe BMC, is blij met de nieuwe stap. “Het ontwerp dat er nu ligt, beantwoordt aan alle eisen die proefdieren, wetenschappers en de overheid momenteel stellen aan dit soort wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappers die dit werk doen, houden ook van dieren. Maar ze willen ook graag de genezing van kanker dichterbij brengen, of van hart- en vaatziekten. Daarvoor is het cruciaal dat de universiteit nu deze investering doet.”

De nieuwbouw van het BMC kost 22 miljoen euro. Het gebouw komt op het terrein van de Maastricht Health Campus in Randwijck, op de hoek Universiteitssingel-Oxfordlaan. Meer informatie vindt u op de pagina Proefdieronderzoek en nieuwbouw Biomedisch Centrum (BMC).

Lees ook