Klinkend Erfgoed

Het repertoire van een orkest zoals philharmonie zuidneder­  land is al lange tijd vrij consistent. Veel werken, vooral de ‘grote’ symfonieën, zijn een vanzelfsprekend onderdeel van de concertprogramma’s geworden. Kunt u zich een concert­ leven voorstellen zonder de muziek van Mozart, Beethoven, Berlioz, Brahms, Dvořák, Bruckner, Mahler en Tsjaikovski?

Natuurlijk krijgen ook nieuwere werken regelmatig hun plaats in concertuitvoeringen. Dat behoort immers tot de artistieke taak van een orkest. Tegelijkertijd zijn deze nieuwe stukken altijd gerelateerd aan de iconische, bekende stuk­ken. In de klassieke muziek, zo zou je kunnen zeggen, zijn onze oren op het traditionele afgestemd. Maar hoe komt het dat een groot deel van het symfonische repertoire zo onver­ anderlijk is? Dat is de vraag die ik in mijn promotieonder­ zoek stel.

De canon is meer dan een losse verzameling muziekstukken. De duurzaamheid van die klassieke canon is het resultaat van talloze muzikale activiteiten bij kleinere ensembles en orkesten, maar ook op conservatoria en bij andere muziekin­ stellingen. Het symfonisch repertoire is diep verankerd in het dagelijks werk van musici, dirigenten, programmeurs, docen­ ten, marketingdeskundigen, orkestbodes en vele anderen. Zij zijn als het ware de hoeders van dit ‘klinkend erfgoed’!

Neem bijvoorbeeld het programmaboekje dat u bij de ingang van de concertzaal krijgt. Programmaboekjes zijn fascine­rende onderzoeksobjecten als het gaat om canonvorming.

Ze zijn niet alleen interessant vanuit muziektheoretisch of ­historisch perspectief, maar vooral ook vanuit praktisch oogpunt. Door de programmaboekjes van één orkest over een langere periode te analyseren wordt duidelijk hoe de traditie gevormd wordt door soms heel triviale omstandigheden. Bij het London Symphony Orchestra bijvoorbeeld, is er geen geld om telkens nieuwe teksten te schrijven en worden oude tek­sten steeds weer herdrukt. Dit leidt tot een consolidatie van onze kennis over een muzikaal werk, maar draagt ook bij aan hoe we luisteren naar de muziek. Zo worden onze verwachtin­gen van een uitvoering aanzienlijk beïnvloed.

Het is de uitdaging van mijn onderzoek om te begrijpen hoe al deze onderling verbonden praktijken ertoe bijdragen dat de symfonische canon behouden blijft. In het licht van het debat over vernieuwing in de klassieke muziek moeten we eerst de rol van de traditie in ons dagelijks muziekleven begrijpen. Inzicht in het praktische werk dat nodig is om het symfonisch erfgoed te behouden kan ons juist helpen bij het vinden van nieuwe benaderingen van dit erfgoed, die niet al­ leen recht doen aan onze traditie, maar ook aan de alledaagse taken van degenen die het zo zorgvuldig doorgeven.

Denise Petzold
Promotie-onderzoeker bij het MCICM

Dit artikel werd voor het eerst gepubliceerd in deKlank uit philharmonie zuidnederland.