Diabetesmedicijn ten onrechte eerste keus

Vooral alert zijn bij patiënten met verslechterde nierfunctie

Het veelgebruikte diabetesmedicijn gliclazide blijkt een even groot risico op een te lage bloedsuikerspiegel te hebben als de meeste vergelijkbare medicijnen voor de behandeling van ouderdomsdiabetes. Toch schrijven veel Nederlandse artsen het middel aan patiënten voor, omdat het juist minder snel zou leiden tot een te lage bloedsuikerspiegel. “Het tegendeel blijkt nu uit ons onderzoek”, zegt ziekenhuisapotheker dr. Frank de Vries van het Maastricht UMC+. Samen met wetenschappers van de Universiteit Utrecht trekt hij zijn conclusie uit onderzoeksgegevens van ruim 120.000 patiënten. De resultaten zijn gisteren gepubliceerd in het toonaangevende wetenschappelijk tijdschrift British Medical Journal.

Een te lage bloedsuikerspiegel (ook wel hypo genoemd) kan leiden tot hoofdpijn, trillingen, duizelingen en zelfs tot bewusteloosheid. Een fenomeen dat minimaal eens per jaar voorkomt bij één procent van de patiënten met ouderdomsdiabetes. Patiënten kunnen zelf maatregelen nemen om de bloedsuikerspiegel weer op peil te brengen door bijvoorbeeld het drinken van een suikerhoudend drankje. Bij ernstige symptomen moet een patiënt echter worden opgenomen in het ziekenhuis.

Risico
In Nederland zijn bijna 700.000 mensen die diabetesmedicatie gebruiken om hun ziekte onder controle te houden. Gliclazide is één van de meest voorgeschreven middelen, omdat dit een lagere kans op een hypo met zich mee zou brengen in vergelijking met andere medicatie. “Onze onderzoeksresultaten weerleggen dat”, zegt De Vries. Hij en zijn collega’s analyseerden gegevens van ruim 120.000 Britse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de periode tussen 2004 en 2012. Daaruit blijkt de kans op een hypo 2,5 keer verhoogd te zijn bij gliclazide-gebruikers. Dat is vergelijkbaar met andere medicatie (zoals glipizide of glimepiride) en in tegenstelling tot wat de richtlijnen stellen.

Wees alert
De onderzoekers concludeerden tevens dat gliclazide-gebruikers met een slechte nierfunctie nog eens een dubbel zo hoog risico op een hypo hebben ten opzichte van mensen met een gezonde nierfunctie. De bijsluiter raadt artsen af om gliclazide-achtige geneesmiddelen voor te schrijven aan patiënten met ernstige nierfunctiestoornissen. “Toch gebeurt dat wel”, zegt De Vries. Volgens de Maastrichtse ziekenhuisapotheker moeten artsen alerter zijn: “Gliclazide-medicatie is wel degelijk zinvol voor de behandeling van ouderdomsdiabetes, maar voorzichtigheid is geboden als sprake is van een verstoorde nierfunctie. Verder onderzoek zal nu moeten uitwijzen wat de toekomstige implicaties van de onderzoeksresultaten zijn voor de zorg rondom diabetes en de geldende richtlijnen voor medicatiegebruik.”

Lees ook