Gaswinningsuitspraak van Raad van State

door: in Rechtsgeleerdheid
schoteroog_groengaswinning

Op 15 november greep de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State weer in ten aanzien van de gaswinning in Groningen door het besluit van de minister over gaswinning te vernietigen en een voorlopige voorziening te treffen. De Afdeling vond dat het bestreden besluit niet goed was onderbouwd gelet op de risico’s voor de bewoners.

 
Rechterlijke toetsing bevordert legitimiteit staat
 

Bewonersbelangen
Mijn stelling is dat de Afdeling in casu daarmee bijdraagt aan de legitimiteit en acceptatie van de overheid door in te grijpen, motiveringseisen te stellen, alle partijen te horen en alle argumenten uitdrukkelijk te wegen en af te wegen, en eisen te stellen aan de kwaliteit van het bestreden besluit, ook en vooral ten opzichte van de belangen van de bewoners. Daarmee doet de Afdeling, wat in de ogen van velen de politiek of de wetgever niet altijd even zorgvuldig doet, namelijk het onbevooroordeeld wegen en analyseren van alle belangen. Door dat wel te doen verhoogt de rechter de kwaliteit van de besluitvorming en van de rechtsstaat. En draagt de rechter bij aan de legitimatie en vertrouwen bij de burger. 

Gemiste kans
Dat speelt niet alleen bij de toetsing van eenvoudige en lastige en complexe bestuursrechtelijke besluiten, maar uiteraard ook bij de beoordeling van de kwaliteit van wetgeving. Het is daarom uiterst kortzichtig dat de (grond)wetgever nog geen stappen heeft gezet om het grondwettelijk rechterlijk toetsingsrecht mogelijk te maken, en dat sterker, het initiatief Halsema (later: Van Tongeren), na een succesvolle eerste lezing is gestrand. Dat is een gemiste kans. Op vele terreinen heeft de rechter via verdragstoetsing bijgedragen aan de kwaliteit van de wetgeving en het beschermen van belangen en rechten van burgers. Daarnaast ook aan de kwaliteit van de rechtsstaat en de legitimatie van de staat bij haar burgers. We zien tevens regelmatig dat de rechter lastige kwesties krijgt op te lossen die de wetgever niet heeft geregeld, of die de wetgever niet tijdig kon aanpassen.

Het past om de toetsing van wetgeving niet alleen te doen plaatsvinden via het EU recht en het internationale recht, maar ook de grondwet daarbij in te zetten. Dat vergroot het gezag van de grondwet en van de wetgever, doordat rechterlijk toetsingsrecht nu eenmaal de meeste wetgeving intact laat en dus het gezag geeft dat de rechterlijke toetsing is doorstaan. Waarbij partijen en belanghebbenden hun zegje hebben kunnen doen en hun ‘day in court’ hadden. 

Kortom, in plaats van dit onderwerp te verschuiven naar de staatscommissie zou het RutteIII gesierd hebben om het initiatief Halsema/Van Tongeren over te nemen en nieuw leven in te blazen, als blijk van rechtsstatelijk aspect en ingegeven door de wil, het vertrouwen in politiek, wetgever en uitvoerende macht te vergroten.

FotoSchoteroog groengaswinning in Haarlem, door Hanno Lans​ creative commons

  Meer blogs op Law Blogs Maastricht
Labels:
  • A.W. Heringa

    Author and editor of numerous books and articles on Dutch Constitutional law, the European Convention on Human Rights, the European Social Charter, comparative constitutional law, US constitutional law, Human Rights and legal education. Author of blogs on the Montesquieu Institute website.

    Meer artikelen van A.W. Heringa