(Neo)fascist metropolis

Pablo del Hierro bestudeert transnationaal fascisme in zijn geboortestad Madrid. Dat heeft tot nu toe geresulteerd in een boek, een documentaire, de FASoS Valorisation Prize en een politieke campagne om een fascistisch monument te verwijderen.

Pablo del Hierro was 13 toen hij in Madrid langs een ruiterstandbeeld van generaal Franco kwam. In zijn geboortestad staan veel fascistische monumenten, daar had hij nooit lang bij stilgestaan. Maar deze keer was er een grote neofascistische bijeenkomst bij het standbeeld. "Mijn vriend droeg een rood Che Guevara-shirt. Een groep skinheads zag ons en kwam ons achterna. We moesten echt rennen voor ons leven,” herinnert Del Hierro zich. "Ik zag toen voor de eerste keer hoe reëel en gewelddadig het neofascisme is.”

Het zou niet de laatste keer zijn. Del Hierro, al zijn hele leven supporter van Atlético de Madrid, was in het stadion toen een lid van een extreemrechtse factie een fan van Real Sociedad doodstak; de club uit Baskenland wordt geassocieerd met fel verzet tegen Franco. Een groot deel van Del Hierro's onderzoek naar neofascisme is gekoppeld aan de Spaanse Burgeroorlog en Franco's machtsovername in 1939.  

“Na 1945 was Madrid een van de weinige overgebleven toevluchtsoorden voor fascisten. Het Franco-regime bood veiligheid. Vanuit heel Europa kwamen intellectuelen en politieke activisten naar Madrid om ideeën en best practices uit te wisselen. Dat leidde tot nog meer immigratie.” Terwijl het belang van steden als Lissabon en Buenos Aires afnam als gevolg van culturele en politieke veranderingen, bleef Madrid tot ver in de jaren 1980 een fascistisch broeinest.

Transnationale ultranationalisten

Ultranationalisme lijkt een vreemde bondgenoot voor transnationale samenwerking. “De overgebleven fascisten moesten van de nood een deugd maken. Zelfs tijdens het interregnum probeerden extreemrechtse groepen in heel Europa samen te werken, maar ze konden hun ideologische verschillen niet overbruggen. De Tweede Wereldoorlog had hen gedecimeerd en versnipperd; ze moesten wel samenwerken, ongeacht hun eerdere meningsverschillen.” Del Hierro laat zien hoe de europeanistische tendensen die zich in Madrid ontwikkelden mainstream werden onder jongere neofascisten.

Volgens Del Hierro moet je de recente verkiezingsuitslagen in een historische context zien. “Bewegingen zoals Identiteit en Democratie [een extreemrechtse politieke groepering in het Europees Parlement] zijn niet nieuw. Al in 1979 probeerden extreemrechtse groeperingen een alliantie te smeden voor de eerste verkiezingen van het Europees Parlement. Deze vroege projecten mislukten om verschillende redenen, maar extreemrechts leerde door vallen en opstaan.” Het idee om uit de EU te stappen won onder zulke partijen in heel Europa aan kracht. Maar Brexit en de gevolgen daarvan lieten zien dat dat streven een illusie is. “Ze pasten zich aan. Geen van deze partijen stelt nog voor om de EU te verlaten. De retoriek is verschoven in de richting van hervormingen in de trant van de slogan uit de jaren ’50: 'Ja tegen Europa, maar niet dit Europa’.”

Onderkennen, niet onderschatten

Als dit alles de indruk geeft van extreemrechts als een geduchte politieke kracht, dan is dat Del Hierro's bedoeling. “Als we het fascisme willen bestrijden, moeten we ophouden het te bagatelliseren. We moeten het beter begrijpen en de mythe ontkrachten dat extremisten incapabele, incompetente leeghoofden zijn. Ze zijn echt gevaarlijk, goed georganiseerd en beschikken over veel middelen. Ze blijven leren en lijken een succesformule te hebben gevonden.” Om de evolutie van extreemrechts te begrijpen, zegt hij, is het niet alleen van cruciaal belang om het onderliggende netwerk van intellectuelen en denktanks in heel Europa te bestuderen, maar ook om de mythes rond hun kiezersbasis te ontkrachten. “Kiezers zijn producten van hun omstandigheden. Secularisme en globalisering worden gezien als krachten die de identiteit van mensen hebben aangetast. Tegelijkertijd heeft de economische crisis van 2008 mensen het gevoel gegeven dat hun levensstandaard is gedaald en zal blijven dalen.” Het succes van extreemrechts onder jongere kiezers kan worden toegeschreven aan het uitventen van deze pessimistische visie, en aan hun kennis en vaardigheden op het gebied van sociale media.

“Ze weten de tijdgeest op een andere manier te vangen dan de traditionele partijen,” zegt Del Hierro. Een vaag gevoel van verval en decadentie, een eens zo glorieus Europa van natiestaten dat is verraden door de mondiale elite. “En dan bied je gemakkelijke oplossingen om die problemen aan te pakken. Weg met die buitenlanders, zodat het makkelijker wordt om werk en een huis te vinden.” Het is contraproductief, zegt Del Hierro, om de zorgen die mensen hebben – of de gehaaide politici die die zorgen uitbuiten – gewoon te negeren. “Toen ik ongeveer 12 jaar geleden met dit soort onderzoek begon, zeiden mijn collega's dat het maar een randverschijnsel was en geen aandacht verdiende. Maar ik raakte ervan overtuigd dat dit een serieus probleem was dat alleen maar erger zou worden.”

UMagazine

Lastige maatschappelijke discussies

Del Hierro publiceerde zijn bevindingen in een wetenschappelijk tijdschrift dat de aandacht trok van uitgevers. Dat resulteerde in een boek dat gelezen werd door journalisten, producenten en politieke activisten. “Een groot deel gaat over de stedelijke geografie van Madrid; het is erg visueel. Dus werd besloten er een documentaire van te maken, die waarschijnlijk volgend jaar zal worden uitgezonden ter gelegenheid van de 50e verjaardag van het einde van de Franco-dictatuur. Daarna laten we een langere versie zien op festivals, om meer mensen te bereiken.”

Del Hierro werkt ook samen met politieke activisten. “De beweging Verenigd Links heeft op basis van mijn onderzoek verschillende petities gestuurd om een fascistisch monument in Majadahonda [een voorstad van Madrid] te verwijderen. Er zijn daar elk jaar extreemrechtse bijeenkomsten, maar de rechtse lokale overheid heeft nog steeds geen besluit genomen.” Op grond van de controversiële Wet op de Historische Herinnering moeten alle monumenten die het Franco-bewind (dat tot 1975 duurde), verheerlijken worden verwijderd. “In plaats van monumenten te verwoesten, denk ik dat we ze in hun context moeten plaatsen. Het is heel ingewikkeld, maar het is goed dat deze discussie eindelijk plaatsvindt in Spanje.” Del Hierro's reis heeft hem teruggebracht naar het soort monument waarmee het allemaal begon – en er is nog genoeg werk te doen.


Tekst: Florian Raith
Fotografie: Paul van der Veer

UMagazine

Lees ook