“Eten is om te delen”
“Als klein meisje was ik al dol op eten. Mijn moeder vroeg altijd of ik genoeg had gehad. Ja? Dan mocht ik buiten spelen. Binnen no time vond ze me dan terug bij de buren waar ik weer andere lekkernijen kreeg.” Aan het woord is Pamela Habibović, geboren in Tuzla en opgegroeid in Srebrenica, over het belang van eten in de Bosnische cultuur. “Na het ontbijt met een kop goede koffie dient zich meteen de vraag aan: wat eten we vandaag?”
De stad Srebrenica wordt nu vooral in verband gebracht met de genocide die er in 1995 plaatsvond. Een van de slachtoffers was haar vader, die tijdens zijn vlucht werd gedood. Pamela Habibović en haar moeder en zusje waren drie jaar eerder al naar Nederland gevlucht. Zijn lichaam is nooit gevonden.
Wij keren terug naar het Srebrenica van daarvoor, van haar jeugd. Zo herinnert ze zich in de herfst vooral de geur van pruimenjam. “Als ik in de middag terugliep van school, het begon al wat donker te worden, rook ik de pruimenjam die in grote pannen in de tuin op open vuur gemaakt werd. Srebrenica ligt in de bergen, nog steeds hou ik van strenge winters met sneeuw en van bergen.”
Religieuze feestdagen
De ouders van Pamela Habibović werkten allebei als ingenieur in de mijnbouw. Ze ontmoetten elkaar tijdens hun studie in Tuzla. “Mijn moeder heeft altijd gewerkt, fulltime. Dat was daar heel normaal. In Nederland was ik nogal geschokt over de vooroordelen die hier nog steeds zijn over werkende moeders.”
Haar moeder heeft een katholieke achtergrond, haar vader een islamitische. “In Srebrenica stond naast de moskee een orthodoxe kerk en in Tuzla was een katholieke kerk. Ik ben niet religieus opgevoed, maar de religieuze feestdagen werden wel gevierd. Met al die verschillende religies waren er dat nogal wat en eten speelt daar vaak een rol in. Met Kerstmis bijvoorbeeld, gingen we naar de oudste zus van mijn moeder. Dat betekende niet een of twee, maar vier dagen lang eten. Er werden enorme hoeveelheden gemaakt. Van taarten tot gevulde zuurkoolbladeren. Het was een zoete inval en er was genoeg voor iedereen. In Bosnië is eten om te delen. Ook nu nog kook ik altijd voor meer dan de vier personen van ons gezin. In Nederland heb ik erg moeten wennen aan de vraag ‘eet je dan mee?’ Dat is in Bosnië geen vraag. Ik heb een Turkse buurvrouw, daar is het net zo, dat herkennen we bij elkaar. Laatst had ik uit Lissabon een doosje pasteis de nata meegenomen. Mijn zoon Pep nam een hap en zei: ’Oh wat lekker, zullen we deze niet delen?’”
Identiteit
De Bosnische keuken is niet ingewikkeld. “Het is heel puur koken met wat de seizoenen te bieden hebben. Opgediend in grote schalen en met veel aandacht bereid. Stoofschotels van groenten en vlees met mediterrane kruiden als laurier, peterselie en basilicum. Comfortfood.” Haar moeder kookte heerlijk. Als geen ander maakt ze pita, een van Habibović’s lievelingsgerechten. “Ze is heel goed met deeg, ik niet zo.
Pita wordt gemaakt van heel dun deeg, over de hele tafel uitgerold en daarna gevuld, opgerold en gebakken. De vulling kan van alles zijn: spinazie, feta, vlees. Best moeilijk maar met mijn moeders hulp wil ik het toch leren maken, want het is zo lekker. Als ze weet dat we komen, vraagt ze een week van te voren al wat we willen eten. Ze is dan zeker twee dagen in de keuken bezig om voor ons een heerlijke Bosnische maaltijd te koken. Door MS zit ze in een rolstoel, dus het gaat allemaal niet zo snel, maar gegeten zal er worden. Eten hoort bij onze identiteit.”
Goed voor jezelf zorgen
Koken ontspant. Niets leuker dan ’s ochtends naar de markt gaan, alle ingrediënten kopen en dan een hele dag bezig zijn in de keuken. Helaas komt dat vanwege haar drukke baan nu nog maar zelden voor. Dat neemt niet weg dat er goed gegeten moet worden. Net als haar moeder is Habibović degene die thuis kookt. Dat kost haar geen moeite, binnen 15 minuten zet ze een smakelijke maaltijd op tafel. “Ik ken niet zoiets als makkelijk koken. Wat is dat? Ik kook gewoon lekker, met goede producten en met aandacht.” Iedere zondagmiddag kookt ze voor, voor de drie dagen dat ze in Maastricht is (ze woont in Utrecht). “Mijn man houdt erg van eten, maar kan niet koken. En ik wil niet dat ze uit pakjes of potjes eten.”
Koken is goed voor jezelf zorgen. Tijdens haar studie en daarna, toen ze voor onderzoek in het buitenland zat, kookte ze altijd voor zichzelf. “Sommige mensen vinden dit niet de moeite, maar dat heb ik nooit gehad. Ik hou ook niet van een boterham op de hand ofzo. Ook toen ik alleen woonde, dekte ik de tafel en at smakelijk. Ik herinner me dat ik in Boston een kamer huurde bij een oudere dame. De goed uitgeruste keuken deelden we. Toen ik de oven wilde gebruiken moest ik daar eerst een stapel boeken uit halen. Zij bleek bijna altijd buiten de deur te eten en als ze al eens thuis at, at ze altijd hetzelfde: een bevroren tilapia filet met een saus uit een potje, opgewarmd in de magnetron. Zo zou ik niet kunnen leven.”
Overdracht
Haar kinderen spreken geen Bosnisch maar ze weten wel alles over de Bosnische (eet)cultuur. “Over twee weken gaan we naar mijn tante die in Kroatië woont. Mijn dochter Mia en ik verheugen ons nu al op de gestoofde paprika’s. Dat zijn andere paprika’s dan hier: dunner. Je stooft ze met wat uien, tomaten en zout, heel simpel maar zo lekker. Dat gaan we zeker iedere dag voor de lunch maken.” Ze reisde met haar gezin verschillende keren terug naar haar moederland; vorig jaar nog naar Sarajevo. In Srebrenica zijn ze nog niet geweest. “Het is ook niet meteen een toeristische trekpleister”, zegt ze met enig gevoel voor understatement, “en we hebben er ook niemand meer wonen die we kennen. Maar het zal er zeker een keer van komen.
Het verhaal van mijn vader kennen ze en dat vinden ze natuurlijk heel erg, maar, en dat vind ik belangrijk, deze verschrikkelijke gebeurtenis bepaalt niet wie wij zijn. We hebben het meer over hoe de cultuur waarin ik opgegroeid ben, mij maakt tot wie ik ben, dan dat het per se gaat over oorlog. Ik houd van die verschillen in culturen. Je kunt mij overal neerzetten, ik zal mijn draai vinden. Als je elkaar maar probeert te begrijpen, daar draait het voor mij om.”
Dit jaar is het 30 jaar geleden dat de genocide in Srebrenica plaatsvond en dat wordt onder andere herdacht met het multimedia project De 11 stemmen van Srebrenica waarin ook Habibović haar verhaal doet.
Tekst: Annelotte Huiskes
Fotografie: Hannah Lipowsky
Lees ook
-
Maastricht Consulates Prize on EU Law 2025 uitgereikt
Op 2 december is aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Maastricht de Maastricht Consulates Prize on EU Law 2025 uitgereikt aan Merle Sandhop.
-
Neurowetenschappelijk project van UM en Radboud Universiteit wint Computable Award
Het project ‘Advanced Neural Control to Restore Brain Function’ won de Computable Award 2025 voor beste zorgproject.
-
Bedrijven ontdekken verborgen talent Universiteit Maastricht
Dankzij @Work-studenten ontdekken meer en meer bedrijven de sterke punten van samenwerken met de Universiteit Maastricht. “We zijn een verborgen parel die zichtbaarder wordt doordat steeds meer mensen merken dat we een van de grootste academische informatica- en AI-opleidingen van Nederland zijn.”