Met af en toe licht bijsturen bewijst Eerste Kamer haar nut al genoeg

door: in Rechtsgeleerdheid
laatste_vergaderdag_eerste_kamer.

Qua politieke verhoudingen met de Tweede Kamer valt er wel iets te verbeteren, maar de senaat is bepaald niet overbodig.

 

Met dank overgenomen van Trouw, gepubliceerd op donderdag 28 maart 2019

Als je het onwenselijk vindt dat alleen de Tweede Kamer bepaalt of wetsvoorstellen wet worden, zijn er twee mogelijkheden. Je houdt een correctief referendum of je laat een tweede instantie nog eens naar de voorstellen kijken.

Aan het organiseren van referenda over wetgeving zitten veel bezwaren. Het vergt veel van de kiezers, die zich dan in vaak ingewikkelde kwesties moeten verdiepen. Het gevaar is groot dat de belangstelling spoedig afneemt als er veel referenda worden gehouden. Feitelijk is die weg onuitvoerbaar.

Bij een tweede instantie kan aan een rechtbank of de Raad van State worden gedacht. Die kunnen evenwel alleen een puur wetstechnische toetsing uitvoeren.

Wetgeving vergt echter een politieke beslissing en het is beter als gekozen volksvertegenwoordigers die maken. In die zin is als tweede instantie een politiek lichaam, namelijk de Eerste Kamer, een logische keuze.

Dennis de Kool noemt die Eerste Kamer achterhaald en overbodig (Opinie, 15 maart). Maar enige bezinning voordat een voorstel wet wordt blijkt regelmatig toch verstandig. Het is waar dat de senaat niet veel wetsvoorstellen verwerpt en leden volgen inderdaad vaak het stemgedrag van geestverwanten in de Tweede Kamer. Maar dat is niet het hele verhaal. De Eerste Kamer kan door met verwerping te dreigen soms zaken voor elkaar krijgen die de Tweede Kamer niet wist te bereiken.

Fouten
Van belang zijn vooral toezeggingen, bijvoorbeeld over de inwerkingtreding, aanscherping van het overgangsrecht of evaluatie. Soms ontdekt de senaat nog fouten die dan kunnen worden hersteld. Verder komt het voor dat maatschappelijke bezwaren pas na aanvaarding in de Tweede Kamer manifest worden.

Zo verwierp de Eerste Kamer in 2011 unaniem het wetsvoorstel over invoering van het elektronische patiëntendossier. Zij fungeert daarmee als 'slapersdijk' van de democratie.

Het nut van de senaat zit niet in het veelvuldig tegenhouden van wetsvoorstellen, maar in het heroverwegen. Ik zou juist geen Eerste Kamer willen die veel blokkeert, want dan wordt die Kamer een hindermacht. Van tijd tot tijd lichtelijk bijsturen en desnoods blokkeren is niet spectaculair, maar wel nuttig.

Om dat goed te kunnen doen, is het wenselijk dat kennis en ervaring aanwezig zijn in de senaat. Banden met de samenleving kunnen daarbij van pas komen. Dat die tot ongewenste beïnvloeding leiden is nooit gebleken. Het kan bovendien niet waar zijn, zoals De Kool stelt, dat de Eerste Kamer én volstrekt volgzaam is én speelbal van belangen. Dan zou ze immers veel vaker afwijkend van de Tweede Kamer stemmen.

Er valt zeker wat te verbeteren. Zo is het onwenselijk dat louter de politieke verhoudingen in de senaat beslissen over aannemen of verwerpen. De focus moet liggen op de kwaliteit van de wetgeving.

Twee veranderingen kunnen daaraan bijdragen. Ten eerste: verhoog de drempel voor verwerping (door twee derde van de stemmen te verlangen). 'Slechte' voorstellen kunnen dan nog steeds worden tegengehouden. Ten tweede: voer een terugzendplicht in als een wetsvoorstel geen gewone meerderheid behaalt. De Eerste Kamer moet het wetsvoorstel dan met suggesties voor verbetering terugzenden aan de Tweede Kamer. Het laatste woord ligt daar, en zoals Eerste Kamerleden zelf altijd benadrukken: het politieke primaat behoort toe aan die Kamer.

Onwenselijk is voorts dat de Statenverkiezingen nu totaal worden overschaduwd door landelijke vraagstukken. Zoals De Kool ook schrijft is uitbreiding van de macht van de senaat geen oplossing. Beperking van de macht van de senaat zou rechtstreekse verkiezing mogelijk maken. Bij een senaat met minder bevoegdheden zijn beide Kamers niet elkaars concurrent.

 Geschreven door Bert van den Braak - meer blogs op Law Blogs Maastricht

Labels: