Een lerend orkest

Vanuit de zaal is het elke keer weer een prachtig gezicht: al die musici die als één lichaam muziek maken. Voor wie niet beter zou weten, gaat dat als vanzelf. Maar musiceren op hoog niveau vraagt om een leven van studeren. Beroepsmusici moeten in staat zijn een breed repertoire in korte tijd te kunnen beheersen. Thuis oefenen ze hun partijen om goed voorbereid op de repetities te komen. Daar werken ze samen met de dirigent aan de balans, de dynamiek en de fraseringen. Daarbij kunnen ze terugvallen op een jarenlange ervaring op hun instrument, in het luisteren naar elkaar en met de interpretatie van uiteenlopend repertoire.

Wie slechts naar het podium kijkt, ziet niet het werk achter de schermen. Een orkest is niets zonder de staf die de voorwaarden schept om te kunnen musiceren. De programmering, de planning, de marketing, de logistiek, het management, de projecten met het onderwijs en andere maatschappelijke sectoren – het zijn even onmisbare als ervaren schakels in de organisatie van een symfonieorkest.

Een orkest zoals philharmonie zuidnederland dat zichzelf wil vernieuwen, dat inspeelt op de veranderingen in de wereld buiten de concertzaal, weet dat het verder moet kijken dan de alledaagse ervaring en routines. Het moet in staat zijn om nieuwe dingen te leren. Hoe leert een orkest? Die vraag staat centraal in een project dat het orkest dit seizoen uitvoert met het MCICM.

In de afgelopen maanden hebben musici, stafleden en onderzoekers in kaart gebracht waarover het orkest zou moeten bijleren. Hoe kunnen we van elkaar leren en elkaars kennis en ervaring beter benutten? Hoe kijken we met een constructief-kritische blik naar onszelf en onze concerten? Hoe organiseren we onze bijzondere projecten zo dat het proces voor iedereen inzichtelijk is? En hoe zoeken we nieuwe verbindingen met ons publiek? Vragen als deze vormen het uitgangspunt voor tien oefeningen voor de orkestpraktijk. Die oefeningen, of etudes zoals ze in de muziek heten, worden dit seizoen gemaakt en uitgevoerd.

Een voorbeeld van zo’n etude in wording is de openbare repetitie. In de huidige vorm krijgen Vrienden van philharmonie zuidnederland een kijkje in de keuken van het repetitieproces. Ze blijven daarbij passieve toehoorders. Is het mogelijk zo’n openbare repetitie zo vorm te geven dat de binding tussen orkest en publiek wordt versterkt, dat de artistieke kwaliteit van het orkest wordt vergroot doordat orkest en publiek van en met elkaar leren? Hoe zou zo’n repetitie eruit zien? Vanuit de zaal, maar ook vanaf het podium en van achter de schermen. Dat onderzoeken we de komende tijd. Wordt vervolgd.

Peter Peters en Ties van de Werff
Onderzoekers van het MCICM