De grensoverschrijdende weg vrijmaken naar een Euregionaal centrum voor kinderchirurgie

De manier waarop het medisch specialisme kinderchirurgie in Nederland, Duitsland en België is georganiseerd, verschilt onderling aanzienlijk. Dit heeft gevolgen voor kwalificaties van kinderchirurgen in de Euregio Maas-Rijn, zowel in de erkenning en registratie van een kinderchirurg, als in het grensoverschrijdend opleiden van nieuwe artsen. Dat blijkt uit onderzoek van expertisecentrum ITEM van de Universiteit Maastricht, uitgevoerd in opdracht van het Maastricht UMC+ in het kader van de plannen voor een Euregionaal Kinderchirurgisch Centrum.

 

In Nederland en België zijn relatief weinig kinderchirurgische centra aanwezig in vergelijking met andere Europese landen zoals Duitsland, blijkt uit een Europees onderzoek uit 2018. Nederland heeft een aantal grote kinderchirurgische centra verspreid over het land, maar in het zuiden van het land ontbreekt een dergelijke voorziening. In de praktijk betekent dit dat zieke kinderen in de euregio vaak verder moeten reizen om opgenomen te kunnen worden, ver weg van hun huis en familie. Om betere zorgverlening in de grensregio aan te kunnen bieden, wil het Maastricht UMC+, in samenwerking met de Uniklinik Aachen en het Centre Hospitalier Chrétien (CHC) in Luik, een Euregionaal Centrum voor Kinderchirurgie oprichten.

Erkenning over de grens
Promovendus bij ITEM en hoofdonderzoeker in dit project Lavinia Kortese: “Bij een dergelijke grensoverschrijdende zorgsamenwerking komt veel kijken op het gebied van wet- en regelgeving. Vragen hebben onder andere betrekking op de erkenning van kinderchirurgie als medisch specialisme, uitoefening en registratie in de Euregio Maas-Rijn en mogelijkheden om grensoverschrijdend op te leiden in de kinderchirurgie. Een voor de hand liggend en cruciaal aspect van het toekomstige centrum, is dat kinderchirurgen in alle drie landen hun beroep kunnen uitoefenen.”

Kinderchirurgie vs. algemene chirurgie
Uit het onderzoek van ITEM blijkt dat de kinderchirurgie niet overal als onafhankelijk specialisme wordt erkend: in Nederland is het onderdeel van de algemene chirurgie, terwijl Duitsland het als apart specialisme erkent. Hieruit voortvloeiend, verschillen opleidingen onderling fundamenteel, wat o.a. betekent dat Nederlanders en Belgen zich niet direct kunnen registreren of erkenning kunnen krijgen als kinderchirurg in Duitsland. Om toch geregistreerd te worden, zullen zij stages of toetsen moeten doen. Omgekeerd kunnen Duitse kinderchirurgen zich in Nederland en België niet registreren als kinderchirurg, omdat het specialisme daar niet als zodanig bestaat, maar onderdeel uitmaakt van de algemene chirurgie. Zich dan registreren als algemeen chirurg, gaat ook niet zomaar, zonder extra toetsen en stages te doen.

Naar één hoofdsysteem
Kortese: “Het is binnen de bestaande kaders niet mogelijk om volgens de standaarden van alle drie de landen tegelijk opgeleid te worden. Er zal een beslissing gemaakt moeten worden voor het systeem van een van de landen, waarbij afgestudeerde artsen, afhankelijk van het opleidingssysteem, alsnog stages en toetsen zullen moeten doorlopen om in de andere landen erkend te worden”.

Juridische tools
Ondanks dat de verschillen rondom kwalificaties uitdagingen vormen, zijn er tools voorhanden die een grensoverschrijdend samenwerkingsinitiatief zoals het kinderchirurgisch centrum mogelijk maken. Bijvoorbeeld het voorgestelde European Cross-border Mechanism, de Europese Groepering voor Territoriale Samenwerking (EGTS) en Benelux samenwerkingsinstrumenten zoals Benelux Groepering voor Territoriale Samenwerking, administratieve afspraak of gemeenschappelijk orgaan voor grensoverschrijdende of interterritoriale samenwerking. Inzet van dergelijke instrumenten maakt transnationale, grensoverschrijdende en interregionale samenwerking tussen lidstaten of hun decentrale overheden makkelijker, doordat regionale overheden bijvoorbeeld hun eigen rechtspersoonlijkheid kunnen oprichten. Het EGTS-instrument stelt regio’s in staat om zich, zonder tussenkomst van nationale parlementen, te kunnen verenigen.

Verder onderzoek door studententeam
In het opzetten van een toekomstbestendig centrum bestaat nog een groot aantal andere mogelijke obstakels, zoals de mobiliteit van patiënten en de financiering en optimalisering van de zorg. In deze context zetten ITEM en het MUMC+ hun samenwerking voort: een multidisciplinair studententeam, bestaande uit zes ambitieuze studenten van de Universiteit Maastricht, gaat zich de komende periode buigen over verschillende vraagstukken waarmee het Euregionaal Centrum voor Kinderchirurgie geconfronteerd wordt. Het project, dat is opgezet in het kader van het PREMIUM honoursprogramma voor excellente studenten, loopt tot mei 2019.

Lees het volledige onderzoeksrapport Setting up a Tri-Member State Paediatric Surgery Centre in the Netherlands, Germany and Belgium: The Cross-border Mobility of Paediatric Surgeons in the Meuse-Rhine Euregion.

Het onderzoek is uitgevoerd door het Institute for Transnational and Euregional cross border cooperation and Mobility (ITEM).

Lees ook dit artikel op de website van het MUMC+.

Lees ook

  • Nienke Verstegen, onderzoeker bij De Forensische Zorgspecialisten, heeft onderzoek gedaan naar agressie binnen de forensische zorg en impact hiervan op patiënten en medewerkers. Op 6 juli 2023 promoveert zij aan de Maastricht University met haar proefschrift ‘Hurt people hurt people. Characteristics...

  • Patiënten die vanwege een ernstige COVID-19-infectie in het ziekenhuis zijn opgenomen, vertonen naderhand geen aanwijzingen voor hersenschade door de ziekte. Dat blijkt uit een uitgebreide studie onder leiding van Universiteit Maastricht.

  • Sten van Beek

    Rillen van de kou?

    Door de Westerse leefstijl met een hoog vetgehalte in voeding in combinatie met weinig beweging, kampen steeds meer mensen in Nederland met overgewicht of zelfs obesitas. Dit zorgt voor een verhoogd risico op diabetes type II. Wat is hieraan te doen buiten een gezondere leefstijl? Het antwoord komt...

Meer nieuws