Nieuwe berekening instellingscollegegelden en overgangsregeling

Vanaf studiejaar 2025-2026 is de berekening van de instellingscollegegelden gewijzigd. Op deze pagina lees je over:

  • De gewijzigde berekening van de instellingscollegegelden
  • Een overgangsregeling voor studenten die in studiejaar 2024-2025 stonden ingeschreven aan de UM voor een bachelor-, pre-master- of masteropleiding

Gewijzigde berekening van de instellingscollegegelden

Overheidssubsidies en collegegelden
De Universiteit Maastricht ontvangt alleen overheidssubsidie voor studenten die het wettelijk collegegeld betalen. Alleen studenten uit EU/EER landen, Zwitserland of Suriname komen doorgaans in aanmerking voor het betalen van dit wettelijk collegegeld. De overheidssubsidie bestaat uit twee componenten:

  1. Een variabele component: dekt de directe lasten van het geven van onderwijs
  2. Een vaste component: dient voor het in stand houden van onderwijsvoorzieningen en studentfaciliteiten met een meer vast karakter, zoals bureaus Onderwijs, verroostering, examencommissie, studiebegeleiders, studentdecanen, studentenadministratie, learning spaces en de Universiteitsbibliotheek. Deze vaste component is niet 1-op-1 gerelateerd aan het aantal studenten op een bepaald moment. 

Voor studenten uit niet EU/EER-landen ontvangt de UM geen overheidssubsidie. Deze studenten betalen het instellingscollegegeldtarief. In het verleden, werden de instellingscollegegelden voor deze studenten berekend door bij de wettelijke collegegelden alleen een bedrag op te tellen om de gemiste subsidie op basis van de variabele component te compenseren (om daarmee de directe onderwijskosten van de verschillende opleidingen per student te kunnen betalen). De instellingscollegegelden omvatten tot nu toe dus geen toeslag om de onderwijsvoorzieningen en studentenfaciliteiten met een meer vast karakter (vaste subsidiecomponent) in stand te kunnen houden.

Evenwicht tussen kwaliteit en een groeiende vraag
De afgelopen jaren is de populatie niet-EU/EER studenten die het instellingscollegegeldtarief betaalt meer dan verdubbeld en daarmee is het beroep en de druk op de huidige onderwijsvoorzieningen en student faciliteiten sterk toegenomen. Tegelijkertijd droegen de collegegelden van deze studenten niet bij aan het dekken van de kosten voor deze algemene studentvoorzieningen en -faciliteiten. Om de kwaliteit van deze essentiële voorzieningen en faciliteiten in stand te kunnen houden, is het nodig om de toegenomen kosten ervan vanaf studiejaar 2025-2026 ook door te belasten in de instellingscollegegeldtarieven. Wij noemen de instellingscollegegelden waarin de kosten voor het in stand houden van de onderwijsvoorzieningen en studentfaciliteiten zijn meegenomen de ‘gewijzigde instellingscollegegelden’. 

Onze studenten centraal blijven stellen
Wij vinden het van groot belang om als universiteit studenten centraal te blijven stellen en hen een ondersteunende/stimulerende leeromgeving te blijven bieden waar zij zich optimaal kunnen ontwikkelen. De verhoging van de instellingscollegegelden zorgt ervoor dat we kwalitatief hoogstaand onderwijs kunnen blijven bieden en de voorzieningen en faciliteiten die bijdragen aan het academische succes van onze studenten in stand kunnen houden.

Overgangsregeling

Om tegemoet te komen aan studenten die met hun opleiding aan de UM startten voordat ze rekening konden houden met de gewijzigde instellingscollegegelden, is er een overgangsregeling bepaald.

Hoe werkt het
Als je in studiejaar 2024-2025 ingeschreven stond voor een bachelor, pre-master of masteropleiding* aan de UM, betaal je een instellingscollegegeld waarin de kosten voor het in stand houden van de onderwijsvoorzieningen en studentfaciliteiten niet zijn meegenomen (ongewijzigde instellingscollegegelden). Deze overgangsregeling loopt tot en met studiejaar 2027-2028**. Dat betekent dat álle studenten die niet in aanmerking komen voor het betalen van het wettelijk collegegeld, vanaf studiejaar 2028-2029 voor elk studiejaar de gewijzigde instellingscollegegelden betalen.

*de overgangsregeling geldt niet voor de volgende post-initiële masteropleidingen (masteropleidingen voor professionals):

  • Advanced Master in Intellectual Property Law and Knowledge Management MSc
  • Advanced Master in Intellectual Property Law and Knowledge Management LLM
  • Advanced Master in Privacy, Cybersecurity, Data Management
  • Executive Master of Business Administration
  • Executive Master in Cultural Leadership
  • Executive Master of Finance and Control
  • Health Professions Education
  • International Accountancy (joint master)

     

  • International Executive Master of Auditing
  • International Executive Master of Finance and Control
  • Master of Arts in Management


Voor deze masteropleidingen betaal je altijd een onderwijsvergoeding (geen collegegeld). Deze onderwijsvergoeding wordt vastgesteld door de betreffende faculteit en staat vermeld op de betreffende opleidingspagina op de UM-website. 

**Belangrijk: alle collegegelden (zowel de wettelijke als de gewijzigde/ongewijzigde instellingscollegegelden) worden elk jaar geïndexeerd. Dit betekent dat alle collegegelden elk jaar hoger worden.

De ongewijzigde instellingscollegegelden voor studiejaar 2025-2026
De ongewijzigde instellingscollegegelden (waarin de kosten voor het in stand houden van de onderwijsvoorzieningen en studentfaciliteiten niet zijn meegenomen) voor studiejaar 2025-2026 zijn als volgt:

Niet-EU/EER studenten (ongewijzigde instellingscollegegelden) voor studiejaar 2025-2026
 LaagLaagHoogHoogTop
 BachelorMasterBachelorMasterBachelor/Master
Full-time€10,500€17,600€14,500€20,300€32,000
Part-timeN/A€8,800N/A€10,150N/A


Let op: 

  • Niet-EU/EER-studenten betalen een instellingscollegegeld dat in hoogte varieert afhankelijk van de gekozen opleiding. Opleidingen zijn op basis van hun onderwijskosten ingedeeld in 3 niveaus: laag, hoog en top.
  • Niet EU/EER-studenten betalen voor de bacheloropleidingen UCM en MSP op het instellingscollegegeld een toeslag voor de Bijzondere Kenmerken Kleinschalig en Intensief (BKKI) onderwijs. Het instellingscollegegeld met BKKI-toeslag voor deze opleidingen bedraagt: €16.160.