Werkbelevingsonderzoek 2015

In november - december 2015 heeft er een Werkbelevingsonderzoek plaatsgevonden, waaraan in totaal 1911 medewerkers hebben deelgenomen.

In grote lijnen is de werkbeleving en algemene tevredenheid van UM-medewerkers goed. Medewerkers tonen zich zeer betrokken bij de UM, werken hier graag en zijn bevlogen in het werk. Driekwart van de respondenten geeft aan veel afwisseling te hebben in het werk en dit zelfstandig te kunnen uitvoeren.

Daarnaast zijn er ook voldoende verbeter- en aandachtspunten. In de volgende alinea’s, waarin kort wordt ingezoomd op de onderzoeksresultaten per afzonderlijke medewerkersgroep, onderverdeeld in Leidinggevenden, OBP, WP en Promovendi, worden deze aangeduid.

Leidinggevenden
Leidinggevenden hebben veel plezier in het werk en doen dit met veel bevlogenheid; de score ligt twee keer zo hoog als het UM-gemiddelde. Ook geven leidinggevenden aan hun werk uitdagend te vinden, veel creatieve ideeën aan te dragen en mee te denken aan het oplossen van problemen. De herstelbehoefte van leidinggevenden is echter een punt van aandacht; dit komt omdat zij een hoog werktempo ervaren en meer emotioneel belast worden.

De UM streeft ondersteunend leiderschap na, de mate waarin de direct leidinggevende helpt, steunt, luistert en van raad en advies voorziet. De mate waarin medewerkers dit ervaren is in 2015 als nieuw item aan de enquête toegevoegd.

Ondersteunend- en Beheerspersoneel (OBP)
De situatie voor OBP’ers is vrijwel ongewijzigd t.o.v. 2013. In de onderzoeksresultaten is een lichte tendens te zien dat OBP’ers wat minder nieuwe ideeën voorleggen en creatieve oplossingen aandragen voor problemen. Aandachtspunten zijn dat OBP’ers aangeven dat ze het wat moeilijker vinden om te ontspannen aan het einde van hun werkdag. Ze zeggen wat vermoeider te zijn en dat het herstel langer duurt. OBP’ers vinden hun werk minder uitdagend en afwisselend dan WP’ers.

Wetenschappelijk Personeel (WP)
WP’ers voelen zich meer verbonden met hun werk en werken met meer plezier dan de gemiddelde UM-medewerker. WP ‘ers geven in grote getale aan dat zij nieuwe ideeën aandragen en meedenken aan oplossingen. WP’ers voelen ook  druk:  een groot gedeelte ervaart een hoog werktempo, een hoge emotionele belasting en daardoor meer vermoeidheid en een grotere behoefte om te herstellen na het werk. Deze risico’s zijn aandachtspunten.

Promovendi
Promovendi vinden hun werk nog steeds uitdagend en geven aan dit met veel autonomie te kunnen doen. Ook zijn promovendi vaker ideeën aan gaan dragen dan voorheen; de mate waarin men dit doet blijft echter nog aanzienlijk achter op het UM-gemiddelde. Daarnaast geven promovendi aan dat hun betrokkenheid bij en plezier in het werk, afgenomen zijn. Andere aandachtspunten zijn dat men ervaart dat het werktempo en het aantal rolconflicten (onduidelijkheid over inhoud en uitvoering van taken en werkzaamheden) zijn gestegen.

Conclusies

Aandachtspunten liggen onder andere op de volgende punten:

  • Bewaking van de herstelmogelijkheden en het behouden van plezier in het werk voor met name het WP en enkele eenheden van het OBP.
  • Zorgen voor aanwezige en bereikbare hulpbronnen voor het WP zodat ze meer sociale steun en autonomie ervaren.
  • Aandacht geven aan de inhoud van de werkzaamheden van OBP-medewerkers, omdat oninteressant werk een gebrek aan plezier/demotivatie in de hand werkt.
  • Aandacht vestigen op meer sociale steun van collega’s en meer zelfstandigheid in het werk voor OBP-personeel.


Vervolg

Het CvB verzoekt alle faculteiten om eenheidsspecifieke resultaten te bespreken en hier actief mee aan de slag te gaan. Binnen de eenheden wordt dit verder opgepakt. Hierbij wordt gerekend op ieders betrokkenheid. In het najaarsoverleg geven de faculteiten terugkoppeling aan het CvB over de geformuleerde aandachtspunten en welke concrete acties hieruit volgen.
 

Lees het complete rapport van het werkbelevingsonderzoek 2015.