Dit proefschrift bestaat uit drie verschillende studies.

De eerste studie draait om de vraag of hedgefondsen en investeringsbanken hebben bijgedragen aan de stijging van grondstofprijzen die tussen 2003 en 2011 werd waargenomen. Onze resultaten tonen dat dit op sommige markten (ruwe olie, koper en goud) zo is maar in beperkte mate. Ze kunnen niet verantwoordelijk worden gehouden voor de volledige prijsstijging.

In de tweede studie wordt een anomalie behandeld inzake het abnormaal lage aantal bedrijven dat ervoor kiest zijn aandelen op de beurs te verhandelen. Hier concluderen we dat als bedrijven minder winstgevend worden door toenemende Chinese concurrentie, ze in hun groeiplannen snijden en dus ook minder geneigd zijn om aandelenmarkten aan te spreken voor langdurig kapitaal.

De laatste studie in dit proefschrift draait om de vraag of een buitenlandse bank die uitbreidt naar een land zijn thuismarkt opent voor exporteurs van het bestemmingsland. Het bewijs dat we leveren, spreekt voor dit idee en suggereert een informatieve rol die buitenlandse banken spelen.