Lee Bouwman: bij toeval chirurg en technisch onderzoeker

Vaatchirurg Lee Bouwman stort zich als onderzoeker op de implementatie van nieuwe technieken in de zorg. Als bijzonder hoogleraar Clinical Engineering bij de Faculty of Science and Engineering (FSE) en vanuit het Zuyderland Medisch Centrum, zoekt hij samenwerking tussen engineers en artsen om zo de zorg efficiënter en goedkoper te maken.

Één telefoontje zette Lee Bouwman op het spoor van zijn huidige onderzoek: de implementatie van technische innovaties in de medische wereld. “Onze inkoper in het Zuyderland Medisch Centrum was bezorgd over de kosten van onze behandelingen. Elke vaatchirurg gebruikte zijn eigen spullen omdat deze zich daar het best bij voelde. De inkoper vroeg me of ik kon helpen, want cardiologen, die vergelijkbare spullen gebruiken, hadden hun materialen gestandaardiseerd met veel lagere kosten tot gevolg. Zonder al te veel publiciteit hieraan te geven veranderden we veel materiaal. Uiteindelijk leidde dit tot standaardisering van onze materialen tegen lagere kosten en met behoud van kwaliteit.”

Technische faculteit

“Grappig”, zegt hij nu over hoe een toevallig telefoontje zijn carrière beïnvloedde met nu een hoogleraarschap tot gevolg. Menig onderzoek later dacht Bouwman na over samenwerking met de Technische Universiteit Twente, vanwege hun opleiding Technische Geneeskunde. Het was onderzoeker Bart van Grinsven (FSE Sensor Engineering) die hem op het spoor van de technische faculteit FSE zette. “Het onderzoek dat je wilt doen, moet je lokaal houden, adviseerde hij me.”

Samen met van Grinsven en twee FSE-promovendi onderzoekt Bouwman de implementatie van een nieuwe techniek voor het in beeld brengen van bloedvaten in het onderbeen. De drie slagaders daar laten zich met Röntgenfoto’s niet goed afbeelden. “Bovendien laat de Röntgenfoto alleen de grootste bloedvaten zien, dat is maar 1% van alle bloedvaten in het onderbeen. De oorzaak van de klachten die de patiënt ervaart kan ook in de andere 99% zitten. Het gevolg is dat we onnodig vaak behandelen. De nieuwe techniek, optical coherence tomography, bekijken we de slagaders, via een katheter, van binnenuit. Dit geeft een 20-30 keer betere resolutie en bovendien ook informatie over de andere 99% van de bloedvaten. Ik verwacht dat we met de nieuwe techniek veel gerichter gaan opereren met minder kosten tot gevolg.”

Samenwerking

Als hoogleraar zoekt Bouwman nadrukkelijk samenwerking met andere partners. Met de TU Eindhoven onderzoekt hij de stroming van bloed door prothesen. Dichter bij huis, werkt hij met FHML-hoogleraar Ouderenzorg, Jan Hamers en onderzoekers van het Department of Advanced Computer Sciences aan een data gedreven onderzoek naar de logistiek van de ouderenzorg. “Ouderen worden vaak naar een ziekenhuis gestuurd voor een medische analyse terwijl niet het medische, maar een zorgprobleem voorop staat. Je maakt dan van sociale, ethische en logistieke problemen een medisch probleem met alle gevolgen voor het ziekenhuis van dien. Uiteindelijk hopen we dankzij de data-analyse knelpunten te vinden die we kunnen oplossen.”

Alle technische universiteiten leiden inmiddels ingenieurs op op het raakvlak van techniek en geneeskunde. Via Bouwman doet het vakgebied ook zijn intrede bij FSE. “Het getuigt echt van moed, visie en maatschappelijke betrokkenheid van onze decaan Thomas Cley, om zo’n interdisciplinaire samenwerking aan te gaan”, zegt hij. Stiekem hoopt hij op een opleiding op het gebied van technische geneeskunde, hoewel hij ook de beperkingen daarvan ziet. “Technisch geneeskundigen krijgen een brede opleiding, ze zijn halve artsen. Aan de ene kant is dat prima, aan de andere zijn ze niet de mensen die extreem goed zijn in één tak van engineering. Juist die specialisten, die vanuit hun eigen vak naar een probleem kijken, hebben we ook hard nodig. Onlangs sprak ik in Eindhoven over bloedvatprothesen met specialisten op het gebied van stromingsleer. Als ik als arts naar zo’n prothese kijk, dan vraag me af hoe ik deze in een patiënt krijg. Fysici hebben meteen vragen over de invloed van de prothese op de dynamica van de bloedstroom. Uiteindelijk heb je dan één persoon, zoals een technisch geneeskundige, nodig die al deze kennis samenbrengt.

Toeval

Bouwman wil juist gespecialiseerde engineers bij de geneeskunde betrekken door studenten van FSE-afstudeerprojecten aan te bieden. “Iemand die bijvoorbeeld data science studeert, kan ook in het ziekenhuis zijn onderzoeksvragen zoeken.”

Het uiteindelijke vakgebied waarbinnen iemand werk vindt, berust meestal op toeval en niet op een gerichte keuze, zegt Bouwman: “Tieners kiezen een studie uit intrinsieke motivatie voor bijvoorbeeld natuur en techniek en niet omdat ze later de stroming van bloed door een prothese willen onderzoeken. De weg naar die stromingsleer berust grotendeels op de kansen die je krijgt.” Chirurg Bouwman ervoer hetzelfde, vanuit zijn intrinsieke motivatie arts te worden, studeerde hij na zijn studie biomedische wetenschappen geneeskunde. “Ik wist zeker dat ik internist zou worden omdat probleemanalyse zo’n belangrijk deel van hun vak is en dat trok me aan. Maar, gedurende mijn carrière kwam ik heel ergens anders uit.”

Lees ook