Een nieuwe blik op revalidatiezorg
Niet alleen kijken naar de klacht van een patiënt, maar ook naar hoe diegene zijn leven weer zo snel mogelijk op kan pakken: dat is de verschuiving van het biomedische ‘stoornisdenken’ naar een integrale blik op zorg. Ivan Huijnen, senior onderzoeker bij de vakgroep Revalidatiegeneeskunde bij het Care and Public Health Research Institute (CAPHRI) en manager van het kenniscentrum van Adelante, is hier groot voorstander van. Hij is benoemd tot bijzonder lector bij Zuyd Hogeschool en sprak vorig jaar april zijn inaugurele rede uit, getiteld ‘Passende revalidatiezorg: Over grenzen heen’.
Al sinds zijn jeugd is Ivan geïnteresseerd in bewegen: eerst als actieve sporter, na een ongeval ook als patiënt. “Ik ging toen revalideren, dat vond ik heel boeiend”, vertelt hij. “Ik werd enthousiast over revalidatie en op basis daarvan koos ik mijn opleidingen: gezondheidswetenschappen en fysiotherapie. Tijdens mijn promotie verdiepte ik me meer in revalidatie voor mensen met chronische pijn, om te kijken hoe zij zo goed mogelijk kunnen functioneren met pijn die niet altijd opgelost kan worden. Ik vond het interessant om niet alleen te kijken naar wat er biomedisch gezien aan de hand is, maar ook psychosociaal, zoals hoe iemand omgaat met de pijnklachten en hoe diens omgeving eruitziet. Daar kan je een patiënt goed in begeleiden, zodat diegene uiteindelijk weer een stukje regie over zijn leven terugkrijgt.”
Vacatures
Samenwerken met zowel collega’s als patiënten vindt Ivan leuk, maar ook belangrijk. “In de regio Zuid-Limburg liggen vraagstukken waar we innovatieve oplossingen voor nodig hebben”, zegt hij. “Er is veel vergrijzing en er zijn veel mensen met chronische aandoeningen, waarvan de verwachting is dat dat alleen maar gaat stijgen. Alleen is er ook steeds minder personeel beschikbaar om zorg te kunnen leveren aan die steeds groter wordende groep. Het is heel lastig om zorgvacatures ingevuld te houden. Dat speelt nu vooral bij psychologen en verpleegkundigen, maar ik verwacht dat dat over een paar jaar veel breder is. Dat is een behoorlijke klus en dat moeten we als regio met zijn allen oppakken. Nu wordt er nog vaak binnen je eigen zorglijn of organisatie gewerkt, maar het is belangrijk ook de samenwerking daartussen en daarbuiten verder te verbeteren. Dat is alleen niet zo makkelijk. Er staat druk op de dagelijkse zorg en verandering kost tijd, ondanks dat iedereen het wel belangrijk vindt.”
Netwerk
Ivans lectoraat richt zich op de paramedische disciplines in de revalidatiezorg en heet ‘Passende revalidatiezorg’. “Dit houdt in dat we onderzoeken hoe we de juiste revalidatiezorg op de juiste plek krijgen”, legt hij uit. “We kijken waar de patiënt de beste zorg kan krijgen, of de zorgverlener die zorg op die plek kan leveren en of die zorg overeenstemt met de hulpvraag en de klachten van de patiënt. Voor patiënten met chronische pijn en met post-covid-klachten hebben we daar al eerder onderzoek naar gedaan. Hierbij werkten onder meer huisartsen, fysiotherapeuten en medisch specialisten binnen de revalidatiezorg intensief samen om de zorgketen rond de patiënt zo goed mogelijk in te richten. Ze streefden ernaar om de zorg thuis of zo dicht mogelijk bij huis aan te bieden, tenzij het nodig was om dit in een gespecialiseerd centrum of ziekenhuis te doen. Om zulke samenwerkingen verder te verbeteren, organiseren wij nu ook scholingen en intervisiebijeenkomsten, waarmee zorgverleners worden ondersteund om die goede zorg te kunnen bieden.”
In plaats van het biomedische ‘stoornisdenken’ kijken we met de integrale blik hoe we de patiënt kunnen helpen zodat hij de dingen die hij wil doen zo snel mogelijk weer kan doen.
Integrale blik
Ivan is ook een van de kartrekkers van de Academische Werkplaats Revalidatie (AWR). Dit is een samenwerking tussen Maastricht UMC+, Zuyd Hogeschool en Adelante, dat zich richt op het beter positioneren van revalidatie binnen de zorg. Daar zijn twee beleidsplannen voor ontwikkeld: een voor onderzoek en innovatie en een voor onderwijs. “We willen binnen de opleidingen meer nadruk op de integrale kijk, waarbij de patiënt centraal staat”, zegt hij. “Nu worden mensen opgeleid voor specifiek hun vakgebied, maar weten zij vaak onvoldoende over wat anderen in andere disciplines doen. Zij proberen dan binnen hun vak voor hun patiënt het maximale eruit te halen, maar soms kan iemand uit een ander vakgebied iets bijdragen waar die patiënt beter mee geholpen is. Zo verrijk je elkaar en kan je samen het doel van de patiënt bereiken. Samenwerken binnen de zorg is niet makkelijk, veel is in hokjes ingericht. Ik zou nog wel een stap willen maken om dat nog beter te integreren in de opleidingen. Via de AWR en het lectoraat kunnen we de ontwikkelingen binnen de revalidatiezorg vertalen naar het onderwijs.”
Van die integrale blik geeft hij een voorbeeld: “Een patiënt met aanhoudende kniepijn komt bij de huisarts, die hem verwijst naar de fysiotherapeut. Ondanks weken van behandelingen gaat de pijn niet weg. Hij keert terug naar de huisarts, die hem doorstuurt naar de orthopeed. Scans en onderzoeken leveren geen duidelijke oorzaak op, en ook een tweede opinie brengt geen verbetering. De patiënt weet niet hoe hij verder moet en belandt opnieuw bij de huisarts. Hij gaat dus door het hele zorgsysteem heen, zonder dat er een oplossing gevonden wordt. Hierdoor heeft hij wel problemen met participeren. Hij wandelt of sport bijvoorbeeld niet meer, of hij kan zijn werk maar beperkt doen. In plaats van het biomedische ‘stoornisdenken’ kijken we met de integrale blik niet alleen naar het probleem aan de knie, maar hoe we de patiënt kunnen helpen zodat hij de dingen die hij wil doen zo snel mogelijk weer kan doen. De zorg is nu echter nog niet zo ingericht, geld en tijd spelen daarin een belangrijke rol.”
Uiteindelijk ga je dit niet als individu doen, maar met een hele groep, met verschillende stakeholders eromheen.
Piramide
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) startte een aantal jaren geleden de World Rehabilitation Alliance (WRA), een initiatief om revalidatie toegankelijker te maken voor alle patiënten. “Universiteit Maastricht is als enige partij in Nederland daarbij aangesloten”, vertelt Ivan. “Het Ministerie van Volksgezondheid, Wetenschap en Sport is er ook bij betrokken. Vanuit onze vakgroep Revalidatiegeneeskunde zijn wij binnen onze regio aan de slag gegaan. Vorig jaar hebben we een bijeenkomst gehad met alle zorgprofessionals die betrokken zijn bij revalidatie om samen te kijken naar revalidatiezorg. Op basis daarvan hebben we een position paper uitgebracht over hoe deze zorg er in Zuid-Limburg in 2030 uit moet zien. Daarmee willen we stappen zetten richting verzekeraars en bestuurders, zodat passende revalidatiezorg mogelijk wordt.”
AI
Daarnaast heeft Ivan nog meer plannen voor de toekomst. “We proberen een innovatie- en veranderklimaat te creëren, bijvoorbeeld door studenten mee te laten werken met werknemers”, zegt hij. “Studenten doen hiermee ervaring op in de revalidatie en vragen van medewerkers die nu vaak blijven liggen, worden opgepakt. Ook kijken we hoe we e-health en technologie zoals AI kunnen gebruiken en een goede plek kunnen geven in de zorg van de toekomst. Dat biedt enorme kansen om uiteindelijk kwalitatief hoogwaardige zorg te kunnen blijven leveren.”
Succes
Wanneer noemt Ivan zijn werk succesvol? “Het is een proces, dat maakt het lastig”, zegt hij. “Uiteindelijk ga je dit niet als individu doen, maar met een hele groep, met verschillende stakeholders eromheen. Wanneer er mogelijkheden ontstaan voor die andere manier van samenwerken en mensen enthousiast worden om die verandering door te gaan maken, denk ik dat we mooie slag hebben gemaakt. Deze ontwikkeling zal alleen langere tijd duren. We moeten echt gaan kijken hoe we die zorg anders kunnen organiseren: dichter bij huis, zo laag mogelijk in de keten en zo snel mogelijk de patiënt ondersteunen om die zelfregie terug te krijgen. We zullen die kant wel op moeten, want hoe gaan we anders in de stijgende zorgvraag voorzien?”
Tekst en beeld: Joëlle van Wissen
Interview: Toñita Perea y Monsuwé
Lees ook
-
Wat doen alledaagse stoffen met onze gezondheid?
In deze video legt Stefan Giselbrecht (MERLN) uit hoe hij mini-schildklieren maakt om te zien welke stoffen invloed hebben op onze gezondheid.
-
Nieuw inzicht in rol hersenen bij psychiatrische aandoeningen
Het is al jaren bekend dat sommige delen van het brein bij bepaalde psychiatrische aandoeningen kleine afwijkingen laten zien. Het was echter lange tijd niet duidelijk of deze veranderingen in de hersenen komen door de ziekte zelf, door medicatie of door rookgedrag. In een recente studie hebben...
-
Interprofessioneel samenwerken en leren in de eerstelijnsgezondheidszorg
Loes van Bokhoven (CAPHRI) zet zich in om huisartsenzorg te verbeteren en bij te dragen aan de personele uitdagingen in de regio.