Lagere verwachte economische groei leidt tot afname in de groei van de werkgelegenheid
De economische groei is de komende jaren lager door de teruglopende uitvoer van goederen en de lagere consumptie. Deze lagere groei vertaalt zich op termijn naar een stagnatie in de groei van de werkgelegenheid. De instroom van bachelor-afgestudeerden is in vergelijking met mbo-gediplomeerden hoog, waardoor de arbeidsmarktperspectieven voor met name mbo4-afgestudeerden relatief goed zijn. Hogere prijzen, bestaande krapte en (geo)politieke veranderingen blijven de komende jaren voor onzekerheid zorgen op de arbeidsmarkt. Aldus de belangrijkste bevindingen van een nieuw rapport ‘De arbeidsmarkt naar opleiding en beroep tot 2028’ van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht.
Aanbod van mbo4-geschoolden blijft achter bij vraag
In de periode van 2023 tot 2028 zullen naar verwachting ruim 1,5 miljoen gediplomeerden de arbeidsmarkt instromen. Bijna 60% van deze gediplomeerden zal uit het hoger onderwijs komen en dan voornamelijk van het HBO. Dit leidt de komende jaren langzaamaan tot oplopende knelpunten in de personeelsvoorziening van mbo4-gediplomeerden omdat het grootste gedeelte van de beroepsbevolking die met pensioen gaat mbo-geschoold is. Zo blijkt uit het nieuwe ROA rapport.
De arbeidsmarktprognoses voor mbo4-gediplomeerden zijn tot 2028 dan ook gunstiger dan voor bachelor gediplomeerden. De prognoses voor master gediplomeerden blijven daarentegen wel gunstig. Onderzoekleider Jessie Bakens legt uit dat “er zeker sprake is van “skills-upgrading” waarbij werkenden die met pensioen gaan vervangen worden door iemand met een hoger opleidingsniveau, maar theoretisch geschoolde bachelors zijn niet altijd geschikt voor de praktisch ingerichte beroepen voor mbo4-gediplomeerden.” Dit betekent niet dat bachelor gediplomeerden werkloos zullen worden. “Wij verwachten dat zij iets meer moeite zullen hebben een passende baan te vinden en dat de arbeidsvoorwaarden zullen tegenvallen ten opzichte van de afgelopen jaren. Daarnaast mag je ook verwachten dat de loonverschillen tussen mbo4-gediplomeerden en bachelor- en mastergediplomeerden kleiner worden”, aldus Bakens.
Structurele knelpunten in techniek, zorg en onderwijs: aanbod vergroten en vraag verlagen
Ondanks de lagere verwachte economische groei tot 2028, zal de arbeidsmarkt de komende jaren krap blijven voor technici, zorgpersoneel en onderwijzend personeel. Dit ondanks de groeiende aantallen gediplomeerden uit die richtingen die de arbeidsmarkt instromen. Werkgevers zullen moeite houden om geschikt personeel te vinden voor de functies van artsen, verpleegkundigen, docenten in het basisonderwijs, leidsters kinderopvang, ingenieurs, en juristen. Tegenover deze structurele krapte, staat dat de arbeidsmarkt voor veel andere beroepen ruimer zal worden. Voor het oplossen van de tekorten aan technici wordt bijvoorbeeld al personeel geworven in het buitenland, en veel buitenlandse studenten met een diploma van een technische studie blijven na hun studie in Nederland werken. “Maar er moet ook gezocht worden naar manieren om meer Nederlandse jongeren te interesseren voor een technische studie. De vraag naar technici is niet alleen groot in de technische sector, maar technische vaardigheden worden ook buiten de techniek steeds meer gewaardeerd” zegt Bakens. Bakens geeft aan dat knelpunten in het onderwijs en de zorg vooral ontstaan omdat “werkgevers in de zorg en het onderwijs moeite hebben om personeel aan te trekken en te houden”.
Vervangingsvraag
Tot 2028 wordt maar 1 op de 10 nieuwe banen gecreëerd door economische groei. De overige 9 banen komen vrij omdat medewerkers vervangen moeten worden wanneer zij al dan niet tijdelijk de arbeidsmarkt verlaten vanwege o.a. (vervroegde) pensionering, zorgtaken of hun beroep verruilen voor een ander beroep. De vervangingsvraag zorgt dus voor 90% van de baanopeningen. De grootste vervangingsvraag is voor werkenden met een mbo4-opleiding, voornamelijk omdat een grote groep van hen met pensioen gaat. In absolute aantallen wordt de meeste vervangingsvraag verwacht voor bedrijfseconomische en administratieve beroepen, en transport en logistiek beroepen. “Maar het aanbod van gediplomeerden die de arbeidsmarkt betreden met een passend achtergrond voor het uitoefenen van deze beroepen is ruim voldoende”, geeft Bakens aan. Dit geldt niet voor alle beroepen, bijvoorbeeld in de agrarische sector. “Alhoewel de werkgelegenheid in de agrarische sector al jaren daalt en naar verwachting verder zal blijven dalen, is er toch niet voldoende aanwas van gediplomeerde schoolverlaters met de juiste papieren om de vergrijzende beroepsbevolking van tuinders, akkerbouwers en veetelers te vervangen” aldus Bakens.
Lees ook
-
Tegen het licht van maatschappelijke uitdagingen en veranderingen op de arbeidsmarkt zou een leven lang ontwikkelen voor iedereen vanzelfsprekend moeten zijn. Toch laat onderzoek van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) van de Universiteit Maastricht gefinancierd door de LLO-Katalysator zien dat deelname aan werkgerelateerde cursussen sinds 2004 relatief stabiel is, en blijft steken op 53 procent.
-
Professor Rob Bauer, hoogleraar Finance van de Maastrichtse School of Business and Economics en houder van de Peter Elverding leerstoel, is de winnaar van de Greening Finance Prijs 2024. Deze prestigieuze prijs is uitgereikt door de Universiteit Oxford.
-
Maastricht University Center for Entrepreneurship and Innovation, BDO Accountants en Adviseurs en AFAS Software gaan onderzoek doen naar de uitdagingen en kansen voor Nederlandse familiebedrijven ten aanzien van de ecologische verduurzamingsopgave