Groen zijn is nog niet zo makkelijk: de uitdagingen en voordelen van internationale onderzoekssamenwerking

Nu de wereld op zoek is naar oplossingen voor schonere energie, wordt groene waterstof gezien als een belangrijke schakel in de transitie naar een duurzame toekomst. Veel regeringen hebben beleid uitgewerkt om deze technologie te ondersteunen, maar wegens andere prioriteiten komen initiatieven vaak niet van de grond. Fabianna Bacil, promovenda aan UNU-MERIT/Universiteit Maastricht, maakt deel uit van een internationale onderzoeksgroep die onderzoek doet naar groene waterstof in opkomende economieën.

Het project staat onder leiding van de UM en wordt ondersteund door het Worldwide Universities Network. Het brengt inzichten uit vier continenten samen over beleid rond de ontwikkeling van groene waterstof. De focus ligt niet op technische aspecten, maar eerder op de mogelijkheden die groene waterstof biedt voor economische ontwikkeling, met name in contexten waar energieoplossingen van grote invloed kunnen zijn op opkomende markten. “De strategieën van Brazilië, Chili, China en Zuid-Afrika zijn verrassend gevarieerd,” legt Fabianna Bacil uit. "Het zijn allemaal ontwikkelingslanden, maar toch heeft elk land zijn eigen ontwikkeltraject en prioriteiten.”

Kosten-baten-verhaal

Brazilië en China, zegt Bacil, beschouwen groene waterstof als een strategische prioriteit, maar niet altijd als de hóógste prioriteit. Hun technologie-agnostische aanpak is niet alleen gericht op groene waterstof. Voor Chili en Zuid-Afrika daarentegen staat groene waterstof prominent op de nationale agenda. Landen investeren in de technologie om uiteenlopende redenen, van het zoeken naar exportmogelijkheden en het streven naar decarbonisatie en energiezekerheid tot het stimuleren van sociaaleconomische voordelen, innovatie en industriële ontwikkeling.

Elk land volgt ook een ander spoor om groene waterstof te integreren. Chili heeft een exportgedreven strategie voor economische groei, terwijl Zuid-Afrika door middel van groene waterstof nieuwe binnenlandse industrieën wil stimuleren. De hoge kosten zitten echter vaak in de weg. “Groene waterstof is erg duur, wat het vooral voor ontwikkelingslanden tot een uitdaging maakt,” zegt Bacil. Ze hebben moeite om te concurreren met de subsidies die rijke landen bieden. Tegelijkertijd kan het nadelig zijn voor het concurrentievermogen wanneer landen die de vraag naar groene alternatieven willen ontwikkelen, unilaterale maatregelen als CO2-heffingen instellen.

Volgens de onderzoekers gaapt er een groot gat tussen overheidsstrategieën en wat er in de praktijk gebeurt. Zo wordt in Zuid-Afrika het officiële streven om groene waterstof te industrialiseren ondermijnd door de kosten, waardoor producenten zich op de export richten. “Om een binnenlandse markt te creëren zouden er subsidies of soortgelijke maatregelen nodig zijn, wat te duur kan zijn voor zich ontwikkelende economieën,” aldus Bacil.

Volgende stappen


Nu het project is afgerond, denkt Bacil na over volgende stappen voor haar onderzoek. “We hebben enorm veel geleerd van deze samenwerking,” zegt ze. Maar ze maakt zich ook zorgen over de mogelijke economische gevolgen wanneer er alleen wordt ingezet op de export van groene waterstof. Dit zou kunnen leiden tot een scenario dat bekend staat als “Hollandse ziekte”, waarbij het succes van één sector de algehele economische gezondheid schaadt. “We moeten nadenken over wat de gevolgen zijn als Brazilië een streng milieubeleid voert terwijl andere landen dat niet doen. Het zou goed zijn voor het milieu, maar het zou ook het concurrentievermogen van lokale bedrijven kunnen schaden.”

Daarnaast bracht het onderzoek politiek-economische kwesties aan het licht. Belangengroepen en stakeholders kunnen beleid beïnvloeden en vertragingen veroorzaken. De ontwikkeling van groene waterstof zou ook kunnen worden afgeremd door concurrentie van alternatieve hernieuwbare energiebronnen.

Bacil en haar team zijn van plan om hun bevindingen te delen met beleidsmakers over de hele wereld. “Elk land heeft zijn eigen uitdagingen en unieke randvoorwaarden voor de ontwikkeling van een groene waterstofsector. Door de variaties te bestuderen kunnen we de onderliggende dynamiek beter begrijpen. Deze vergelijkende analyse is slechts de eerste stap naar diepgaand onderzoek dat kan helpen om effectiever beleid te formuleren.”

Groene Energie

Internationale samenwerking

 

Het onderzoeksteam maakte al vroeg in het project gebruik van de mogelijkheden voor internationale samenwerking. Face-to-face-workshops in Maastricht bleken een stimulans te zijn voor de teamgeest. “Online bijeenkomsten zijn daar minder geschikt voor,” zegt Bacil. “Persoonlijke ontmoetingen brachten ons samen en we konden elkaar laten zien welke expertise ieder van ons in huis had.”

Ze benadrukt ook de waarde van kruisbestuiving in onderzoek. “Ik was in Zuid-Afrika toen de energiecrisis het grote probleem was. Maar in gesprekken met wetenschappers en beleidsmakers kwam ik erachter dat hun voornaamste zorgen de financiële implicaties en het creëren van banen waren, en niet zozeer energie an sich. Ze wilden weten of de transitie van een op kolen gebaseerde economie naar groenere energie het banenverlies in de kolensector voldoende zou compenseren. Ze wilden vooral een rechtvaardige energietransitie, die eerlijk en inclusief is en waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van jonge werkende mensen.”

Nieuw inzicht 
 

Voor Bacil is het project ingrijpend geweest. De samenwerking met experts met verschillende achtergronden heeft haar de ogen geopend voor andere perspectieven. “Door het project ben ik flexibeler gaan denken,” zegt ze. “Vroeger geloofde ik dat exportgerichte overheden bedrijven moesten stimuleren om groene waterstof te gebruiken. Maar toen ik het grote productiepotentieel van Chili zag, begreep ik dat een exportgerichte aanpak zinvoller kan zijn dan een focus op binnenlandse markten.”

“Ik begrijp nu ook waarom Brazilië maar weinig vooruitgang boekt. Waarom zou het ervoor kiezen om voorop te lopen bij de groene transitie? Ik heb geleerd dat er geen pasklare oplossing is; beleid kan vaak niet een-op-een worden vertaald of gekopieerd. Dit verklaart ook waarom strategieën zelden overeenkomen met de werkelijkheid. Landen staan voor unieke uitdagingen en moeten daar op hun eigen manier mee omgaan, zelfs als ze het eens zijn over de uiteindelijke doelen.”

Dit nieuwe inzicht strekt zich uit tot haar verwachtingen over het gebruik van groene waterstof. “Ik heb mijn overdreven optimistische mening over de mogelijkheden ingeruild voor een meer realistische kijk op de zaak,” geeft ze toe. “Onderzoek verandert, marktomstandigheden veranderen; ik begrijp nu hoe complex de behoeften en uitdagingen rond groene waterstof zijn.”                     

 

Tekst Theo Tamis
Illustratie Ted Struwer

Strooigoed Struwer

Lees ook

  • Woensdag 4 juni 2025

    Op 3 juni hebben pro-Palestijnse demonstranten een protestmars gehouden bij en in enkele UM-gebouwen. Daarbij deden ze gebouwen van UCM, SBE, Law en het Studenten Service Centrum aan. Rond 14.00 beëindigden de demonstranten hun actie. 

    Logo UM
  • Rise with Pride: UM hijst de vlag voor inclusiviteit

    Maandag kwamen medewerkers en studenten bijeen op het grasveld bij UNS40 om de start van Pride Month te vieren met een moment van bezinning en solidariteit. Vicevoorzitter Jan-Tjitte Meindersma hees namens de universiteit de Progress Pride Flag, als zichtbaar teken van steun voor LGBTQIA+-leden...

    The raised flag at Pride month flag raising event