Prof. dr. Mathieu Segers, hoogleraar Eigentijdse Europese Geschiedenis en Europese Integratie en decaan van UCM over 25 jaar Verdrag van Maastricht

"Geloofwaardigheid is het grootste probleem van Europa"

Met het Verdrag van Maastricht werd de eerste stap gezet naar de huidige Europese Unie (EU). Nu, 25 jaar later, is het een mooi moment om de balans op te maken. Heeft de EU de verwachtingen waargemaakt? Is zij opgewassen tegen de problemen van deze tijd? Denk aan de eurocrisis, de vluchtelingencrisis, Brexit en het oprukkend anti-Europees populisme, met Trump als laatste loot aan deze boom. Is het ideaal van een geïntegreerd Europa wellicht achterhaald? We vroegen het een aantal Maastrichtse hoogleraren. Dit keer: prof. dr. Mathieu Segers, hoogleraar Eigentijdse Europese Geschiedenis en Europese Integratie en decaan van het University College Maastricht.

Femke Kools, foto: Philip Driessen

Waar staat het begrip ‘Europese integratie’ voor?
“Het is het ordenende mechanisme voor de Europese politiek en samenleving na de Tweede Wereldoorlog. Het grote kader waarin welvaartstaten zoals Nederland zijn opgebouwd en waarbinnen na de Koude Oorlog de eenwording van Europa heeft vorm gekregen. Daarnaast behelst de Europese integratie de geschiedenis en voorgeschiedenis vanaf de oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) tot de EU die we nu hebben. Het is veelomvattend; van de gemeenschappelijke markt tot de monetaire unie en de gezamenlijke munt en supranationale instituties. Het veelomvattende proces van integratie is zo succesvol en groot geworden, dat het een dynamiek op zichzelf heeft ontwikkeld. Dat roept tegenwoordig veel aversie op bij mensen.”

Wat is het grootste probleem van Europa op dit moment?
“Geloofwaardigheid. Als er iets belangrijk is in politiek, en dat is de Europese integratie, is het dat. Aan alle kanten staat de geloofwaardigheid van de Europese integratie onder druk op dit moment; in de nationale democratieën van de lidstaten, maar ook in de onderlinge Europese betrekkingen en in de internationale politiek. Dat zorgt voor twijfels en verlamming, en dat versterkt het geloofwaardigheidsprobleem weer. De grote vraag is: kunnen we deze problematische spiraal nog keren?”

Wat verwacht u van dit jaar?
“Dat is heel lastig te voorspellen op dit moment.  Trump en Brexit waren een jaar geleden onvoorstelbare dingen. Dat geeft iets aan van wat er momenteel politiek mogelijk is. Heel lang sloot het Europese integratieproces extremen uit. Het was een technocratisch samenwerkingsproject. Eén van de kenmerken daarvan was dat je via rustig overleg in een midden uit kon komen dat voor iedereen acceptabel was. Als je maar de tijd nam en de rust bewaarde. Dat speelveld is nu over hoop gehaald. De tijdsdruk is nu vaak gigantisch in de belangrijke probleemdossiers, zoals de vluchtelingencrisis, de eurocrisis en de Oekraïnecrisis. Daar komt nog bij dat de standpunten en politiek sterk gepolariseerd zijn geraakt als het gaat om Europese oplossingen of aanpak. Dit alles brengt een veel breder scala aan toekomstscenario’s in beeld. Het is mogelijk dat Europa een soort schok in een nieuwe volwassenwording zal meemaken. De politieke dragers die daarvoor nodig zijn, kunnen we nu echter niet aanwijzen, mede omdat je vanwege de verkiezingen in Nederland, Frankrijk en Duitsland niet weet wie volgend jaar de Europese politiek vorm zal geven in deze sleutellanden. Dat creëert een soort suspense. 2017 is een thrillerjaar, waarin ook getest wordt of de orde van Maastricht een basis biedt om in de 21e eeuw door te functioneren of dat er iets anders voor in de plaats moet komen.”

In uw laatste boek, ‘Europa en de terugkeer van de geschiedenis’, stelt u dat de Europese vakantie van geschiedenis en politiek voorbij is. Wat bedoelt u daar precies mee?
“Het Verdrag van Maastricht was het geboorteuur van de monetaire unie. En feitelijk ging het alleen daarover. Dat was best vreemd. Want het einde van de Koude Oorlog, de Duitse eenwording, de aanstaande Europese vereniging, dat waren de grote ontwikkelingen van dat moment en die vroegen om een herdefiniëring van Europa in de wereld. De heel moeilijke opdracht die daarbij hoorde was antwoord op vragen als: Waar staat het Europa van de integratie voor? Wat is het ons waard? Waar lopen haar grenzen, zowel geografisch, cultureel, spiritueel als sociaaleconomisch? Het was en is moeilijk te begrijpen dat Europa deze politiek-morele vragen beantwoordde met een hyper-technocratisch project als een muntunie. Toch was dat wat er gebeurde in Maastricht. Daar was ook een reden voor. De grote vragen over politiek, moraal en identiteit had West-Europa lang niet hoeven op te pakken. Tijdens de Koude Oorlog wezen de VS de weg in deze kwesties, terwijl de economie in West-Europa vooral floreerde. Na de Koude Oorlog zorgde de aanhoudende grote welvaart voor comfort en werden de grote en moeilijke vragen iedere keer opnieuw verder vooruit geschoven. Time is on our side, dat was het gevoel. Het Europese integratieproces werd langzaam gezien als een onoverwinnelijk model. En zo verlengde Europa de vakantie van geschiedenis en politiek na de Koude Oorlog. Er is nog altijd een groot latent draagvlak onder de Europese bevolking voor de Europese waarden en de zaken waarvoor Europa staat in de wereld, maar dat draagvlak is verstopt geraakt onder een stoflaag van onbegrip, comfort en politieke verwaarlozing in de democratieën van de lidstaten. In de huidige constructie van instituties en lidstaten lijkt het telkens onmogelijk om die basis van gedeelde waarden aan te spreken en te vertalen in acties. Dat is heel zorgelijk en werkt vervreemdend bij alle betrokken partijen.”

Wat zijn ‘de waarden’ van Europa precies?
“Die waarden zitten in de verdragen, die zich al sinds de jaren vijftig ontwikkelen. Het Verdrag van Parijs, de Verdragen van Rome, het Verdrag van Maastricht, dat van Amsterdam, en dat van Lissabon. In die verdragen zijn die waarden echter vaak heel algemeen en weinig toegespitst geformuleerd, niet zelden in de vorm van moeilijk te doorgronden compromisteksten. Kortom: handelen in een acute situatie vraagt om interpretatie van het verdrag, en concrete uitwerking. En dat vergt weer een nieuw politiek proces. Dat is het fascinerende van de Europese integratie: iedere dag moet letterlijk het wiel opnieuw uitgevonden worden, want er is geen voorbeeld. Kijk naar de vluchtelingencrisis. Als je in de verdragen zoekt naar houvast om daarop te reageren in Europese gezamenlijkheid, dan is de manier van Merkel de juiste. In alle Europese verdragen staat namelijk dat mensenrechten gekoesterd en bevorderd moeten worden. Probleem was echter dat deze verdragsinhoud slecht strookte met de politieke realiteit, het draagvlak onder de Europese bevolkingen en de stabiliteit van de eigen Europese samenlevingen. In de democratieën van de lidstaten, die Europees beleid moeten dragen, bestond een meerderheid voor een veel defensiever beleid van grenzen sluiten. Gevolg is een ingewikkeld, tijdrovend en moeizaam politiek proces van trekken en duwen rond de vraag: moeten we bepaalde afspraken bij de verdragen voegen om duidelijk te maken hoe een bepaald artikel moet worden geïnterpreteerd, nu we deze situatie kennen? Als de problematiek acuut is en de meningsverschillen groot, vreet zoiets aan de geloofwaardigheid van Europese samenwerking. Tot nu toe is het toch iedere keer opnieuw gelukt een basis voor samenwerking te scheppen die een soort van oplossing voortbrengt. Maar de geloofwaardigheid van deze methode staat erg onder druk.”

Hoe komt dat?
“Dat komt grotendeels doordat de problemen die nu op Europa afkomen van een totaal andere orde zijn dan tijdens de Koude Oorlog. Nu is er de reële dreiging vanuit Rusland zonder de expliciete bescherming van de VS. Sterker: sinds kort wordt duidelijk dat ook de VS een bedreiging kan worden voor de Europese belangen. Zoals de Duitse analist van de internationale politiek, Josef Joffe, een paar weken geleden schreef in Die Zeit: als olifanten de liefde bedrijven, vertrappen ze het gras. Dat scenario is heel reëel aan het worden en het gras is dan Europa. Vooral omdat Europa nog geen positie heeft in cruciale kwesties als veiligheid en grenzen, laat staan dat zij een gezamenlijke veiligheidsmacht heeft opgebouwd. Deze tijd en de Europese bevolkingen vragen om politieke actie, vooral ook waar het gaat om veiligheid en bescherming. Daar is de architectuur van de Europese integratie en de instituties niet op toegerust. Zeker niet nu tijd niet langer de grote vriend is van de Europese integratie, maar de tegenstander. Dat verklaart veel van de huidige verlamming. We plukken de vruchten van het feit dat we de grote vragen na de val van de Berlijnse muur nog 25 jaar voor ons uit hebben geschoven. Daar zit de crux van de geloofwaardigheidsproblemen van vandaag.”

Wat staat de Europese regeringen te doen?
“Politieke moed tonen. Want er is politieke moed nodig om het verhaal te houden dat de zwart-wit sjablonen niet werken als je Europa serieus wilt nemen. De natiestaat bestaat niet in zijn pure vorm, maar de Europese federatie evenmin. De werkelijkheid zit er tussenin. Om het nog concreter te maken: komende jaren zal blijken dat Brexit ook niet bestaat. Door de uitslag van het referendum kan het VK geen volledig lid blijven, maar geheel loskomen zal ook niet lukken vanuit het perspectief van de Britse belangen. Kortom: als de politiek niet in staat is dat grijze midden te benoemen en aantrekkelijk te maken, dan blijf je die enorme geloofwaardigheidsproblemen houden. Hier krijgen de regeringen in het VK de komende tien jaar ook mee te maken: mensen hebben gestemd dat ze de EU willen verlaten, maar zo ondubbelzinnig zal de realiteit niet maakbaar blijken. Wat ze zullen krijgen zijn jarenlange onderhandelingsprocessen. Dat is een hard gelag.”

Wat betekent dat voor de komende jaren?
“Naarmate de druk groter wordt en situaties chaotischer, is er politiek ook veel meer mogelijk. Het is niet uit te sluiten dat er iets fundamenteels zal gebeuren onder druk van deze ongekende omstandigheden. Sterker: dat wordt steeds waarschijnlijker. Europa heeft na de oorlog niet meer voor een dergelijke uitdaging gestaan. Dit kan een verenigend effect hebben, al lijkt dat tot nu toe misschien niet het meest reële scenario. Misschien in een kleine groep, van West-Europese landen die het langst weten wat de voordelen zijn van de Europese samenwerking. Maar dat hangt sterk af van de aankomende verkiezingen. Als uit de verkiezingen, vooral in Duitsland en Frankrijk dit jaar, blijkt dat de bevolkingen in meerderheid de steun voor Europa intrekken, wordt het heel moeilijk. Als er toch nog een meerderheid blijkt met animo om via de samenwerking in Europa oplossingen te vinden voor de huidige problemen, dan zou dat de start kunnen zijn van een nieuwe fase van volwassenwording van het Europese integratieproces. Beide scenario’s zijn mogelijk.”

Dus, al met al: is er reden voor een feestje?
“De EU is een project dat staat voor vrede, verzoening en samenwerking. Maar het is ook het grootste invloedsfeer-uitbreidingsproject op vrijwillige basis ooit vertoond. Dat is op zich iets fantastisch. De keerzijde is dat een dergelijke grote uitbreiding van invloedssfeer onvermijdelijk argwaan wekt bij anderen. Daarnaast: een uitbreiding van dergelijke omvang vraagt om verandering en aanpassing van je instituties. Beide zaken zijn de afgelopen 25 jaar met een grote onbekommerdheid tegemoet getreden. Dat blijkt nu een grote vergissing. Het Verdrag van Maastricht was nog nooit zo belangrijk als vandaag. We moeten terug naar de bronnen van het huidige Europa, kijken op welke punten veranderingen nodig zijn om de bestendigheid in de toekomst te garanderen. Dus het is geen tijd voor een feestje, noch voor een kater, maar het is tijd voor een zoektocht naar innerlijke kracht.”

Op 23 maart spreekt Mathieu Segers over dit onderwerp tijdens de Literaire Salon in het Pesthuys in Maastricht.

Lees ook

  • Wat betekent het om te wonen, werken, ondernemen en leven in een stad en regio met een internationale universiteit. Wat merk je ervan en wat heb je er eigenlijk aan? We vroegen het aan Marcell Ignéczi. Hij kwam naar Zuid-Limburg om te studeren aan het Department for Knowledge Engineering van de...

  • Als patiënt in een ziekenhuis zie je dagelijks veel verschillende gezichten aan je bed: een verpleegkundige die je bloeddruk meet, een arts of verpleegkundig specialist die jou informeert over het zorgplan en een voedingsdeskundige die jou voorziet van het juiste eten en drinken. Hoewel al deze...

  • Het Children’s Rights Research team werkte aan een rapport dat laat zien hoe de Verenigde Naties de rechten van deze groep kinderen kan opnemen in haar monitoring- en rapportagecycli.