Ik hoop dat jullie in de afgelopen twee weken allemaal hebben genoten van de relatieve rust. Zelf heb ik vooral veel uitgerust door te wandelen, hard te lopen en een artikel af te maken waar ik al heel lang mee bezig was (voor de liefhebbers: The Phylogeny of the Unpaid Seller’s Right to Vindicate Goods: A Test Study).Ik ben blij dat dit laatste gelukt is want in de komende periode liggen mijn prioriteiten elders. Intussen ben ik ook verhuisd naar de decaanskamer. Je zult merken dat, op momenten dat ik geen afspraken heb, de deur daar wijd open staat. Schroom niet om binnen te lopen: de decaan zit, samen met Marlies, Wilma en Jolande, niet voor niets op een centrale plek in ons gebouw. 

Wie de afgelopen week langs is gelopen, zal misschien ook hebben gezien dat de facultaire boekenkast is gereorganiseerd: alle boeken uit de afgelopen 35 jaar staan daar nu in chronologische volgorde bij elkaar. Chronologisch en niet per capaciteitsgroep omdat dit past bij onze faculteit, die altijd sterk heeft ingezet op samenwerking over de grenzen van de vakgebieden heen. Die herinrichting is gelukt dankzij de hulp van student Talha Gunay die het stof heeft doorstaan en de boeken heeft opgepoetst. We zijn nog bezig met het opnieuw inrichten van de vitrine bij de ingang van ons gebouw. Daar worden de meest recente boeken tentoongesteld. Stuur nieuw verschenen boeken dus vooral toe (ze komen dan ook met een fotootje in het Facultair Journaal).

De komende periode gaan we verder met de Facultaire strategiediscussie. In de afgelopen maanden ben ik, vaak samen met vice-decaan onderwijs Jos Hamers, op heel veel plekken in de faculteit op bezoek geweest. De voorlopige inventarisatie is inmiddels rondgestuurd. De komende tijd gaan we twee dingen doen. In de eerste plaats wil het Faculteitsbestuur (FB) graag horen of de facultaire gemeenschap zich herkent in de inventarisatie. Misschien ontbreken er dingen. In de tweede plaats horen we graag uw oordeel over de prioritering die het FB wil aanbrengen. Daarover hebben we al gesproken met het facultaire Management Team (dus met capgroepvoorzitters en opleidingsdirecteur) en zijn we in gesprek met de Faculteitsraad. Volgende week volgt daarover een notitie van het FB, waarna we graag opnieuw in alle groepen op bezoek komen om de notitie toe te lichten.

Intussen wordt binnen onze faculteit niet alleen in het kader van de strategiediscussie nagedacht over de toekomst. Deze week zijn er twee bijeenkomsten die allebei gaan over de vraag wat de jurist van de 21^ste eeuw moet kunnen. Donderdag 18 januari is het congres over alternatieve geschillenbeslechting waar veel collega’s hun visie zullen geven op hoe ADR kan bijdragen aan onderwijsvernieuwing. Het wordt georganiseerd door onze collega’s Bram Akkermans en Catalina Goanta.

Vrijdag 19 januari is de jaarlijkse onderwijsdag van de Nederlandse juridische faculteiten, gewijd aan de juridische opleiding in 2025. Die dag wordt georganiseerd door Jos Hamers en Sjoerd Claessens in eendrachtige samenwerking met collega’s van de Open Universiteit. Ik vind beide congressen buitengewoon belangrijk. Eén van de uitdagingen waar we als faculteit voor staan, is hoe ons onderwijs zo in te richten dat studenten de vaardigheden ontwikkelen waar ze tot 2068 – het jaar waarin de huidige eerstejaars met pensioen gaan – mee vooruit kunnen. Ik ben zelf een verklaard voorstander van een opleiding die zowel het positieve recht aanleert als veel doet aan academische vorming en aan (niet alleen juridische) vaardigheden. Vakman/vrouwschap is niet langer hetzelfde als meesterschap, zoals dat door studenten in de Ars Aequi van december 2017 mooi werd gezegd. Op het congres van vrijdag zal ik hierover de degens kruisen met rechter en Leids hoogleraar Margreet Ahsmann. Ik verheug me daar bijzonder op.