Mathilde Kennis (FPN): Transpersonen en hun seksueel welbevinden

“Als ik een geslachtsverandering onderga, hoe zal het leven tussen de lakens dan zijn?” Dit is een veelvoorkomende vraag in de transgendergemeenschap. Mathilde Kennis probeert een antwoord te vinden.

Kennis is PhD student bij twee onderzoeksgroepen binnen de Faculty of Psychology and Neuroscience: Brain Stimulation and Cognition (supervisors Alexander Sack en Felix Duecker) en Experimental Health Psychology (supervisor Marieke Dewitte). De focus van haar studie is op volwassen transpersonen, personen wiens toegewezen geslacht bij de geboorte niet overeenkomt met hun genderidentiteit (genderdysforie). Deze transgender personen willen vaak graag een medische geslachtstransitie doorgaan. “Ik wil bij hen kijken naar hun neurobiologie en hun seksueel welbevinden. Ik wil dat doen op het moment dat ze nog in hun “foute” lichaam zitten, tijdens de transitie, en uiteindelijk na de verandering.”

Thom Frijns

Wat vertelt het brein ons?

Neurobiologie houdt zich bezig met wat er fysiek in het brein gebeurt. “Wij zijn op zoek naar verbindingen tussen bepaalde zones in het brein.” Er zijn dergelijke zones waar er een, miniem, verschil lijkt te zijn tussen man en vrouw. “Bij transpersonen wil ik kijken of hun brein al meer mannelijk of vrouwelijk is dan hun lichaam. En als bijvoorbeeld een vrouw meer mannelijk wordt, door bijvoorbeeld hormoontherapie, wordt het brein dat dan ook?”

Niet zwart-wit

Kennis vermoedt dat de oorzaak van genderdysforie niet simpelweg een mannelijk brein in een vrouwelijk lichaam is (of andersom). Zij vermoedt dat het te maken heeft met de verschillende regio’s in het brein die verwerken hoe iemand lichaam aan geest linkt. “Bij veel transpersonen zien we een afkeer van het eigen lichaam.”

Vaak staan transpersonen op een lange wachtlijst voor een geslachtsverandering, tijdens deze wachtperiode voelen zij zich ongelukkig. “Als we kunnen aantonen dat wij therapie kunnen toepassen op het facet: hoe beleef je je eigen lichaam en niet zozeer op man/vrouw. Dan kunnen wij misschien al het leed verzachten tijdens de wachtperiode.” Ook wil Kennis kijken naar hoe ze transpersonen kan helpen die ervoor kiezen niet het volledige medische proces door te gaan. Die keuze wordt ook regelmatig gemaakt, vanwege de hoge kosten, angst voor de impact van de ingreep, of het niet volledig conformeren met een binaire genderidentiteit (man of vrouw).

Rekruteren

Om mensen te vinden voor deze studie gaat Kennis samenwerken met de Universiteit van Gent, want daar bevindt zich een van de grootste gendercentra van Europa. “Daar gaan wij onze participanten rekruteren, maar ik beweeg mezelf ook in de wereld.” Dat bewegen doet ze onder andere richting Transgender Limburg, die elke maand een café-avond houden in Maastricht. “Ik kan zelf als cisvrouw niet helemaal weten wat er in hun hoofden omgaat, en ik wil graag dat mijn onderzoek iets goeds doet voor hen. Daarom is het belangrijk met ze te blijven spreken, niet vanuit een ivoren toren werk doen waar zij niets aan hebben. Ik wil niet doen alsof ik als onderzoeker meer over genderdysforie weet dan zij zelf: transpersonen blijven de experts, en wetenschappers moeten naar hen blijven luisteren.”

Best goed voor een meisje

Tijdens de middelbare school deed Kennis een sterk wetenschappelijke en wiskundige richting, in een klas met voornamelijk jongens. Toen hoorde zij vaak “jij bent hier best goed in voor een meisje”. Nadat ze de jongen terecht had gewezen, werd haar interesse gewekt voor het verschil in het brein tussen mannen en vrouwen. “Transpersonen zijn een interessante groep om te bestuderen met betrekking tot deze vraag.” Waar komen die verschillen vandaan? Zijn de verschillen aangeleerd of biologisch? Kunnen wij er invloed op hebben?  “Toen ik meer begon te leren over genderdysforie en wat de mensen die ermee kampen meemaken, kreeg ik meer affiniteit met de groep zelf, niet alleen het man-vrouw onderwerp.”

In die periode kwam iemand uit haar thuisstad uit de kast als transvrouw. De negatieve reacties wakkerden de activist in haar aan. “Deze mensen maken heel veel mee: depressies, angststoornissen en akelig hoge zelfmoordcijfers. We moeten deze groep beter gaan begrijpen.”

Zeitgeist

“Ik denk dat ik geluk heb dat ik in deze tijd met het onderwerp bezig ben. Het is nu eindelijk ietwat acceptabel om er onderzoek naar te doen, we hebben nu de kans om het onderwerp serieus te nemen.”

Er zijn veel gevallen van transpersonen die zeker van hun zaak zijn, waar alle twijfel overboord is. “Ik moet door dit proces, anders kan ik niet gelukkig zijn.” Maar ook deze mensen komen erachter dat die transitie niet zo gemakkelijk was als gedacht. Er zijn veel sociale veranderingen die het met zich meebrengt: hoe word ik aangesproken? Hoe vertel ik het mijn familie, vrienden, of gezin? Daarbij komen nog de fysieke veranderingen, door de chirurgische ingreep en door de hormonen. “Je gaat eigenlijk door een nieuwe pubertijd.”

“Dit toont sterk dat dit voor transgenders geen keuze is, maar een noodzaak. Anders zou je dit hele zware traject niet doorstaan.”

Step 1

Van vrouw naar man of omgekeerd is een transitie die mooi past binnen het kader waarin onze maatschappij ‘gender’ bekijkt. Deze gender-categorieën zijn sterk in onze samenleving ingebakken, maar kunnen erg beperkend zijn. “Er is ook een grote groep mensen die tussen die categorieën in zweeft. Echter is dit vraagstuk voor mijn onderzoek nog te ingewikkeld. Stap 1 is uitvinden wat er aan de hand is bij transpersonen die in dit binaire kader passen; later zou ik graag mijn focus uitbreiden naar het non-binaire en genderfluïditeit.” 

“Helderheid en begrip zijn waar wij veel winst kunnen behalen. We gaan met kleine stapjes vooruit, en ik zet er graag een paar.”

Lees ook