“We moeten nu in actie komen”
In 2050 zullen meer dan een half miljoen Nederlanders aan dementie lijden. Sebastian Köhler, hoogleraar Neuroepidemiologie aan de Universiteit Maastricht, onderzoekt hoe dementie kan worden voorkomen en adviseert de Wereldgezondheidsorganisatie op dit gebied. Hij vertelt hoe hij een zo groot mogelijk publiek bewust probeert te maken van de ziekte en waarom de UM een wereldspeler is op het gebied van risicopreventie.
Sebastian Köhler was 11 jaar oud toen bij zijn oma dementie werd vastgesteld. "Wat ik zag maakte me bang. Niemand begreep de ziekte goed genoeg om mij uit te leggen wat er aan de hand was.” Tegenwoordig spant hij zich in om dat gebrek aan bewustzijn te bestrijden. "Dementie is een heterogene aandoening die wordt gekenmerkt door een progressief verlies van cognitieve vaardigheden. Er zijn ongeveer 50 verschillende oorzaken; Alzheimer is de bekendste, maar het kan ook het gevolg zijn van vernauwde bloedvaten, een beroerte of een trauma.”
In Nederland lijden ongeveer 300.000 mensen aan dementie, een aantal dat in 2050 zal zijn verdubbeld. “Als samenleving zijn we hier niet op voorbereid. We hebben niet de faciliteiten om voor al die mensen te zorgen en als gevolg van demografische veranderingen zullen er minder mantelzorgers beschikbaar zijn. We moeten nú in actie komen.” Hij schrijft de hogere prevalentie toe aan de langere levensduur. “Leeftijd is de grootste risicofactor.”
Levensstijl maakt verschil
Erfelijkheid speelt een rol, zegt Köhler, maar levensstijl is misschien nog wel belangrijker. “Bepaalde genen veroorzaken dementie op jonge leeftijd. Maar voor mensen die op hun 65e of ouder dementie ontwikkelen, is erfelijkheid maar een kleine factor. Levensstijl kan daarentegen een groot verschil maken.” Köhler is medevoorzitter van de Guideline Development Group, die de WHO-richtlijnen voor risicovermindering van cognitieve achteruitgang en dementie herziet. “We kijken naar de belangrijkste risicofactoren voor dementie en welke interventies effectief zouden kunnen zijn.”
Köhler was een externe reviewer voor de richtlijnen van 2019 en heeft eerder meegewerkt aan WHO-projecten. “Natuurlijk was ik vereerd dat ik daarvoor werd gevraagd. Het is een erkenning voor wat we hier in Maastricht doen. De UM heeft een van 's werelds grootste onderzoeksgroepen op het gebied van risicoreductie van dementie.” Voor de WHO-richtlijnen zal het UM-team twee risicofactoren bestuderen: beroerte en gebrek aan sociaal contact.
Welke levensstijlinterventies kunnen helpen om dementie te voorkomen? “Het zijn de gebruikelijke dingen,” zegt Köhler. “Lichaamsbeweging, een gezond dieet, niet roken. Alles wat goed is voor je hart is ook goed voor je hersenen.” Het vermijden van hersentrauma’s helpt – dat zal niemand verbazen. “Maar om weerbaarheid op te bouwen is het ook belangrijk om je hersenen te gebruiken, te blijven leren, nieuwsgierig te blijven en sociale activiteiten te ondernemen.”

Bewustwording creëren is cruciaal
Mensen brengen dit ‘gezondverstandgedrag’ niet gauw in verband met de gezondheid van de hersenen. In een onderzoek onder 700 Limburgers ontdekte het team van Köhler dat maar weinig 40- tot 75-jarigen de link met dementie legden. “Bewustwording creëren is cruciaal. Mensen zijn bang genoeg voor dementie om de informatiemoeheid te kunnen doorbreken; het kan aanzetten tot veranderingen in levensstijl.” Maar er zijn natuurlijk grenzen. “De onderzoeken die we gebruiken zijn observationeel. Voor veel risicofactoren ontbreekt direct causaal bewijs. We kunnen alleen achterhalen hoe risico's veranderen bij grote groepen, niet bij individuen.”
Bovendien zijn er factoren waar je als individu geen invloed op hebt. “Niet iedereen kan zomaar verhuizen naar een plek met minder luchtvervuiling. Sociaaleconomische verschillen maken een gezonde levensstijl voor sommigen minder haalbaar. Het gaat er niet om mensen ergens de schuld van te geven. We willen mensen informeren welke interventies hun risico op dementie kunnen verminderen en zo de volksgezondheid verbeteren.”
Preventieonderzoek op wereldniveau
Köhler schrijft het succes van zijn onderzoeksgroep toe aan de interdisciplinaire aanpak van de UM, de nauwe samenwerking met het MUMC+ en de uitzonderlijk sterke geworteldheid in de regio. “Het Alzheimer Centrum Limburg heeft een heel grote groep samenwerkingspartners, van gemeenten en zorgprofessionals tot culturele en recreatieve diensten. We kunnen putten uit gegevens van de Maastricht Aging Study en de Maastricht Studie. Sinds kort werken we zelfs samen met basisscholen om intergenerationele bewustwording over hersengezondheid te stimuleren.”
In samenwerking met de GGD Zuid-Limburg voerde Köhler in 2018 de campagne Wij zijn zelf het medicijn. “We gaven lezingen, ontwierpen posters, spraken met de pers en ontwikkelden de gratis MijnBreincoach-app.” Hij leidt ook het Nederlands Dementie Preventie Initiatief, een nationaal consortium dat in 2025 een vernieuwde bewustwordingscampagne zal voeren.
“We werken samen met huisartsen om dementiepreventie in de spreekkamer te krijgen. Het kan gemakkelijk worden geïntegreerd in bestaande protocollen voor cardiovasculair risicomanagement,” zegt Köhler. Hij probeert dementiepreventie ook op te nemen in curricula van zorgopleidingen en de protocollen van andere zorgverleners. “We bieden levensstijlcoaching voor mensen met geheugenproblemen die nog niet de diagnose dementie hebben gekregen. Dit zou ook geïntegreerd kunnen worden in het Vitaliteitsloket van het MUMC+, waar specialisten hulp bieden bij het verbeteren van de levensstijl.”

Preventie blijft het allerbelangrijkst
Limburg is een vergrijzende provincie, waar mensen relatief veel gebruik maken van de auto. De regio kent een hele reeks aan sociaaleconomische uitdagingen en de inwoners hebben over het algemeen een slechtere gezondheid, een lagere levensverwachting en hogere percentages dementie dan andere Nederlandse regio's. “Het ministerie van VWS heeft ons opdracht gegeven om regionale verschillen in beïnvloedbare risico's te bestuderen – de risico's waarbij levensstijlinterventies dementie kunnen helpen voorkomen.”
Er zitten veelbelovende medicijnen aan te komen, maar Köhler zegt dat deze nog niet klaar zijn voor breed gebruik. Lecanemab is een geneesmiddel dat eiwitplaques in de hersenen verwijdert. Als het in de vroege stadia van dementie wordt toegediend, vertraagt het de cognitieve achteruitgang. “Het is een subtiel effect,” zegt Köhler, ”en duur en nogal onpraktisch. Maar het is zeker een eerste stap. Gezien de wetenschappelijke vooruitgang van de afgelopen jaren denk ik dat we optimistischer kunnen zijn dan ooit. Toch is preventie het allerbelangrijkst. Twintig jaar geleden werd preventie verwaarloosd in de hoop op een farmaceutische oplossing die er nooit kwam. Ik denk dat we moeten investeren in zowel behandeling als preventie.”
Tekst Florian Raith
Fotografie Philip Driessen
Lees ook
-
Wie is er geïnteresseerd in wetenschap?
Het UM Supermarktlab is een interdisciplinair educatief concept waarmee kinderen kennismaken met voedselinnovatie, gezondheid en duurzaamheid, én leren hoe je complexe, actuele vraagstukken vanuit verschillende perspectieven kunt benaderen.
-
Het vernieuwd curriculum van Healthcare Policy, Innovation and Management
De Authentieke Professionele Taken van het masterprogramma zijn verankerd in het curriculum, maar de programma-coördinatoren vinden het wel belangrijk dat studenten aan hun eigen pad kunnen werken. Dat gebeurt door electives of keuzeblokken aan te bieden en personaliseer je een deel van je opleiding...
-
Onderzoeksinstituut METRO stopt op 1 mei 2025
Na meer dan 30 jaar succesvol Europees, vergelijkend en internationaal onderzoek te hebben gestimuleerd aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, stopt Maastrichts Europees instituut voor Transnationaal Rechtswetenschappelijk Onderzoek (METRO) op 1 mei 2025 met zijn activiteiten.