Overdracht familiebedrijf onvoldoende voorbereid
Familiebedrijven leveren een belangrijk bijdrage aan de economische groei van een regio. De identiteit van het bedrijf is vaak sterk gekoppeld aan de identiteit van de familie, waardoor deze bedrijven gefocust zijn op excellentie. Ze hebben een sterke regionale verankering en een verhoogd sociaal engagement naar zowel interne als externe stakeholders. De eigenaar-managers zijn ook langer actief dan de managers in een niet-familiebedrijf waardoor de bedrijfsspecifieke kennis gemakkelijker kan worden overgedragen, en investeringen over een langere periode kunnen worden gespreid. De onderzoeksgroep “Familiebedrijven” van de Universiteit Maastricht voerde recent een onderzoek uit naar opvolging in het Limburgse familiebedrijf.
Ondanks de eerder vermelde voordelen, staan regionale overheden voor een belangrijke uitdaging. Vele ondernemers uit de babyboomgeneratie staan aan de vooravond van een bedrijfsoverdracht, en hebben niet noodzakelijk al een opvolger of koper op het oog. Het niet tijdig plannen van deze overdracht kan op termijn een negatieve impact hebben op de lokale werkgelegenheid en dienstverlening.
Het onderzoek geeft aan dat in Limburg 65 tot 70% van het MKB een familiebedrijf is, wat neerkomt op 8.000-10.000 ondernemingen (éénmansbedrijven en ZZP-ers niet meegeteld). Zestig procent van deze ondernemers geeft aan het bedrijf te willen overdragen in de volgende tien jaar, wat dus jaarlijks neerkomt op 500 bedrijven. Veel familieondernemers verwachten dat hun kinderen het bedrijf niet willen overnemen, waardoor voor 40% van hen het geprefereerde overdrachtsscenario de verkoop van het bedrijf is, en slechts voor 50% van hen familiale opvolging.
De onderzoekers hebben eveneens kunnen vaststellen dat zowel verkoop als opvolging van het bedrijf organisatorisch en financieel onvoldoende worden voorbereid. Waar wetenschappelijk onderzoek aantoont dat de opvolging een voorbereiding vraagt van ongeveer tien jaar, heeft minder dan de helft van de bedrijven die in de volgende vijf jaar van eigenaar veranderen al een overzicht van de potentiële opvolgers of zelfs van de criteria waaraan een opvolger of koper moet voldoen. Dit ondermijnt de mogelijkheid om de opvolger of potentiële overnamekandidaat ruim op tijd voldoende vertrouwd te maken met het bedrijf, de bedrijfsstrategie en de werknemers. Ook op financieel vlak lijkt extra ondersteuning nodig, omdat minstens een derde van de ondernemers geen idee heeft van de waarde van het bedrijf.
De onderzoekers pleiten voor een sterkere bewustmaking binnen het MKB en het familiebedrijf van de toegevoegde waarde van een Raad van Commissarissen en een Raad van Advies. Momenteel beschikt slechts 10% van het Limburgse MKB over een Raad van Commissarissen en slechts 5% over een Raad van Advies. Onderzoek toont aan dat externe adviseurs in deze raden het overnameproces sterk kunnen ondersteunen via strategisch advies en toegang tot hun persoonlijk netwerk. Voor familiebedrijven kunnen ze advies uitbrengen met betrekking tot het oprichten van een familieraad en statuut.
Voor meer informatie over deze studie kan contact worden opgenomen met de onderzoekers:
- Dr. Anita Van Gils – a.vangils@maastrichtuniversity.nl
- Dr. Jolien Huybrechts – j.huybrechts@maastrichtuniversity.nl
- Dr. Yannick Bammens – y.bammens@maastrichtuniversity.nl
- Jasper Brinkerink, PhD-kandidaat – j.brinkerink@maastrichtuniversity.nl
- of telefonisch op +31 43 38 83 683 of +31 43 38 83 656
Lees ook
-
Tijdens de Bachelor Open Dag van 12 oktober verwelkomden we 3322 studiekiezers. De meesten waren zeer tevreden, zo bleek uit de reacties.
-
Sid Penders helpt kinderopvangorganisaties in Zuid-Limburg om gezonde praktijken te implementeren. Als alumnus van Gezondheidswetenschappen/Global Health en PhD-kandidaat monitort en evalueert Sid een lerend netwerk van kinderopvangorganisaties. De aangesloten organisaties bundelen hun krachten en leren van elkaar op het gebied van gezonde praktijken en gezond beleid. Deze best practices worden geïmplementeerd in kinderopvangorganisaties om de kwaliteit van de zorg voor kinderen in hun eerste ontwikkelingsjaren te verbeteren.
-
Het totale aantal studenten aan de Universiteit Maastricht zal dit jaar waarschijnlijk nog licht toenemen tot ruim 23.000. Vanwege een daling van het aantal nieuwe studenten – de instroom – met naar schatting 3%, vlakt die groei wel af. Ook de verhouding tussen Nederlandse en internationale studenten stabiliseert: onder de nieuwe lichting neemt het aandeel Nederlandse studenten iets toe. Nog steeds komt een groot deel van de studenten uit de ‘eigen’ Euregio, ruim 50% van de studenten is afkomstig uit het gebied binnen een straal van 100 kilometer van Maastricht.