“Europeanen zijn niet anti-immigranten!”
Egalitair, volbloed Europeaan en druk bezig om een einde te maken aan de juridische verwarring rond migratie. Lilian Tsourdi, hoogleraar Europees Migration Law and Governance, over haar lange tocht naar de UM.
Vinden Europeanen migranten een probleem? “Ik denk dat het aandeel ideologische racisten te verwaarlozen is,” zegt Lilian Tsourdi, hoogleraar European Migration Law and Governance. "Ja, er is angst voor het onbekende. Maar we zien dat in stedelijke centra, waar mensen regelmatig sociale interacties hebben met migranten, de vooroordelen afnemen. Tegelijkertijd bestaat er wel veel frustratie over onderliggende problemen rond sociale ongelijkheid, die populisten op migranten hebben weten af te schuiven. Ze gebruiken bijvoorbeeld het gebrek aan socialehuurwoningen om maatschappelijk achtergestelde bevolkingsgroepen tegen elkaar op te zetten.”
Tsourdi onderzoekt de impact van Europese harmonisatie. “Beleidsoplossingen blijven gefragmenteerd; de EU heeft bevoegdheden op het gebied van migratie en asiel, terwijl bijvoorbeeld sociale voorzieningen niet geharmoniseerd zijn op EU-niveau.” Ze doet empirisch onderzoek naar meer gecentraliseerde vormen van financiering voor het uitvoeren van bijvoorbeeld asiel- en buitengrenscontroles. “Het verlenen van asiel is een regionaal publiek goed dat alle lidstaten van de EU ten goede komt. Het zou niet moeten afhangen van de nationale begrotingen van de staten die het meest belast zijn met de opvang en integratie van migranten.”
Tsourdi is geen tegenstander van een EU die internationale bescherming biedt of samenwerkt met derde landen, “zolang dit gebeurt in wederzijds voordelige partnerschappen voor gezamenlijke ontwikkeling. Er is al een besef dat een puur eurocentrische veiligheidsaanpak niet werkt – we hebben iets nodig dat meer holistisch is. Maar bovenal hebben we oplossingen nodig die armoede, dakloosheid en uitsluiting aanpakken – niet alleen van migranten, maar in het algemeen.”
Zeer Europees aan de periferie
Tsourdi, dochter van artsen, groeide op in Athene en reisde als kind al veel door Europa. “Daardoor kon ik een heel open blik ontwikkelen,” zegt ze, hoewel ze toegeeft dat delen van haar lesprogramma trekken hadden van etnonationalistisch exceptionalisme. Maar ondanks alle nationale trots en de perifere ligging is Griekenland fervent voorstander van de EU. “Zelfs op het hoogtepunt van de financiële crisis bleek uit opiniepeilingen dat ongeveer 70 procent van de Grieken wilde dat Griekenland in de EU bleef.”
Iets meer dan twintig jaar geleden studeerde ze rechten in Athene, wat niet altijd even soepel verliep. “Destijds was het allemaal erg hiërarchisch en verschillende vakken uit het kerncurriculum bestonden uit hoorcolleges voor honderden studenten; de beoordeling was uitsluitend gebaseerd op dingen uit je hoofd leren,” herinnert ze zich. “Ik denk dat ik het onderwijsmodel aan de UM daarom zo goed vind: samenwerken in kleine groepen, kritisch nadenken, kennis toepassen om echte problemen op te lossen. Daardoor kan ik studenten leermogelijkheden bieden die ik als bachelorstudent niet heb gehad.”
Door zich aan te sluiten bij studentenorganisaties zoals Model UN, AEGEE en het bestuur van AIESEC kreeg ze de ruimte om zich te ontwikkelen. “Daar ging het grootste deel van mijn creativiteit en activiteiten in zitten.” Tijdens een ERASMUS-uitwisselingssemester in Wenen volgde Tsourdi een belangrijk keuzevak over mensenrechten. “Ik raakte echt gepassioneerd en ontdekte welke richting ik op wilde, wat me de motivatie gaf om door te zetten.” Na haar terugkeer in Athene volgde ze keuzevakken over mensenrechten en internationaal publiekrecht. Deze gespecialiseerde cursussen in kleinere groepen stimuleerden kritisch denken, en zowel de deskundige hoogleraren als de studenten waren zeer gemotiveerd. Dit bracht haar ertoe om een gespecialiseerde master in internationaal publiekrecht in Athene te doen.
Migratie, beleidsvorming en onderzoek
Naast de studie wilde Tsourdi zich in Athene bezighouden met wat zij zag als de meest urgente mensenrechtenkwestie van dat moment: migratie. “In 2006 liep ik stage bij de ngo Greek Council for Refugees, waar ik juridisch advies gaf aan asielzoekers. Er was nog geen goed functionerend asielsysteem. We moesten eerst beslissen wie we zouden helpen.” Vaak was pleiten voor fatsoenlijke leefomstandigheden voor mensen die in juridisch niemandsland zaten het enige wat ze kon doen. “Er was een gevoel van hulpeloosheid. Tegelijkertijd werd ik geïnspireerd door de waardigheid en vastberadenheid van die asielzoekers – dat is tot op de dag van vandaag van invloed op mijn onderzoek.”
Tsourdi deed in het Verenigd Koninkrijk een tweede master over mensenrechtenwetgeving en werd vervolgens werkzaam op het gebied van asielrechtbeleid en belangenbehartiging bij maatschappelijke organisaties in Brussel, om zo een aantal jaar juridische praktijkervaring op te doen. Met het ene been in de praktijk en het andere in de wetenschap deed ze onderzoek aan de Université Libre de Bruxelles, als buitenpromovendus zonder financiering. Tegelijkertijd werkte ze voor een Europarlementariër die (schaduw-)rapporteur was in verschillende asielgerelateerde dossiers. “Door mee te werken aan de onderhandelingen over de asielhervorming leerde ik de werking en beperkingen van het proces kennen,” zegt ze, verwijzend naar de hoeveelheid package deals die op de achtergrond werden afgesloten. Koehandel, met andere woorden.
Omdat ze de voorkeur had voor een meer analytische en kritische invalshoek, liet Tsourdi haar parlementaire carrière voor wat die was en werkte ze fulltime aan haar promotie. “Mijn promotor, Philippe De Bruycker, is een fervent netwerker en zeer actief in door de EU gefinancierde projecten en adviesbureaus. Ik hielp mee extern gefinancierde onderzoeksopdrachten binnen te halen en uit te voeren; daardoor kreeg ik die ondernemersgeest. Ik leerde al vroeg om samen met partners projecten en onderzoekslijnen rond ideeën op te bouwen. Ik hou nog steeds van de creativiteit die dit vereist.” Haar promotieonderzoek richtte zich op de ontwikkeling en implementatie van het EU-asielbeleid. “Door mijn praktijkervaringen kijk ik altijd naar hoe wettelijke kaders in de praktijk worden uitgevoerd. Ik geniet van dieper, conceptueel werk en empirisch onderzoek, maar ik ben nog steeds actief als consultant voor instellingen.”
Ieders bijdrage telt
Tsourdi bracht de laatste drie semesters van haar promotie door aan het Migration Policy Centre van het European University Institute (EUI) in Florence, waar ze haar mentor, Bruno de Witte van de Universiteit Maastricht, ontmoette. Ze bleef daarna nog een jaar bij het EUI als Max Weber postdoctoraal fellow. “Bruno is niet alleen een van de knapste koppen op het gebied van EU-recht, hij is ook een vriendelijke, toegankelijke en oprecht attente mentor, die talloze wetenschappers in staat heeft gesteld hun talenten te ontplooien. Hij heeft me geïnspireerd om me te ontwikkelen als wetenschapper en als mentor”.
Tsourdi ging vervolgens als departmental lecturer aan de slag bij het Refugee Studies Centre in Oxford. Ze genoot van haar verblijf en de intellectuele omgeving daar, maar werd zich tegelijkertijd meer bewust van haar egalitarisme, omdat ze zich geconfronteerd zag met hiërarchische gebruiken zoals high-table dining. “Zo voel ik me nog steeds. Dat ik hoogleraar ben geworden is een bijzondere erkenning van mijn prestaties, maar ik denk niet dat het mij definieert. Het is een eer om een verbindende factor te kunnen zijn voor de faculteit en voor mensen van andere faculteiten op hetzelfde gebied.” Hoewel ze de platte hiërarchie van de Universiteit Maastricht prijst, vindt ze dat het nog beter kan. Sinds haar tijd bij de Maastricht Young Academy steunt ze “Iedereen professor!”, een campagne om de rechten voor universitair (hoofd)docenten zoveel mogelijk gelijk te trekken met die van hoogleraren. “Het is echt belangrijk om ieders bijdrage te erkennen en dit is een pragmatische manier om dat te doen.”
Een echt Europese regio
Tsourdi kwam in 2019 met een Veni-beurs naar de Universiteit Maastricht. “Ik vind de internationale omgeving hier geweldig – het voelt echt Europees. Oxford was ook tot op zekere hoogte internationaal, maar ik was de enige niet-Engelse native speaker op de afdeling. “Het bevalt me ook dat onderwijs en onderzoek hier in Maastricht even belangrijk zijn.”
Maar verhuizen naar Maastricht zit er niet in. “Ja, ik spreek absoluut Nederlands met een Vlaams accent,” grinnikt Tsourdi, terwijl ze wat rechter op haar stoel gaat zitten. Ze ontmoette haar man 16 jaar geleden in België en verblijft daar sindsdien minstens een deel van het jaar. Tegenwoordig wonen ze met hun zoontje in Leuven. Het idee van ergens bij horen is voor haar een gevoelskwestie, geen morele kwestie – en zeker geen juridische. Zoals ze al lang weet, schuilt achter elke migratiestatistiek een mens die een prettig leven wil leiden.
Tekst: Florian Raith


Lees ook
-
Onderzoeksinstituut METRO stopt op 1 mei 2025
Na meer dan 30 jaar succesvol Europees, vergelijkend en internationaal onderzoek te hebben gestimuleerd aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, stopt Maastrichts Europees instituut voor Transnationaal Rechtswetenschappelijk Onderzoek (METRO) op 1 mei 2025 met zijn activiteiten.
-
Eredoctoraat voor Liesbeth Lijnzaad toegekend door Aalborg University
Prof.dr. Liesbeth Lijnzaad, bijzonder hoogleraar Praktijk van het Internationale Recht aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid heeft op 4 april jl. een eredoctoraat ontvangen van Aalborg University (AAU) in Denemarken.
-
Benoeming van Anke Moerland tot hoogleraar Intellectueel Eigendom, Grensverleggende Technologieën en Internationale Handel
Het College van Bestuur heeft Anke Moerland per 1 mei 2025 benoemd tot hoogleraar Intellectueel Eigendom, Grensverleggende Technologieën en Internationale Handel.