Het eerste jaar van de ‘rector of diversity’
Het is een jaar geleden dat Rianne Letschert haar inaugurele rede uitsprak, waarmee ze zichzelf voorstelde aan de Maastrichtse academische gemeenschap als ‘the diversity rector’. Wat heeft ze in dat jaar kunnen bereiken op het gebied van diversiteit? En hoe is het rectoraat als geheel haar bevallen? “Collega’s zeggen regelmatig tegen me dat ik het wat rustiger aan moet doen. Een mannelijke rector zei laatst: ‘Dat doen ze bij mij nou nooit! Is dat omdat je een vrouw bent?’ Misschien denken mensen inderdaad dat ik kwetsbaarder ben dan een man, maar zo ervaar ik het niet. Maastricht is een warme gemeenschap.”
Het beleid
“Ik had me bij mijn aantreden niet helemaal gerealiseerd dat het wel eens een jaar zou kunnen duren voor de beleidsnotitie over diversiteit door alle gremia goedgekeurd zou zijn. Ik zelf heb ook wel voor enige vertraging gezorgd, omdat het advies van de werkgroep diversiteit aanvankelijk alleen op gender focuste en ik wilde dat graag breder trekken. Nu gaat het ook over mensen met verschillende etnische of religieuze achtergronden en sociale status, diverse nationaliteiten, seksuele geaardheden en leeftijden, maar ook mensen met een beperking of chronische ziekte. Ik ben ontzettend blij met het werk van de werkgroep.”
De concrete actie
“We gaan een programmamanager diversiteit aanstellen, die vanuit de afdeling Human Resources (HR) het beleid handen en voeten geeft. Er is een onderzoeksbudget voor UM-onderzoek naar diversiteit en inclusiviteit, waaruit we ook veel praktische inzichten voor de UM hopen te halen. Daarnaast gaat HR voortaan vooraf toetsen of de samenstelling van een Benoemingsadviescommissie (BAC) voor hoogleraarsposten voldoende divers is samengesteld. Ik heb zelf laatst twee BAC’s moeten samenstellen voor de werving van nieuwe decanen, en dan vraag ik ook een student, iemand met een niet-Nederlandse achtergrond en een jonge hoogleraar. Alle stemmen tellen even zwaar. En wat ik zelf bijvoorbeeld graag zou willen ontwikkelen is een verplicht leiderschapsprogramma voor alle wetenschappers die leidinggevende verantwoordelijkheden hebben, waarin dan ook aandacht komt voor bijvoorbeeld ‘implicit bias’. Uit onderzoek blijkt dat mensen geneigd zijn een man eerder leiderschapskwaliteiten toe te kennen dan een vrouw. Van die onbewuste vooroordelen kun je je via een training bewust worden.”
De 360 graden feedback
“Bevorderingen in de universitaire gemeenschap gaan vaak goed en zijn transparant, maar soms ook niet. Dat heeft denk ik te maken met leiderschapskwaliteiten en toezicht. Om de ontwikkeling van leiderschapskwaliteiten transparanter te maken en een goed voorbeeld te geven, gaan ik en mijn collega-CvB-leden, maar ook de decanen beoordeeld worden door middel van feedback-sessies. Mensen worden dan uitgenodigd om te komen vertellen wat ze wel en niet prettig vinden aan het functioneren van bijvoorbeeld mij. Daar kan ik van leren. Het is geen afstraffing, maar een manier om echt inhoudelijk beoordeeld te worden.”
De zak met geld
“Het idee van de werkgroep diversiteit om vijftigduizend euro ter beschikking te stellen om de terugkeer van vrouwelijke academici na zwangerschapsverlof te vergemakkelijken, hebben we niet overgenomen. Omdat ik eerst beter onderbouwd wil zien dat zo’n bedrag alle problemen van iedere vrouwelijke academicus oplost. Niet iedere vrouw heeft na drie maanden zwangerschapsverlof een gat in haar academische CV. Dan geloof ik meer in het aanpassen van de tenure track-regels, wat we ook doen per 1 september. Jonge onderzoekers krijgen langer de tijd, indien nodig, om te laten zien dat ze voldoen aan de criteria om een vaste aanstelling te krijgen. En dat geldt dan niet alleen voor vrouwen die een kind hebben gekregen, maar ook voor mannen die het wegens bijzondere omstandigheden niet redden in vijf jaar.”
De lat
“Ik vind dat vrouwen, en dat geldt overigens ook voor mannen, die drie dagen willen werken ook carrière moeten kunnen maken in de wetenschap. Het is toch raar dat dat nu alleen met zes dagen in de week lijkt te kunnen? Die discussie wil ik nog wel eens aangaan. En waarom vinden we dat je naast een geweldige wetenschapper ook een topdocent moet zijn? We moeten eens nadenken over de lat waar mensen tegenwoordig overheen moeten springen. Die ligt echt veel hoger dan toen ik zelf hoogleraar werd in 2011. Het is niet meer realistisch, zeker niet als je ook nog iets anders ambieert, zoals het krijgen van kinderen. Ik spreek nu jonge vrouwen die vrezen dat het niet te combineren is.”
Het rolmodel
“Ik begon me in de loop van afgelopen jaar een beetje te storen aan de vragen over mijn thuissituatie en het feit dat ik als vrouw deze baan combineer met het hebben van een man en twee kinderen. Omdat ze dat nooit aan een man vragen. Tegelijkertijd krijg ik geluiden van vrouwen binnen de UM die me aanmoedigen daarover te praten, omdat het voor hen illustreert dat het kán: een drukke baan en een gezin. Het lastige vind ik dat iedere situatie anders is. Ik heb het met mijn man, die veel thuiswerkt en mijn ouders die veel opvangen, zo kunnen regelen dat het voor ons allemaal aardig werkt. Al vindt mijn zoon het wel eens lastig dat ik veel weg ben. En ik baal zelf ook wel eens als ik zit te werken en liever iets met mijn gezin zou doen. Mensen zien maar een deel van mij en je moet oppassen dat je mijn situatie niet romantiseert. Iedereen moet proberen iets te creëren dat past bij hem of haar.”
Het man/vrouw-verschil
“Ik heb het niet empirisch getoetst, maar ik heb sterk de indruk dat vrouwen vaak minder gaan werken omdat ze bijvoorbeeld een dag per week thuis willen zijn bij hun kinderen, terwijl mannen de kinderen regelmatig om drie uur ophalen en dan ’s avonds of in het weekend werken, en niet een dag inleveren. Ik heb altijd tegen vrouwen gezegd die minder uren wilden werken: ‘Prima, maar dan ga je ook terug in werkzaamheden. En anders blijf je gewoon vijf dagen werken, en ben je wel op woensdag of vrijdagmiddag bij je kinderen thuis.’ Ik vind dat je mensen moet beoordelen op output, niet op wanneer iemand zijn uren maakt.”
Het perfectionisme
“Vrouwen hebben vaker last van hun perfectionisme dan mannen, is mijn ervaring. Ik begin het een beetje los te laten. Ik vond altijd dat ik overal en altijd een negen moest scoren. Nu lukt dat nog wel eens, maar soms ga ik ergens weg en denk ik: ‘Dat had beter gekund, Rianne’. Vijf jaar geleden was ik dan een hele avond chagrijnig, maar nu denk ik: Een zeven is ook een voldoende.”
De “Berg”
“De afstand tussen het centraal bestuur, op de Minderbroedersberg, en de faculteiten wordt wat mij betreft een belangrijk punt in mijn rectoraat. Een jaar geleden, toen ik nog onderdeel was van een rechtenfaculteit, zei ik precies de dingen die ik nu terug hoor: ‘Waarom bemoeit centraal zich hiermee? Dat kunnen we als faculteit toch prima zelf?’ Dus ik begrijp het heel goed en tegelijkertijd vraag ik me sterk af wat die houding ons allemaal oplevert. Die eeuwige strijd is in mijn ogen vooral negatieve energie. Ook voor mijzelf moet ik in mijn werk wel het gevoel hebben dat het ergens toe leidt allemaal, omdat we dat met elkaar willen, en dat het zinvol is. Niet voor mezelf, want dan ga ik wel vrijwilligerswerk doen in Afrika, maar voor de organisatie in zijn geheel.”
De projecten
“Ik probeer de kloof tussen ‘de Berg’ en de faculteiten te dichten door mensen bij elkaar te halen rond projecten. We zijn bijvoorbeeld bezig met een brede bachelor rond global studies en een Europa-project waar we samen met de gemeente en de provincie met onze wetenschappers meer gezamenlijke activiteiten willen ontplooien rondom het thema Europa . Dan houd ik interviews met wetenschappers dwars door de universiteit, om mijn ideeën te toetsen en medewerking te zoeken. Dan kijk ik niet alleen naar inhoud, maar ook naar persoonlijkheden; ik vind het lastig als mensen alleen maar beren op de weg zien.”
De balans
“Al met al voel ik me erg thuis hier in Maastricht. Ik wil wel een woonruimte gaan zoeken, zodat de kinderen ook een keer hier kunnen slapen en we samen kunnen eten bijvoorbeeld. De baan is vol, met gemiddeld vier avonden in de week ‘iets voor de UM’. Komend academisch jaar wil ik dat beperken tot maximaal drie, maar dat ligt helemaal aan mezelf. Een kwestie van vaker ‘nee’ zeggen. Een van de decanen zei me laatst: ‘Al die bijeenkomsten waarop ik je het afgelopen jaar zag, daar hoop ik je het komend jaar niet meer te zien. Het is heel fijn dat je het doet, maar het is niet vol te houden.’ Een mannelijke collega rector zei laatst: ‘Dat doen ze bij mij nou nooit! Is dat omdat je een vrouw bent?’ Misschien denken mensen inderdaad dat ik kwetsbaarder ben dan een man, maar zo ervaar ik het niet. Maastricht is een warme gemeenschap.”
Op 6 september 2017 ontving Rianne Letschert de eerste Young Academy of Europe (YAE) Prize.
Lees ook
-
UnliMited Students herintroduceert een regelmatige en laagdrempelige activiteit: de Cosy Corner!
Kom langs op donderdag 12 december en drink thee terwijl je je eigen kaars beschildert. We zijn bij Kaleido (Hubertuslaan 21) van 16.00 tot 18.00 en je kan binnenlopen wanneer je wilt.
-
Het Maastrichts Onderzoekscentrum voor Samenleving en Recht (MOSaR) werd op woensdag 27 november gelanceerd tijdens een kleinschalige, interne bijeenkomst
-
Van 3 december 2024 tot 13 januari 2025 kun je meedingen naar de YERUN Open Science Awards 2024! YERUN nodigt onderzoekers en medewerkers van de aangesloten universiteiten van harte uit om hun inzending in te dienen.