Beursondernemingen moeten meer verantwoordelijkheid nemen voor negatieve externe effecten
Nederlandse beursondernemingen moeten verantwoordelijkheid nemen voor de negatieve effecten die hun bedrijfsactiviteiten en toeleveringsketen hebben op mens en planeet door hun bedrijfsstrategie veel meer dan nu af te stemmen op de planetary boundaries. Het gaat dan niet alleen om het afremmen van klimaatverandering, maar bijvoorbeeld ook om het tegengaan van het verlies aan biodiversiteit en de noodzaak om circulair te denken en te handelen.
Dit is één van de aanbevelingen in het in opdracht van Eumedion door de Universiteit Maastricht uitgevoerde onderzoek naar de verankering van duurzaamheid binnen de Nederlandse beursondernemingen. Hierbij zijn de jaarverslagen 2020 van 35 Nederlandse beursondernemingen onderzocht en 97 bestuurders, commissarissen en hoger management van deze ondernemingen geïnterviewd.
Uit het onderzoek geleid door Professor Rob Bauer van de Maastrichtse School of Business and Economics blijkt onder meer dat de onderzochte beursondernemingen duurzaamheid meer zien als een kans dan een risico. Over duurzaamheidsrisico’s, zoals milieuschade, klimaatverandering en misstanden in de toeleveringsketen, wordt over het algemeen weinig gecommuniceerd. De onderzoekers bevelen de ondernemingen verder aan om hun missiestatement (purpose) concreter te maken en om de strategische doelstellingen hierop te laten aansluiten.
Verder blijkt uit het onderzoek dat het onderwerp duurzaamheid nog nauwelijks is verankerd in de profielschetsen voor nieuwe commissarissen. Daarnaast communiceren ondernemingen weinig over eventuele vereiste duurzaamheidscompetenties voor bestuurders. Dit terwijl de managementliteratuur aangeeft dat met name bestuurders een grote invloed hebben op het creëren van een ondernemingscultuur die zowel de strategisch-duurzame doelstellingen als de financiële prestaties van de onderneming ondersteunt.
Tot slot bevelen de onderzoekers aan om de dialoog met de verschillende belanghebbenden (stakeholders) te professionaliseren en beter te structureren en om daarover uitgebreider verslag te doen. Volgens de onderzoekers moeten ondernemingen belanghebbenden veel beter informeren over de gepaste zorgvuldigheidsprocedures (due diligence), de betrouwbaarheid van de gerapporteerde niet-financiële informatie, duurzaamheidsmaatstaven in de bonusprogramma’s en prestatie[1]indicatoren ten aanzien van afval, water en zakenreizen.
Volgens Eumedion biedt het onderzoek een goede ‘foto’ van de verankering van duurzaamheid binnen de Nederlandse beursondernemingen. Positief is dat veel ondernemingen al concrete duurzaamheidsdoelstellingen in hun strategie hebben opgenomen waar zij op afgerekend willen en kunnen worden. Bovendien zien zij volop kansen om met duurzaamheid geld te verdienen.
Tegelijkertijd hebben de ondernemingen over het algemeen nog te weinig aandacht voor het aanpakken van de ecologische en sociale externaliteiten van hun bedrijfsactiviteiten. Zij maken met name nog weinig werk van de transitie naar een circulaire economie en van de bescherming en het herstel van de biodiversiteit. Daarnaast is het onderwerp duurzaamheid nog te weinig expliciet verankerd in de diversiteits- en competentiematrices voor bestuurders en commissarissen. De UM onderzoekers doen op deze terreinen goede en praktische aanbevelingen, die Eumedion omarmt.
Lees ook
-
Als je minder gaat werken, heeft dit ook gevolgen voor de pensioenopbouw. Je hebt dan minder te besteden na jouw pensionering. Werknemers staan hier onvoldoende bij stil.
-
Fossiele subsidies ondermijnen het klimaatbeleid, aldus Patrick Huntjens en collega's in hun opinie artikel
-
Plicht voor energielabel C voor kantoren lijkt gewenst effect te hebben